De muziekweg in het brein bij het luisteren naar muziek

De muziekweg bij het luisteren naar muziek
De weg die muziekgeluid in de hersenen volgt, gaat via hersenstofjes en neuronenbanen naar verschillende hersengebiedjes. Ieder hersengebiedje heeft een eigen functie en bepaalt mede hoe muziek wordt waargenomen. Vanwege de overzichtelijkheid kan luisteren naar muziek verdeeld worden in een globale en een meer specifieke weg. De specifieke weg betreft vooral het geconcentreerd luisteren naar muziek.
Langs vijf kenmerkende hersengebiedjes gaat muziekgeluid:
[OLIST]via het oor gaat het naar de auditieve cortex (gehoorschors) en vervolgens naar
de thalamus, hier vindt een selectie van prikkels plaats waarna geselecteerde prikkels worden doorgegeven naar o.a.
de amygdala, hier kunnen emoties worden toegevoegd als o.a. angst en agressie. Bij plezierige emoties wordt een ander hersengebied in werking gezet namelijk:
de ventrale tegmentale area, dat ervoor zorgt dat het stofje dopamine wordt aangemaakt. Via neuronenbanen wordt de dopamine vervolgens vervoerd naar
de nucleus accumbus, het gebiedje dat zorgt voor een prettig, belonend gevoel.[/OLIST]

Bij aandachtig luisteren naar muziek worden meerdere hersengebieden gestimuleerd. In de literatuur worden de meest beschreven hersengebieden nu weergegeven: de prefrontale cortex met verschillende subgebiedjes, het langetermijngeheugen met de hippocampus en de somato-sensorische en motorische hersengebieden.
Prefrontale cortex
De prefrontale cortex bevindt zich aan de voorkant van de hersenen. In dit hersengebied bevinden zich het concentratievermogen, waardoor geconcentreerd naar muziek kan worden geluisterd, en het oordeelsvermogen, waardoor kan worden beoordeeld of muziek die wordt gehoord mooi of niet mooi wordt gevonden. Het orbitofrontale hersengebied, een onderdeel van het prefrontale, speelt een rol bij de beslissing of iets mooi of niet mooi wordt gevonden. Het werkgeheugen bewerkt muziek waardoor men wordt geraakt zodat het wordt opgeslagen.
Langetermijngeheugen en hippocampus
Muziek die wordt beoordeeld als mooi of lelijk kan op een of andere wijze emotie opwekken. Bijvoorbeeld een gebeurtenis (verliefdheid, overlijden) die met de muziek is geassocieerd kan ervoor zorgen dat bepaalde muziek in het geheugen blijft. Het wordt voor langere tijd opgeslagen in een, aan de rechterkant gelegen, hersenschorsgebied dat even voorbij de hippocampus ligt. Dit wordt het langetermijngeheugen genoemd. De hippocampus zorgt voor het ordenen, zodat het goed in dit geheugen wordt geplaatst. Of men nu wil of niet, zowel goede en slechte muziek kan op deze wijze in het geheugen blijven zitten. Als later de muziek weer wordt gehoord of als er weer wordt gedacht aan de geassocieerde gebeurtenis dan komt de herinnering weer, volgens dezelfde weg, terug in het werkgeheugen en ook de bijbehorende gevoelens komen weer naar boven.
Somato-sensorisch gebied en motorisch gebied
Soms kan men het niet nalaten om op muziek mee te bewegen. Muziek nodigt dan uit om mee klappen, ritmisch mee te tikken of te gaan dansen. Het gebied van de hersenen dat dan in werking wordt gezet is het somato-sensorisch gebied. Hier worden door muziek veroorzaakte lichamelijke sensaties ervaren. Sommige muziek kan rillingen veroorzaken omdat het bepaalde emoties oproept. Het somato-sensorisch gebied ligt tegen het motorisch gebied aan en dat is het gebied dat onze handen, bewegen stuurt. Ook kan worden meegezongen of meegeneuried. Wordt de tekst meegezongen dan wordt ook het hersengebied dat taal voortbrengt geactiveerd.

Als we de verschillende hersengebiedjes en verbindingen ertussen bekijken, die bij muziek een rol spelen, dan blijken veel hersengebieden actief te zijn. De verbindingen, die via neuronenbanen gaan en door hersenstofjes worden overgebracht, lijken lineair te verlopen. Hoewel dit bij de beschrijving vanwege de overzichtelijkheid verduidelijkend kan werken, verlopen de verbindingen in werkelijkheid lang niet altijd niet lineair.
Bijzondere hersengebieden die bij muziek een rol spelen
De rechterhersenhelft blijkt bij muziek vooral actief te zijn. Maar ook de linkerhelft blijkt een belangrijke rol te spelen. Vooral specifieke taalcentra, die in de linkerhersenhelft liggen worden geactiveerd. Het betreft de centra Wernicke en Broca (genoemd naar de ontdekkers). Het centrum van Wernicke zorgt voor het begrijpen van taal en het centrum van Broca voor het uiten van taal, wat bijvoorbeeld voorkomt bij zingen waarbij van taal gebruik wordt gemaakt. Bij klassiek getrainde musici blijken deze gebieden in het bijzonder bij improvisaties actief te zijn. Actieve musici maken, als ze noten lezen, ook gebruik van het visuele hersengebied dat aan de achterkant van de hersenen ligt.