De eeuw van Azië en de economische opkomst van Azië
De meeste Aziatische landen hebben de kredietcrisis beter doorstaan dan Europa en de Verenigde Staten. In de vorige eeuw werd de opkomst van Azië al aangekondigd met de slogan"The Pacific Century". De Azië-crisis gooide roet in het eten, maar blijkbaar hebben veel Aziatische landen daarvan geleerd. Een grotere interne economie heeft daarnaast een betere stabiliteit opgeleverd. Maar voor een duurzame economie moeten nog wat stappen worden gezet, hoewel een land als China daar aan werkt.
De terugkeer van Azië
Tot 1820 waren China en India de twee grootste economische machten in de wereld. Daarna liet met name Groot-Brittannië zich in beide landen flink gelden. De Britten bouwden een immens rijk op met "footholds" in British India (Bangladesh, Burma, India en Pakistan), Hong Kong, Shanghai, Maleisië en Singapore. Eigenlijk kon alleen Nederland nog tegenwicht bieden in Nederlands-Indië. Met de onafhankelijkheid van India na de Tweede Wereldoorlog (1947) en de onafhankelikheid van Maleisië en Singapore zo'n 10 jaar later, kwam er definiteif een einde aan deze overheersing op 1 juli 1997 met de overdracht van Hong Kong. Deze overdracht viel, toevallig of niet, samen met het begin van de Azië-crisis in Thailand.
China, India, Hong Kong en Singapore
De angst van een monddood Hong Kong onder de vleugels van China is niet bewaarheid. Ook is de voormalige stadsstaat niet overvleugeld door Shanghai. De Chinese economie is inmiddels zo groot geworden dat er ruimte is voor minstens twee financiële handelssteden. Tussen 1962 en 2004 was Rotterdam de grootste haven ter wereld. Maar sindsdien zijn de Rotterdammers voorbijgestreefd door de nieuwe nummers 1 en 2, respectievelijk Shanghai en Singapore. De wereldhandel weliswaar heeft ernstig te lijden onder de kredietcrisis, maar in China en India is de groei nauwelijks ingezakt. Singapore liet na vier kwartalen krimp vanaf het tweede kwartaal van 2009 al weer groei zien.
Drie van de grootste economieën ter wereld liggen in Azië
Volgens het bekende BRIC-rapport van Goldman Sachs zullen tegen 2050 China, India, Japan en de Verenigde Staten de vier grootste economieën ter wereld zijn. Nog steeds is er dus een grote rol weggelegd voor de Verenigde Staten, maar er staat geen enkel Europees land bij En met drie van de grootste economieën ter wereld is er een stevige rol weggelegd voor Azië. Dat wordt ook gereflecteerd in de grotere rol die de G20 in de wereldeconomie speelt sinds het uitbreken van de kredietcrisis. Een enorme verschuiving ten opzichte van de afgelopen 200 jaar wereldgeschiedenis. China en Japan zijn en blijven belangrijke handelspartners voor de Verenigde Staten. Datzelfde geldt voor de olieproducerende landen. Ondanks de brede twijfel lijkt de toekomst van de dollar dan ook nog niet direct in gevaar.
Zeven pijlers verklaren het succes van Azië
Volgens professor Kishore Marubani, schrijver van het boek "The New Asian Hemisphere", hebben de Aziatische landen eindelijk begrepen wat de randvoorwaarden zijn voor een stabiele economische groei op de lange termijn. Ze hebben zeven belangrijke pijlers, die voordien voor het succes in de Westerse economieën hebben gezorgd, geïntegreerd in de eigen maatschappij. Dat verklaart voor een groot deel de spectaculaire transformatie die diverse landen in Azië hebben ondergaan. Marubani benoemde de volgende zeven pijlers:
- Omarmen van het principe van de vrijemarkteconomie.
- Voorop lopen in wetenschap en technologie.
- Nastreven van een meritocratie. Dit verwijst naar een maatschappij waar talent en verdienste centraal staan.
- Pragmatisme.
- Nastreven van een vredescultuur. Het zogenaamde vredesdividend na de Tweede Wereldoorlog heeft onder andere voor de enorme groei van Duitsland, en in het kielzog de rest van Europa, gezorgd.
- Zonder angst of gunst wetten handhaven.
- Aandacht voor een goed onderwijs. Een stad als Guangzhou in China heeft 7 universiteiten.
Grote toekomst voor Azië
Azië staat niet alleen voor China, India en Japan. Ook landen als Indonesië en Vietnam maken een revival mee. Ongeveer 50% van de wereldbevolking woont in Azië. Ondanks de groei is er nog een grote slag naar het welvaartspeil van het Westen te maken. En dat biedt grote kansen. Want Aziatische landen willen het Westen niet overheersen, maar de jonge generatie wil eenzelfde soort toekomst als hun evenknieën in het Westen. Japanners begonnen in de negentiende eeuw al met het kopiëren van de Westerse "best practices" en verbeterden deze waar mogelijk. Een autofabrikant als Toyota is als kopieerder van Westerse modellen getransformeerd tot een voorloper in de auto-industrie. Deze benadering is elders in Azië gemeengoed geworden. Dit continue proces van het leren van elkaar is een drijvende kracht achter de economische opkomst van Azië. Maar het is meer een kwestie van modernisering in plaats van verwestelijking. Aziaten herstellen geleidelijk de relatie met het verleden, die in "hun hoofd" was afgesneden door 200 jaar Westerse overheersing. Dit leidt tot een enorme culturele uitbundigheid. Echter de welvaartsgroei van Azië zal ook resulteren in meer vrede en stabiliteit. Positief is dat het Westen er dan meer klanten bij krijgt.