Het belang van de rechterhersenhelft voor ons taalvermogen
Jaren geleden werd gedacht dat het taalvermogen bij mensen in één gebied in de hersenen gelokaliseerd was. Voor rechtshandigen bevond het taalgebied zich in de linkerhersenhelft. Wanneer iemand, bijvoorbeeld als gevolg van een ongeluk of een beroerte, alleen in de rechterhersenhelft een beschadiging had opgelopen, was men blij dat het taalvermogen gespaard was. Echter, er bleek toch wel iets vreemds uit te zijn voortgekomen. De persoon kon perfecte zinnen produceren en begreep net zoveel woorden als vroeger, maar zijn vermogen om humor en beeldspraak te snappen was verdwenen. Dit heeft neurolinguïsten er toe gezet meer onderzoek te doen en wat bleek? Een zeer belangrijke aspect van het taalvermogen, namelijk het herkennen van relaties tussen woorden, gebeurt in de rechter hersenhelft.
Taal in de linker- en rechterhersenhelft
Negentiende eeuw: alle taal aan de linkerkant
Al in de tweede helft van de negentiende eeuw was het belang van de linkerhersenhelft voor taal ontdekt. Hier ligt namelijk het
gebied van Broca, waar de grammaticaregels opgeslagen liggen, samen met de uitspraak van woorden. Ook bevindt het
gebied van Wernicke zich in de linkerhersenhelft. Hier liggen veel zaken met betrekking tot betekenissen opgeslagen. Een correcte zin produceren kan daarom in principe geheel via de linkerhersenhelft. Het is dus geen wonder dat men geloofde dat de linkerhersenhelft het volledige taalvermogen bevatte.
Twintigste eeuw: taal in de rechterhersenhelft
Pas aan het einde van de twintigste eeuw, rond het jaar 1980, werd het belang van de rechterhersenhelft in de taal ontdekt. Naast de theoretische taalkennis aan de linkerkant, bleken andere belangrijke vaardigheden op communicatiegebied zich aan de rechterkant te bevinden. In de rechterhelft van de hersenen worden voornamelijk woorden en betekenissen geactiveerd die gerelateerd zijn aan dat wat gelezen of gehoord wordt. Deze activatie is essentieel voor het leggen van associaties en voor het begrijpen van woordgrappen en beeldspraak.
Actieve woorden in de hersenen
Activatie van woorden in de hersenen houdt in dat jij als mens, vaak onbewust, denkt aan het woord ‘kat’ bij het horen van ‘hond’. Deze woorden zijn semantisch gerelateerd, oftewel ze zijn gerelateerd wat betreft betekenis. Het zijn immers allebei veelvoorkomende huisdieren. Het woord dat je hoort, wordt verwerkt in de linkerhersenhelft. De rechterhersenhelft komt echter ook direct in werking. Deze zorgt ervoor dat alle gerelateerde woorden geactiveerd worden. Niet alleen semantisch gerelateerde woorden, maar ook woorden die gerelateerd zijn qua klank worden geactiveerd. Bijvoorbeeld het woord ‘wafel’ wanneer jij het woord ‘tafel’ hoort. Neurolinguïstisch onderzoek wijst erop dat de rechterhersenhelft bij gezonde mensen alle gerelateerde woorden activeert die de persoon kent.
Hoe weten we dat alle woordbetekenissen actief zijn?
Experimenten met lexical decision
De kennis van de woordactivatie in de hersenen is onder andere verkregen door experimenten met
lexical decision tasks. Bij een lexical decision task krijgt een proefpersoon een groot aantal woorden één voor één te zien of te horen. Hij moet zo snel mogelijk na het verschijnen van het woord aangeven of dit een bestaand of een niet-bestaand woord is. Hierbij worden de milliseconden gemeten die de persoon erover doet om deze ‘lexicale keuze’ te maken. Bij deze taak kan de onderzoeker woorden
primen. Dit houdt in dat woorden met opzet actief worden gemaakt in de hersenen van de proefpersoon. Een woord dat geactiveerd is in de hersenen wordt veel sneller herkend als bestaand woord, dan een woord dat niet actief is.
In theorie klinkt het misschien wat vaag, daarom volgt hier een voorbeeld van hoe het in de praktijk kan worden toegepast. De proefpersoon krijgt de volgende reeks aangeboden:
pruol – tafel – duif – aardappel – stoel – nitera – kerstbal
De eerste vier woorden zullen ongeveer gelijk zijn in het aantal milliseconden dat de persoon nodig heeft om te kiezen of het woord bestaat. Het woord ‘stoel’ zal echter veel sneller worden herkend. Dit komt omdat het voorafgaande ‘tafel’ ervoor had gezorgd dat ‘stoel’ actief werd. ‘Tafel’ was dus de
prime voor ‘stoel’.
Activatie van alle betekenissen bij ambiguïteit
Een ambigu woord is een woord met meerdere betekenissen. Voorbeelden zijn ‘ezel’, ‘blik’ en ‘bank’. Wanneer er sprake is van een ambigu woord, worden alle betekenissen van het woord geactiveerd, zelfs als het al duidelijk is welke betekenis relevant is en welke niet. Ook deze activatie kan worden onderzocht door middel van
primed lexical decision tasks. De proefpersoon krijgt bijvoorbeeld eerst een zinnetje te lezen of te horen:
“het jongetje brengt zijn spaargeld naar de bank”
Daarna voert de proefpersoon een lexical decision task uit. Krijgt hij hierbij het woord ‘meubel’ aangeboden, dan zal hij dit snel herkennen. ‘Meubel’ is gerelateerd aan ‘bank’, dus al werd deze betekenis niet bedoeld in de prime-zin, toch is deze geactiveerd in de hersenen.
Noodzaak van de rechterhersenhelft bij grappen en dagelijkse gesprekken
Zoals eerder genoemd, gebeurt de activatie van gerelateerde woorden en betekenissen in de rechterhersenhelft. Deze hersenhelft zorgt ervoor dat het zinnetje over het jongetje en zijn spaargeld zowel ‘stoel’, ‘meubel’, en dergelijke woorden activeert, als ‘economie’ en ‘rekening’. Mensen die een hersenbeschadiging hebben opgelopen aan de rechterhersenhelft, zijn dan ook minder goed of helemaal niet in staat om zulke globale relaties tussen woorden te zien. Dit maakt dat bepaalde soorten humor waarschijnlijk niet door deze personen begrepen zullen worden.
Slechte verwerking van woordgrappen
De krantenkop
“Medicijnen ingenomen door douane” wordt door de meeste mensen waarschijnlijk grappig gevonden vanwege de twee betekenissen. De douane neemt blijkbaar medicijnen in beslag, maar je leest het alsof de douane de medicijnen zelf heeft geslikt. Dit komt omdat het woord ‘innemen’ zorgt dat beide betekenissen in de rechterhersenhelft worden geactiveerd. Iemand met een beschadiging in een taalgebied in de rechterhersenhelft begrijpt dergelijke woordspelingen over het algemeen niet, omdat je verschillende woordbetekenissen paraat moet hebben. Deze mensen vatten alles dan ook letterlijk op.
Moeilijkheden bij beeldspraak
Hierdoor ontstaan ook problemen met het begrijpen van beeldspraak. Bijvoorbeeld de uitdrukking “iemand de grond in boren” kan problemen opleveren als het letterlijk wordt opgevat. Dit letterlijke taalbegrip kan ook voor moeilijkheden zorgen in dagelijkse gesprekken. Een standaard manier van het vragen om een pak melk kan zijn: “kun je me dat pak melk aangeven”. Iemand met een beschadigde rechterhersenhelft kan dit opvatten als vraag:
ben jij motorisch in staat om mij dat pak melk aan te geven? en kan dan antwoorden: “Ja hoor.” Hetzelfde geldt voor de opmerking: “wat is het hier koud”. De spreker hoopt dat de andere persoon het raam dicht zal doen of de verwarming aandoet. Het antwoord kan echter zijn: “Ja, het is erg koud”, zonder verdere acties.
Conclusie: beide hersenhelften zijn van groot belang voor de communicatie
Vroeger, tientallen jaren geleden, werd gedacht dat de hersenen één taalgebied hadden, maar het is inmiddels duidelijk dat er verschillende taalgebieden zijn met allemaal hun eigen deelfunctie. Je hebt dus in principe beide hersenhelften nodig om op de juiste manier te communiceren met andere mensen. Met een beschadigde linkerhersenhelft kun je problemen hebben met grammatica, uitspraak of het begrip van letterlijke betekenissen. Een aandoening aan de rechterhelft van de hersenen kan echter leiden tot een gebrek aan associaties en woordactivatie, met als gevolg een te letterlijk begrip van taal.