Managers en de financiële rapportage
Om de interesse van managers te begrijpen voor de financiële rapportage is het belangrijk om een aantal modellen te overwegen uit de ‘game theory’. De managers hebben tegengestelde belangen aan de investeerders, hier ontstaat dus moral hazard.
Game theory
Game theory is een model om uitkomsten van conflicten te voorspellen tussen rationele individuen, zoals de agency theory. Versie van de game theory is dat de processen van contracten tussen personen modelleert. Game theory moet helpen om managers, investeerders en andere partijen rationeel omgaan met de economische consequenties van financiele rapportage.
Belangrijke contracten zijn:
- Werknemerscontracten; tussen manager en onderneming
- Kredietverleningcontracten; tussen kredietverleners en de onderneming (manager)
Beide contracten hangen af van het gerapporteerde resultaat.
Game theory modelleert de interactie tussen twee of meer deelnemers. Vaak vind het plaats door onzekerheid en informatie asymmetrie. Iedere speler wil vooral zijn eigen nut maximaliseren.
Type ‘games’:
- Coöperatieve game; partijen kunnen een bindende overeenkomst aangaan; vb. kartel
- Niet coöperatieve game; geen overeenkomsten doordat het verboden is; vb. oligopolie
Informatiebehoefte
Investeerders willen relevante en betrouwbare informatie om te verwachten resultaten en risico’s van de investering te kunnen voorspellen. Managers, aan de andere kant, willen toch niet alle informatie doorgeven wat de investeerders verlangen. Het management kan bang zijn om concurrentievoordeel uit handen te geven als ze teveel informatie naar buiten brengen. Investeerders zullen hier weer rekening mee gaan houden. Hiervoor geeft game theory een formeel framework mee.
Nash equilibrium is het evenwicht; centrale uitkomst in een spel met twee spelers. Elke speler gaat voor de optimale uitkomst, ervan uitgaande dat de ander zijn strategie niet gaat wijzigen. De uitkomst hoeft daarvan voor beiden niet het beste te zijn, maar de meest coöperatieve oplossing.
In de contracten van hierboven is één de principaal en de andere de agent. Dit type game theorie noemt men ook wel de agency theorie. Agency theory is dat de organisatie wordt gezien als een netwerk van principaal-agent relaties. Er wordt verondersteld dat zij een belangentegenstelling hebben, iedere partij wil zijn belang zoveel mogelijk behartigen.
Moral hazard
Hoe de controle krijgen over moral hazard? Een andere manager aanstellen is geen optie, je blijft dezelfde problemen hoden. Mogelijkheden zijn:directe controle, indirecte controle, de onderneming verhuren aan de manager of de manager laten delen in de winst. In verschillende vormen kan de manager informatie voordeel hebben. Eén vorm is pre-decision information en een andere vorm is post-decision information.
Revelation principle
Revelation principle (openbaarmaking); voor elke prikkel om te liegen kan er een ander contract ontworpen worden dat motiveert om de waarheid te vertellen. Waarom dan niet bij alle contracten?
- De waarheid moet niet tegen de manager gebruikt gaan worden
- Geen restricties in het contract
- Geen restricties in de bevoegdheid om informatie te rapporteren
Single period agency model:
- Waarneembaarheid van eigenaren is onwaarschijnlijk door scheiding eigendom en controle; leidt tot informatieasymmetrie; moral hazard. Rationeel manager neemt voordeel van de informatiekloof
- Contracten kunnen alleen gemaakt worden bij duidelijke prestatie indicatoren, die te controleren zijn door de principaal en agent
- Het second best contract is het contract dat het laagste risico heeft bij manager, maar met behoudt van nut en een prikkel om hard te blijven werken
- Als netto-inkomen de meetindicator is dan heeft de manager een informatie voordeel, geeft mogelijkheid tot resultaat sturing
Nu het probleem tussen de investeerder en manager. Managers kunnen in strijd handelen met de belangen van investeerders. Rationele investeerders zullen hier rekening mee houden en meer rente vragen. Als resultaat hiervan zal de manager niet in strijd handelen met de investeerders belangen. Dus de onderneming is toch in staat tegen lagere tarieven te lenen.
Implicaties voor de agency theorie; model van Holström (’79). De inspanning van de agent is niet te observeren door de principaal, maar wel te observeren is het resultaat na het einde van de periode. Maar is dat een goede optie? Door de manager is het resultaat te sturen, is dan de investeerder bereid om een manager te belonen voor het resultaat?
Hier is dus een rol weggelegd voor de verslaggeving (GAAP) en voor controle. De GAAP moet er voor zorgen dat de invloed van de manager om het resultaat te sturen afneemt. Ze stellen regels op waar de rapportage aan moet voldoen, dit geeft een betrouwbaarheid door:
- Eigenaar kan zeker zijn dat de IC die te grondslag ligt aan de rapportage goed is
- De accountant zal bevestigen dat er gewerkt is volgens de regels van de GAAP
- De accountant is onafhankelijk en zal dus niet beïnvloed worden door de manager
De aandelenprijs kan ook een maatstaf zijn over de prestaties van een manager, maar die is prijsgevoeliger door noise traders en economische gebeurtenissen. Het kan nog steeds wel gebruikt worden om de efficiency van het contract te laten toenemen.
Op één lijn krijgen van manager en investeerder geeft via de agency theorie een goede bereikbaarheid door middel van contracten op basis van resultaatmeting. Door de resultaatmeting worden managers getriggerd om het resultaat te maximaliseren. Door resultaatsturing zijn verslaggevingsrichtlijnen veel belangrijker en hebben ze dus economische consequenties.
Conclusies
De conclusies van de analyse van het conflict zijn:
- Conflict theorieën verzoenen de efficiënte effectenmarkten en de economische consequenties. Accountants gebruiken de decision usefulness benadering en de full disclosure implicatie en er is empirisch bewijs dat markten daar op reageren, zoals de theorieën voorspellen. Verandering in verslaggevingsrichtlijnen kunnen wel de contracten beïnvloeden die managers aan gaan. Het basisprobleem blijft informatie asymmetrie, er is moral hazard tussen manager en investeerder voor de beloning van de manager en tussen investeerder en manager voor de tegemoetkoming van de investeerder.
- Het netto resultaat heeft een rol in het motiveren en het meten van de prestaties van de manager. Het is voor verschillende belanghebbenden belangrijk.
- Het netto resultaat concurreert met andere meet instrumenteerden, zoals de aandelenprijs. Als een accountant de precisie en sensitiviteit kan bewijzen van het netto resultaat, dan zal dit een belangrijkere rol gaan spelen in de compensatie van managers.
- Het compleet elimineren van resultaatsturing door managers is uit kosten overweging niet mogelijk. Door de externe accountant die de GAAP volgt, kan veel geëlimineerd worden en kan een manager een trigger krijgen om hard te werken en het resultaat voor de eigenaren te verbeteren.