Communicatietechnieken NLP
NLP kent diverse basismodellen van waaruit communicatie bekeken en uitgevoerd kan worden. Drie belangrijke communicatietechnieken binnen nlp zijn rapport, het metamodel en het Milton-model. In onderstaand artikel worden deze drie communicatietechnieken kort besproken.
Rapport
Om in het communicatie-circuit binnen te komen is rapport creeren van essentieel belang. Hierdoor breng je een sfeer van wederzijds vertrouwen en wederzijdse betrokkenheid tot stand, waardoor mensen zich op hun gemak voelen en vrijuit kunnen reageren. De belangrijkste parameters bij het creeren van rapport zijn:
- de woorden die men gebruikt
- de manier waarop men iets zegt
- de lichaamstaal
Men creëert rapport door deze parameters te kopiëren van de cliënt zonder hierbij als een soort papegaai te werk te gaan. Bij al deze parameters is het onder andere van belang om het belangrijkste zintuig van de ander in een bepaald gesprek te ontdekken en vervolgens dezelfde taal/ hetzelfde zintuig te kiezen en te gebruiken in je eigen communicatie naar de ander toe.
We gaan ervan uit dat de woorden die je gebruikt de inhoud van de boodschap bepalen en dat de manier waarop je iets zegt en de lichaamstaal die je daarbij gebruikt de context vormen van de boodschap. Samen bepalen zij de betekenis van de communicatie. Hierbij spelen zij ieder in hun eigen verhouding een rol; de woorden die je gebruikt 7%, de manier waarop je iets zegt 38%, en de lichaamstaal die je daarbij gebruikt 55%.
Door wat we zeggen, de woorden die we gebruiken, kunnen we dus rapport creëren, maar dit behelst slechts 7% van de communicatie. 38% van de betekenis van de communicatie wordt bepaald door de manier waarop je iets zegt. Hieronder wordt de intonatie, spreeksnelheid, volume en het spraakritme verstaan. De overige 55% is afhankelijk van de lichaamstaal. Het kopiëren van de fysiologie van de ander is dus het belangrijkste onderdeel bij het creëren van rapport.
Aan je vermogen om rapport te vestigen zijn slechts twee grenzen. Ten eerste de mate waarin je deze parameters bij de ander kunt waarnemen en ten tweede de vaardigheid waarmee je deze geconstateerde parameters vervolgens in kunt voegen in je eigen communicatie.
Metamodel
Binnen nlp wordt ervan uitgegaan dat je met de taal, de snelheid, de afwisseling en de gevoeligheid van ons denken nooit helemaal kunt uitdrukken, maar slechts kunt benaderen. Een spreker heeft een compleet patroon in zijn hoofd van wat hij wil zeggen, door linguïsten wordt dit de ‘dieptestructuur’ genoemd. Van deze dieptestructuur is men zich niet bewust. Om je te kunnen uitdrukken moet je deze dieptestructuur inkorten. Dit gebeurt door dingen weg te laten, te generaliseren en te vertekenen. Wat we op basis van deze ingekorte dieptestructuur daadwerkelijk zeggen wordt de ‘oppervlaktestructuur’ genoemd. Het metamodel bestaat uit een reeks vragen die tot doel hebben deze drie universele cognitieve processen waarmee we ons wereldbeeld opbouwen en in stand houden, namelijk de weglatingen, generalisaties en de vertekeningen terug te vinden en te ontrafelen. De vooronderstelling hierachter is dat ieder mens een ander model van de wereld creëert en dat je niet bij voorbaat al moet aannemen dat je weet wat de woorden die de ander gebruikt betekenen. Je zou dus door middel van een reeks vragen moeten proberen erachter te komen welke betekenis mensen toekennen aan de woorden die zij gebruiken.
Enkele voor beelden hiervan zijn:
Ongespecificeerde werkwoorden
Een voorbeeld hiervan is: 'ik heb hem geholpen.', zonder dat daar een bijzin aan wordt toegevoegd waarin staat, hoe hij bijvoorbeeld geholpen heeft. Deze ongespecificeerde werkwoorden kunnen verduidelijkt worden door te vragen: 'Hoe ging dat precies in zijn werk?'.
Vergelijkingen
Een voorbeeld hiervan is : 'Dixan wast witter', de vraag is echter vergeleken waarmee. Deze vergelijkingen kunnen verduidelijkt worden door te vragen: 'Vergeleken met wie/wat...?'.
Modale operatoren van noodzaak
Een voorbeeld hiervan is: 'je moet voor het eten je handen wassen', de vraag is echter wat er zou gebeuren als je dat niet deed. Deze modale operatoren van noodzaak kunnen verduidelijkt worden door te vragen: 'Wat zou er gebeuren als je het wel/niet deed?'.
Het metamodel herstelt door dergelijke vragen dus de verbinding tussen de diepte- en de oppervlaktestructuur, tussen de taal en de ervaring.
Milton-model
Het Milton-model is gebaseerd op een model van Milton H. Erickson. Het is een communicatietechniek zoals hij die veelvuldig gebruikte bij zijn cliënten. Het Milton-model is het tegengestelde van de exactheid van het metamodel en dient als een aanvulling daarop. Het is een methode om zinnen dusdanig te construeren dat ze bol staan van de weglatingen, generalisaties en vertekeningen. De cliënt moet hierdoor zelf de details invullen, en vanuit zijn eigen ervaring actief zoeken naar de betekenis van wat hij hoort. Het Milton-model biedt hiermee dus de mogelijkheid om innerlijke processen, in de dieptestructuur, bij de ander op gang te brengen zonder ze inhoudelijk te sturen. Het maakt hiervoor gebruik van vage, algemene uitspraken, terwijl de eigenlijke boodschappen bewust als vooronderstelling achter de uitspraken worden geplaatst.
De werking van dit model is gebaseerd op de werking van de hersenen. In de linker hersenhelft worden taaluitingen op analytische, rationele wijze verwerkt. In de rechter hersenhelft wordt de informatie daarentegen op een holistische en intuïtieve wijze verwerkt. Door nu de linker hersenhelft te overladen met informatie, die dusdanig vaag en algemeen is dat dit moeilijk op analytische, rationele wijze te verwerken valt, wordt de rechter hersenhelft aangesproken. Van deze taakverdeling tussen de beide hersenhelften is sprake bij meer dan negentig procent van de mensen, bij de overige tien procent is het precies andersom.
De wijze van taalgebruik zoals gebruikt binnen het Milton-model heeft dus ten eerste tot doel om de bewuste geest af te leiden door deze op iets anders te richten. Ten tweede kan met behulp van het Milton-model het wereldmodel van de betrokken persoon duidelijker in kaart gebracht worden. Ten derde kan men door gebruik te maken van deze communicatietechniek de cliënt helpen om toegang te krijgen tot zijn hulpbronnen binnen zijn onbewuste.