De megalosaurus, een vleesetende dinosaurus
De ontdekking van de Megalosaurus was een belangrijk moment in de geschiedenis. Vanaf dit moment wist men pas over het vroegere bestaan van prehistorische reptielen. In deze periode had men echter veel problemen met het classificeren van dinosaurussoorten. Hierdoor hebben een hoop dinosaurussoorten onterecht de naam 'Megalosaurus' gekregen. Het is voor archeologen nog onduidelijk hoe zijn schedel er precies uitzag vanwege een tekort aan fossielen.
De Megalosaurus
De ontdekking van de Megalosaurus
De wetenschappelijke benaming voor de megalosaurus is de 'Megalosaurus bucklandii'. Hij leefde aan het einde van het Juratijdperk, namelijk zo'n 181 tot 169 miljoen jaar geleden. Het Juratijdperk begon zo'n 200 miljoen jaar geleden en eindige 145 miljoen jaar geleden. De Megalosaurus is de eerste officiële vleesetende dinosaurus die men ontdekt heeft. Tevens kwam men hierdoor tot de ontdekking dat de mens niet de eerste was die op aarde voorkwam. Deze fossielen werden in het jaar 1818 in Oxfordshire ontdekt. Oxfordshire is een graafschap in het zuiden van Engeland. Het prehistorische roofdier kreeg in 1824 pas de naam 'Megalosaurus', letterlijk vertaald: grote hagedis. Archeologen hebben maar op enkele plekken op de wereld fossielen van hem gevonden, namelijk in Frankrijk, Portugal, China en het Verenigd Koninkrijk.
De identificatie
Wetenschappers hadden in deze periode moeite om prehistorische roofdieren te identificeren. Hierdoor heeft men onterecht een hoop andere vleesetende dinosaurussoorten 'Megalosaurus' genoemd. Het foutief benoemen van fossielen als zijnde Megalosaurusoverblijfselen werd tot de twintigste eeuw gedaan. Hierna is men voorzichtiger te werk gegaan met de identificatie. Tegenwoordig bestaan er vijf verschillende Megalosaurussoorten, waarvan 'Megalosaurus bucklandii' de enige soort is waarvan men zeker weet dat hij daadwerkelijk heeft bestaan. Hiernaast dacht men dat deze carnivoor op vier poten liep in plaats van twee. Oude schetsen van het prehistorische dier laten daarom een verkeerd beeld zien van zijn uiterlijke kenmerken. De schetsen leken tevens op hagedissen en krokodillen. Pas in 1842 werd er ontdekt dat hij eigenlijk op twee poten liep.
Voedsel
De Megalosaurus stond waarschijnlijk bovenaan de voedselketen. De zware lichaamsbouw van de carnivoor laat zien dat hij op jacht ging naar grote prooidieren. Naast andere vleeseters, ging hij waarschijnlijk op jacht naar enorme planteneters (herbivoren). In dezelfde periode leefde namelijk de Supersaurus. Dit was een gigantische dinosaurus met een lange staart en nek. Hij kon namelijk in totaal zo'n 34 meter lang worden. Deze dinosaurus werd echter pas in 1972 ontdekt en in 1985 pas geclassificeerd.
De afmetingen van de Megalosaurus
Dit roofdier kon een lengte van zo'n zeven meter bereiken. Hiernaast kon hij een gewicht krijgen van ongeveer anderhalve ton. Hogere schattingen gaan uit van een maximale lengte van twaalf meter en gewicht van twee ton. Hij kon maximaal zo'n vier meter hoog worden. Omdat er weinig fossielen van hem gevonden zijn, hebben onderzoekers moeite om zijn exacte gewicht en lengte te bepalen. Men is het echter met elkaar eens dat hij één van de grootste theropoden was uit deze tijd. Met zijn stevige staart kon hij zijn lichaam op de juiste manier balanceren. Hij had namelijk korte poten waardoor hij een soort van "contragewicht" nodig had om zijn lichaam rechtop te houden. Zijn staart woog de helft van zijn totale lichaamsgewicht. Terwijl het roofdier liep, bewoog hij zijn staart heen en weer.
Jachtmethode
Ondanks zijn stevige bouw had hij het vermogen om snel te kunnen rennen. Zijn stevige poten zorgden er namelijk voor dat hij met een hoge snelheid zijn prooi kon achtervolgen. Hij had kleine armen die uit drie vingers bestonden. Deze vingers hadden ieder een scherpe klauw aan het uiteinde. Hiermee kon hij zijn prooidieren mee aanvallen. Tijdens zijn aanval zorgde hij ervoor dat zijn slachtoffer op de grond viel om hem vervolgens te doden. Zijn klauwen kon hij vervolgens gebruiken om zijn prooi verder te verwonden.
Bijtkracht
De Megalosaurus had een dunne schedel en scherpe tanden. Deze tanden hadden de vorm van dolken. Ondanks dat zijn schedel wat platter was dan bijvoorbeeld de Allosaurus, was zijn bijtkracht vergelijkbaar. De Allosaurus was een ander roofdier dat pas zo'n 15 miljoen jaar later voorkwam. Omdat de Megalosaurus een dikke nek had, was zijn bijtkracht ongeveer even sterk. Wetenschappers hebben echter geen totaalbeeld van zijn schedel. Hiervoor heeft men te weinig (complete) fossielen weten te vinden.