De Titanoboa, een enorme slangensoort uit de prehistorie
De Titanoboa was een prehistorische slang die vele malen groter kon worden dan hedendaagse slangen. Wetenschappers hebben onderzocht wat de oorzaak kon zijn van zijn enorme groei. Ondanks zijn grote formaat zijn er weinig fossielen van hem gevonden. Archeologen hebben ontdekt dat hij in een moerasachtige omgeving leefde. Deze moerasachtige omgeving behoorde tot het eerste regenwoud. Wetenschappers hebben het vermoeden dat hij regelmatig in het water te vinden was omdat hier toen maandelijks een enorme hoeveelheid regen naar benen kwam.
De Titanoboa
De fossielen van Titanoboa cerrejonensis
De Titanoboa zag er uit als een boa constrictor. Hij verplaatste zichzelf echter als een hedendaagse anaconda. Dit hebben wetenschappers weten vast te stellen aan de hand van zijn fossielen. Archeologen hebben echter maar weinig fossielen van de Titanoboa gevonden in verhouding tot andere prehistorische diersoorten. Dit komt omdat de schedel meestal uiteenvalt waardoor belangrijke aanwijzingen verloren gaan. De botten die hierin zitten zijn namelijk niet stevig met elkaar verbonden. Er is slechts één soort bekend, namelijk de 'Titanoboa cerrejonensis'. Zijn fossielen heeft men in Colombia ontdekt. Eén van deze fossielen bestaat zelfs uit een volledige schedel met daarbij de bijbehorende lichaam. Wetenschappers hebben de leeftijd van de fossielen vast weten te stellen aan de hand van de rotsformatie waar ze gevonden zijn (Cerrejón, Colombia). Deze rotsformatie is onderdeel van een grote kolenmijn waarbij er vanwege graafwerkzaamheden continu fossielen worden blootgelegd.
De korte leefperiode van de Titanoboa
De Titanoboa leefde zo'n zestig miljoen jaar geleden. Dit is zo'n vijf miljoen jaar nadat de dinosaurussen waren uitgestorven. Wetenschappers hebben het vermoeden dat hij slechts twee miljoen jaar op aarde voorkwam. Dit heeft men kunnen bepalen aan de hand van fossielen die verscheidene archeologen in Zuid-Amerika hebben aangetroffen. Mogelijk is hij vanwege klimaatsveranderingen of omgevingsveranderingen uitgestorven. Hij leefde namelijk in een bijzondere omgeving; een tropisch regenwoud waar bijna twee keer zoveel neerslag was als de huidige Amazone. Dit zorgde voor enorme moerassen waarin de prehistorische slang kon schuilen. Aanwijzingen voor deze omgeving zijn eveneens in de Cerrejón rotsformatie gevonden. Hiernaast heeft men ontdekt dat de prehistorische slang gigantisch was.
De Titanoboa kon een maximum lengte bereiken van 12,80 tot wel 14,80 meter. Hiernaast had hij op sommige plekken een dikte van een meter. Het reptiel kon dit formaat bereiken vanwege de warme temperatuur die er toen heerste. Koudbloedige dieren zijn namelijk zeer afhankelijk van de omgevingstemperatuur en zijn hierdoor rond de evenaar groter. De temperatuur kwam toen gemiddeld op zo'n dertig graden uit. Hiernaast was er weinig temperatuurverschil tussen de seizoenen. Dit was positief voor het metabolisme van de slang. De warme temperatuur zorgde ervoor dat óók andere prehistorische dieren veel groter konden worden dan hedendaagse diersoorten. Een warme temperatuur zorgt er namelijk onder andere voor dat de ademhaling en stoelgang efficiënter verloopt. Hierdoor bleef er veel energie over voor lichamelijke groei.
Overige theorieën
Niet alle wetenschappers zijn het eens over de oorzaak van de enorme groei van de Titanoboa. Een studie die in 2009 is gedaan zou concluderen dat wanneer men dit wiskundige model hanteert, er tegenwoordig hagedissen moeten bestaan van tien meter. Omdat dit niet het geval is, kan hier mogelijk geen direct verband gelegd worden. Tevens denken sommige onderzoekers dat het reptiel bij dertig graden oververhit zou raken. Naast de Titanoboa bestonden er nog andere lange prehistorische slangen.
Een vergelijking met een andere prehistorische slang
De Titanoboa kon een gewicht bereiken van ongeveer 1.135 kilogram. Tevens is hij de grootste (en zwaarste) slang die ooit ontdekt is. Zelfs de 'Gigantophis' (een andere prehistorische slang), werd "slechts" rond de 10 meter lang. Hij kwam zo'n twintig miljoen jaar later voor in het gebied waar nu Noord-Afrika ligt en woog ongeveer een halve ton. De fossielen van deze slang werden eerder ontdekt dan de Titanoboa. De prehistorische slangen aten een grote hoeveelheid voedsel om te kunnen overleven.
Dieet
Ondanks zijn enorme verschijning en zijn enorme eetbehoefte was hij een piscivoor. Dit betekent dat hij grotendeels vis at om zichzelf van energie te voorzien. Naast vissen at hij onder andere krokodillen, vogels, zoogdieren en schildpadden. Onderzoekers hebben bewijs gevonden dat de Titanoboa de mogelijkheid had om de schilden van schildpadden te kunnen verbrijzelen. Dat de Titanoboa krokodillen at is te herleiden van het feit dat sommige hedendaagse slangen óók krokodillen eten. Eén van deze soorten is de groene anaconda. De Titanoboa was net als de anaconda een wurgslang. Door middel van verstikking zorgde hij ervoor dat hij zijn prooi kon doden. Hiernaast had hij een gebit met tanden die achteruit stonden. Hierdoor kon zijn prooi niet meer ontsnappen.