De Pelagornis sandersi, een enorme prehistorische vogel
De Pelagornis sandersi was een oervogel met gigantische afmetingen. De prehistorische roofvogel kon namelijk een spanwijdte van meer dan zeven meter bereiken. Dit is meer dan twee maal zo lang als de spanwijdte van de hedendaagse albatros, wat momenteel de grootste vogel op aarde is. Wetenschappers vermoeden dat hij warme luchtstromen gebruikte om te kunnen zweven. Deze indrukwekkende diersoort leefde tot drie miljoen jaar geleden en kwam overal op aarde voor. Het is echter onbekend om wat voor reden de diersoort in het Plioceen-tijdperk is uitgestorven.
Pelagornis sandersi
Fossielen en classificatie
Archeologen hebben over het algemeen moeite om prehistorische gevogelte te kunnen identificeren omdat de botten dunner zijn dan overige diersoorten. De eerste fossiele resten werden in 1983 gevonden. Deze vondst vond plaats in de Verenigde Staten, South-Carolina. Ongeveer dertig jaar later werd de prehistorische diersoort pas geclassificeerd. De oervogel kreeg de naam 'Pelagornis sandersi', wat een vernoeming is van de toenmalige museumbeheerder Albert Sanders. De enorme prehistorische roofvogel behoord tot de familie 'Pelogornithidae'. Dit zijn een groep prehistorische zeevogels die een enorme omvang konden bereiken en overal ter wereld te vinden waren. De Pelogornithidae zijn te herkennen aan de 'tanden' die in hun snavel te vinden zijn.
De leefperiode en leefomgeving van de Pelagornis sandersi
De Pelagornis leefde zo'n 25 tot 3 miljoen jaar geleden. Dit was een periode waarin de mammoet en sabeltandtijger nog in grote getale voorkwamen. Ondanks dat hij overal op de wereld te vinden was heeft hij de tand des tijds niet weten te doorstaan. De oermens is niet verantwoordelijk voor de verdwijning van deze diersoort. De eerste mensen kwamen namelijk pas zo'n 200.000 jaar geleden voor, wat ruim na het Plioceen-tijdperk is waarin hij leefde. Het is onbekend waarom de diersoort na tientallen miljoenen jaren uiteindelijk is uitgestorven.
De Pelagornis sandersi vergeleken met de Californische condor (links) en de grote albatros (rechts) /
Bron: Anaxibia, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)De afmetingen van de prehistorische reuzenvogel
Hij kon een spanwijdte van maximaal 7,40 meter bereiken (inclusief veren), waardoor een volwassen exemplaar tussen de 22 en 40 kilogram woog. Met dit formaat was hij de grootste vogel dat de wereld gekend heeft en zelfs twee keer zo groot als de grote albatros. Slechts pterosaurussen (reptielen die in de dinosaurustijd leefden) konden grotere afmetingen bereiken. Dit waren echter reptielen die miljoenen jaren eerder leefden. Deze konden maximaal een spanwijdte van 13 meter bereiken.
Warme luchtstromen
Wetenschappers hebben vermoedens dat hij ondanks zijn grote afmetingen kon vliegen zoals de meeste vogels. Dit hebben zij weten af te leiden aan de structuur van de botten, deze lijken namelijk geschikt te zijn voor het vliegen. Men heeft met behulp van computermodellen weten te bepalen dat hij zich zeer bewegelijk in het luchtruim kon afdalen. Waarschijnlijk zocht hij net als hedendaagse vogels(zoals de albatros en fregatvogel) de warme luchtstromen op om tijdelijk in de lucht te kunnen zweven. Onderzoekers denken zelfs dat hij zeer efficiënt hiervan gebruik kon maken omdat deze luchtstromen belangrijk moesten zijn voor bij het opstijgen. Het is echter onduidelijk hoe ver hij daadwerkelijk kon vliegen vanwege zijn enorme afmetingen en de daarbij horende gewicht.
Landen en opstijgen
Hij maakte hoogstwaarschijnlijk gebruik van hoge rotsen waar hij vanaf kon springen of maakte een aanloop om in de lucht te kunnen komen. Men denkt dat de prehistorische vogel echter niet vanuit het water kon vliegen of landen. Sommige hedendaagse vogels zoals de fregatvogels zijn eveneens niet capabel om vanuit het water het luchtruim te betreden.
De jacht
De prehistorische roofvogel had punten in zijn snavel die vergelijkbaar zijn met tanden. Zijn tanden had echter geen wortel of glazuurlaag zoals mensen maar waren hoogstwaarschijnlijk bedekt met hetzelfde weefsel als zijn snavel. Tevens werden deze tanden niet vervangen. Wetenschappers vermoeden dat hij zijn zaag-achtige tanden gebruikte bij het jagen. Waarschijnlijk vloog hij laag over de oceaan om hier zijn prooidieren te vangen; voornamelijk vis en inktvis.
De Argentavis magnificens
Voordat archeologen de Pelagornis sandersi hadden ontdekt dacht men dat de 'Argentavis magnificens' de grootste vogelsoort was die ooit bestaan heeft. Het was een prehistorische vogel uit Argentinië die het uiterlijk van een condor had. Zijn spanwijdte was ruim een meter korter.