Geld: afspreken is goud
Geld is niet eenvoudig. Dat blijkt niet alleen als je er veel of juist te weinig van hebt, maar ook wanneer in meer algemene zin afgevraagd wordt wat geld eigenlijk is en op welke manieren geld een rol in het leven van mensen speelt. In dit artikel wordt ingegaan op twee mogelijke antwoorden op de vraag wat geld is: het standaardverhaal waarin geld zelf waardevol is en het andere verhaal waarin geld waardeloos is. We zullen aannemelijk proberen te maken dat het andere verhaal het beste is.
Het standaardverhaal
Verplaatsen we ons naar het begin der mensheid, of, liever nog, naar ietsje later, naar de tijd dat mensen zich begonnen te specialiseren, naar de tijd bijvoorbeeld dat er jagers en boeren waren. Om het zo simple mogelijk te houden: jagers zorgden voor vlees, boeren voor groenten. Een meer ingewikkelde situatie is niet nodig om het standaardverhaal over geld van de grond te krijgen.
Het probleem
Het prangende probleem is hoe de jagers aan groenten komen en de boeren aan vlees. Wat is er logischer dan de goederen gewoon te ruilen? Niets natuurlijk, behalve dan dat het niet gaat. De boer is afhankelijk van de seizoenen en kan groenten pas na de oogst leveren. De jager heeft dat probleem veel minder, want vlees is altijd wel ergens te vinden. Geld biedt een uitweg. Als de jager uit eerdere transacties wat verdiend heeft, dan hoeft hij het alleen maar te bewaren om zijn groenten te kunnen kopen zodra de boer zijn oogst binnen heeft. Wat de materiële vorm van het geld is, doet niet zo terzake. Schelpen, goudklompen, zilverbrokken, zoutkorrels, ze kunnen allemaal de rol van geld vervullen. Belangrijk is wel dat het geld een eigen waarde heeft. Korrels zand zijn geen goed betaalmiddel omdat iedereen met het grootste gemak zijn zakken met zand kan vullen. Zakken met aardappelen voldoen ook niet, want aardappels rotten. Het geld zelf moet waardevol zijn, dus schaars, en waardevast. Goud voldoet aan deze eis.
Geld vergemakkelijkt de ruilhandel. Het biedt een eenheid van waarde en tegelijk de mogelijkheid om die waarde voor langere tijd te bewaren. Een goed stuk vlees kan 10 goudklompjes waard zijn en een krop verse sla een enkel goudklompje. Hoe dan ook, op elk moment kan er een transactie plaatsvinden. Daar ligt de start van het standaardverhaal. De hele geschiedenis van het geld- en bankwezen laat zich uit deze situatie afleiden.
De financiële geschiedenis in het standaardverhaal
Als de materiële vorm van geld praktisch in het gebruik is, dan kun je het thuis (of in een grot) bewaren. Dat betekent dat een jager alvast zijn vlees kan verkopen om daarna rustig het moment af te wachten dat de boeren hun groenten oogsten. Maar al dat geld in huis (of grot) is niet zo veilig. Dieven zijn er altijd geweest. Net zoals slordige mensen die klompjes goud om de haverklap uit hun berenvellen of broekzakken laten vallen. Daarom zijn er banken ontstaan waar het geld veilig opgeborgen kon worden en op elk gewenst moment weer opgehaald kon worden. Dat spaargedrag werd in de loop der eeuwen de norm. Geld bewaarde men niet thuis, men zette het op de bank.
De handel in geld
Bankiers zijn in de regel geen domme mensen en zagen dat ze op deze manier veel geld in hun kluizen hadden staan. Het komt eigenlijk nooit voor dat iedereen op elk moment al zijn geld weer ophaalt. Er ligt een hoop geld niks te doen. Dat is zonde. De bankiers besloten het spaargeld te gebruiken door het, als het ware even tussendoor, uit te lenen. Tegen een rente natuurlijk. Als dat slim gedaan werd dan konden ze de spaarders steeds geven wat ze terugvroegen en toch genieten van de extra rente op het uitgeleende geld. Zo ontstond het krediet en de tegenhanger ervan: de schuld. Het krediet kreeg men direct van de bank bij een lening. Tegelijk ontstond een schuld omdat het krediet, met rente uiteraard, terugbetaald moest worden. De taak die de banken hadden was ervoor te zorgen dat er genoeg geld (zeg goud) in de kasten achterbleef en, uiteraard, dat de leningen op tijd werden terugbetaald.
Omdat het belangrijk is dat een bank veel geld in kas heeft, voor het geval er veel mensen zijn die hun geld plotseling terughalen, maken ze het de spaarders aantrekkelijk om het geld aan hun te geven. Daarom krijgen spaarders rente. Natuurlijk ietsje minder dan de rente waartegen de bank het geld uitleent, maar toch. In plaats van te betalen voor de zorg die de banken besteden aan geld, kreeg men zelfs geld terug.
Omdat bankiers goede boekhouders zijn, werd al het geld geregistreerd. Hoeveel geld kregen we wanneer van wie en hoeveel mag iemand nog opnemen. De beantwoording van dat type vragen veronderstelde een goede boekhouding. Het maakte het ook mogelijk om kredieten en schulden tegen elkaar weg te strepen. De bedragen op de rekeningen van de banken konden bij elkaar opgeteld of van elkaar afgetrokken worden, zonder dat er sprake was van een uitwisseling van echt geld. De bank zorgde er ook voor dat de getallen op de rekeningen klopten, waardoor materieel geld steeds minder nodig was. Het was gewoon een kwestie van het up-to-date houden van de bedragen op de rekeningen. Overschrijven was het nieuwe betalen.
De kern van het standaardverhaal
De kern van dit verhaal is dat er eerst geld was om de handel mogelijk te maken, en dat pas daarna, als een soort innovatie van het geldwezen, de banken en de geldhandel ontstonden. De talloze innovaties in de financiële sector zijn slechts, zij het vaak behoorlijk ingewikkelde, stappen in de overgang van geld naar krediet en schuld. Deze handel is daarbij gebouwd op de rots van het goud (dan wel zilver, zout of schelpen). Goud is waardevol geld. Hiermee is in het standaardverhaal het geld en het geldwezen in grote lijnen gedefinieerd.
Een ander verhaal
Het standaardverhaal is een mooi verhaal. Maar of het klopt is zeer twijfelachtig. Met een beetje gezond verstand zijn er eenvoudig gaten in te schieten. Ook de historische gegevens over geld en het gebruik van geld, leiden tot vrij ernstige twijfels over de juistheid van het standaardverhaal. De kern, van het standaardverhaal is dat het geld zelf waardevol moet zijn. Geld is goud. Maar moet geld zelf wel een waarde hebben?
Afspraken als geld
Gaan we weer terug naar de boer en de jager. Op de keper beschouwd konden deze twee mensen handel drijven zonder geld te gebruiken. Het enige dat nodig was, was dat wanneer de boer een stuk vlees koopt hij tegelijk de belofte afgaf om zodra de groenten binnen waren het aan de jager te geven. Niet goud is hier het geld, maar de afspraak!
De transactie is het aangaan van een schuld. De jager betaalt op een bepaald moment, maar krijgt zijn groenten pas later. Het aangaan van een schuld is nodig omdat niet alle goederen op hetzelfde moment beschikbaar zijn. De tijd speelt een belangrijke rol. Alleen een soort contract kan je beschermen tegen de willekeur van de tijd, om van de willekeur van de schuldenaar nog maar niet te spreken. Geld is geen goud. Geld is een contract, een schuld dus, of vanuit het perspectief van de jager bekeken, een krediet. De een zijn schuld is immers de ander zijn krediet.
De financiële geschiedenis in het andere verhaal
Een belangrijk punt voor de verdere ontwikkeling van het geldwezen is dat de jager nu een belofte van de boer te pakken heeft en daarmee bij andere partijen iets kan kopen op basis van de schuld. Stel hij gaat naar een smid om een zwaard te kopen. Hij zal dan het geld dat hij nog van de boer krijgt of een deel ervan kunnen doorschuiven naar de smid. De boer zal na de oogst geld moeten betalen aan de smid en wellicht ook nog een deel aan de jager. Met schulden moet je kunnen rekenen. Dat is een prima taak voor banken. Ook dit in andere verhaal is er wel een eenheid van waarde nodig. Geld is niet alleen een contract, het is ook een rekenmethode. Net als in het standaardverhaal schaalt het geld alle verhandelbare goederen op een enkele waardeschaal.
Het is niet zo moeilijk voor te stellen dat zo een heel web van schulden kan ontstaan. Dat gaat alleen werken als er een waterdichte registratie is van alle aangegane schulden en die wordt verzorgd door de banken. De wereld is dan ineens vol met schuldenaars en schuldeisers, of, om het in moderne termen te zeggen, met debiteurs en crediteurs.
Historische bewijzen voor het andere verhaal
Geld, in dit andere verhaal, is een bewijs van schuld of, vanuit een ander perspectief, een bewijs dat men recht heeft op geld. Wil het werken, dan moet er, zoals gezegd, een uitvoerige boekhouding bestaan. Het hele systeem van krediet en schuld staat en valt bij het nakomen van afspraken. Een straffende macht is vanzelfsprekend ook nodig om te zorgen dat schuldenaren aan hun plichten voldoen. Wanneer geld gelijk is aan goud, dan zou zo'n systeem niet hoeven te bestaan.
Welnu, al in de oudste beschavingen, zoals de Sumerische, zijn vrachtwagens vol kleitabletten gevonden waarin schulden en kredieten geregistreerd staan. Die kleitabletten werden niet her en der door het land gevonden, maar concentreerden zich vaak op enkele plaatsen: de banken van die dagen, al zullen ze anders geheten hebben. Die banken hielden dus een centrale boekhouding bij. Niet alleen om de rechten en plichten van schuldenaars en schuldeisers vast te leggen, maar ook om zulke zaken als netto schulden uit te rekenen. Dit is ook de kern van ons modern financieel systeem. In de paar duizend jaar sinds de kleitabletten is er in dit opzicht niets veranderd.
Geldschepping en geldvernietiging
In het standaardverhaal bestaat er iets waardevols, bijvoorbeeld goud, dat wordt gebruikt voor de handel. In het andere verhaal bestaat er in het begin helemaal niets. Pas als er een afspraak gemaakt wordt tussen een schuldeiser en een schuldenaar bestaat het geld. Niet in de vorm van goud, maar in de vorm van afspraak, een contract. Wordt de schuld weer ingelost, dan houdt het geld ook logischerwijs op te bestaan. Het andere verhaal is dus een saga van geldschepping en de gelddestructie. Het stelt dat krediet en schuld niet zijn ontstaan als gevolg van het bestaan van goud als betaalmiddel, maar dat schuld en krediet de essentie van het betalen zelf zijn. De geschiedenis lijkt dit verhaal te bevestigen.
Schuld en krediet zijn nog steeds de kern van ons moderne bankwezen. Op het moment dat je geld van de bank leent, voor een auto, hypotheek of voor het starten van een eigen bedrijf, dan geeft de bank je direct geld en je hebt de plicht het op een gegeven moment weer terug te betalen. Het moment van lening is niets anders dan de creatie van geld. De bank gebruikt niet het spaargeld van anderen om je geld te geven, ze creëert het, precies zoals de jager en de boer uit ons verhaal het geld creëerden. Dat geld is een contract. Niets meer en minder. Het goud uit het standaardverhaal is nu vervangen door een afspraak. Inderdaad, afspreken speelt in het andere verhaal de rol die het goud speelt in het standaardverhaal.
Epiloog
Goud is een waardevast goed
Het andere verhaal is waarschijnlijk het juiste verhaal. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat schaarse goederen als goud geen rol meer spelen. De rol die het heeft is volstrekt vergelijkbaar met andere goederen. Goud heeft een waarde en door zijn schaarste zal het die waarde in de regel ook behouden. Dat verklaart mede waarom men zo lang heeft vastgehouden aan de gouden standaard. Geld immers kan waardeloos worden als de contracten tussen schuldenaars en schuldeisers systematisch verbroken worden, maar het goud blijft waardevol, hoeveel beloftes men ook breekt. Het verklaart ook dat in tijden van crisis grote organisaties (zoals overheden) nogal eens de neiging hebben om weer grote hoeveelheden goud op te kopen. Dat is niet omdat goud gelijk staat aan geld. Dat is omdat goud zelf een zeer waardevast goed is.
Geld en discipline
Een zeer belangrijk aspect van het andere verhaal betreft de disciplinerende werking van geld op mens en maatschappij. Geld staat gelijk aan het maken en het nakomen van afspraken. Het hoeft geen verwondering te wekken dat er dan er allerhande instanties (koningen en regeringen bijvoorbeeld) er straf op toezien dat gemaakte afspraken worden nagekomen. Zeker wanneer de schulden ten goede komen aan deze machten. Financiële discipline is verplicht en behoort tot de mores van elke geavanceerde maatschappij. In vroeger dagen was men daar overigens wat gemakkelijker in dan nu. In de Sumerische tijd bijvoorbeeld werd eens in de zoveel jaar aan iedereen zijn schulden kwijtgescholden, terwijl daar tegenwoordig hoogstzelden sprake van is. Integendeel: als iemand niet betaalt, dan staan incassobureau's en dergelijk klaar om het geld te halen. Het handhaven van de financiële discipline is een van de belangrijkste taken van een moderne overheid.
Adam en Eva
Het oude Bijbelverhaal over het paradijs en de verdrijving daaruit geeft een aardige kijk op de kern van ons moderne bestaan. In het paradijs, waar alles direct beschikbaar was, was geld even overbodig als een schemerlamp op een zonovergoten strand. Werken was wel een beetje nodig, want je moest per slot van rekening toch zelf de appels uit de bomen plukken. Het is juist het maken van afspraken en het nakomen ervan, oftewel de cyclus van afspreken en aanspreken, dat ons van het paradijs scheidt. Het is uiteraard ook precies die cyclus die onze moderne beschaving mogelijk maakt. In het paradijs was er geen Facebook, om maar wat te noemen.
Of dat een reden is om weer terug te gaan naar het paradijs, dat is een kwestie die ik graag aan de lezer overlaat.
Lees verder