De kleur van het zeewater - Noordzee en oceaan
De Rode Zee is soms rood en de Gele Rivier geel. De Noordzee is blauwgroen of grijs en de Caribische turkoois. De zee openbaart zich in verschillende kleuren en dan vooral in het blauw met al zijn variëteiten aan tinten. En dan te bedenken dat het water zelf kleurloos is. Hoe kan het dan dat we het als blauw of groen, of soms rood zien? Waarom is de Noordzee blauwgroen of bruingroen en de Caribische Zee turkoois? Het blijkt een mooi samenspel te zijn tussen zon en water, met de wolken en de wind in een sublieme bijrol.
Bron: Bogitw, Pixabay
Kleurloos water en toch heeft zeewater kleur
Water heeft geen kleur en toch verbazen we ons over de kleuren van de zee, de oceaan, de rivier of de waterval. Het ziet er blauw, groen, bruin, wit of grijs uit en dat in een ongekende variatie van tinten en combinaties. Water op zich is doorzichtig en kleurloos en toch zien we kleuren.
Licht en regenboog
Verschillende aspecten spelen mee in de kleur die het water lijkt te hebben: de samenstelling van het water, de diepte van de zee, de bodem, de zon en het weer, het landschap en de kleur van de aarde, de troebelheid of juist helderheid van het water. Zo heeft kraanwater geen kleur omdat het zuiver water is. Zuiver water bevat geen deeltjes die licht terugkaatsen en dat licht is een belangrijk aspect om waterkleur te zien. Het licht van de zon bestaat uit de kleuren die we met het blote oog in de regenboog kunnen waarnemen.
Wit en zwart
De regenboog is het lichtspectrum waarin rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet is te onderscheiden. Voorwerpen krijgen kleur door een deel van het zonlicht te weerkaatsen. Wordt al het licht teruggekaatst dan zien we dat als wit en wordt al het licht opgenomen en wordt er niets teruggekaatst dan zien we dat als het andere uiterste, als zwart.
Zonnestralen
Een zonnestraal heeft de regenboogkleuren in zich. De rode is van alle kleuren het minst sterk. Hoe langer de weg is van de zonnestraal naar de bodem, des te minder rood er in de straal zit. De rode stralen worden dan ook het eerst opgenomen in het water. Blauwe stralen hebben een langere adem en die schijnen dieper het water in. Die blauwe stralen worden gereflecteerd. Hoe schoner het water, hoe blauwer de zee. Schoner betekent in dit verband dat er weinig deeltjes in het water zweven.
Trillende golfjes
De kleuren van het spectrum bestaan uit trillende golfjes. Elke kleur heeft daarbij zijn eigen snelheid. Het licht dat het wateroppervlak raakt wordt gebroken en de kleuren met de kortste golflengte komen het verst. Rood heeft een lange golflengte en haakt vrij snel af; blauwe stralen hebben een veel kortere golflengte zodat blauw het in het water wint.
Kraanwater
Kraanwater heeft niets om zonlicht terug te kunnen kaatsen, er zitten geen deeltjes in omdat het zuiver is. Dat is de reden dat we zuiver water als kleurloos en doorzichtig zien. Het licht gaat er dwars doorheen en komt geen partikeltjes tegen die iets van de regenboogkleuren terug kunnen kaatsen. Regenwater en goed bronwater zijn ook kleurloos.
Sorgue
De Sorgue in de Provence is bij zijn oorsprong, bij
Fontaine-de-Vaucluse, een stroom met kristalhelder water. In de rivier groeien volop waterplanten die door het heldere water en bij mooi weer helder groen oplichten. Het water is niet groen maar lijkt groen door dat wier dat in het ondiepe water door de zon in het licht wordt gezet.
Noordzee /
Bron: Persbureau Ameland
Zee en oceaan
De zeeën en oceanen zijn grote plassen water en toch zien we dit niet als een doorzichtige heldere vloeistof. Hier is kleur te onderscheiden, met als hoofdkleur blauw. Sta je met je voeten in het water en kijk je naar beneden, dan zie je doorzichtig water, maar kijk je daarna naar voren, naar de grote waterplas, dan zie je wel kleur. Blauw, grijs, groen voor onze Noordzee, azuurblauw voor de tropische zeeën. Hoe dieper het water wordt, hoe voller de kleur. Aan de waterkant is het zand nog door het water te zien en lijkt het water nauwelijks blauw.
Slib en plankton
Zee- en oceaanwater is, net als meer- en rivierwater, geen zuiver water. Er zweeft van alles in en dan hebben we het niet zozeer over vervuiling. In het water zit slib en zweeft plankton in grote hoeveelheden en die deeltjes kaatsen delen van het licht terug. Slibdeeltjes en plankton nemen alle rode lichtstralen op en kaatsen de blauwe lichtstralen terug. De kleur van het water is de kleur die terugkaatst in de ogen. In het geval van de zee is dat blauw of blauwachtig.
Rayleigh verstrooiing
Het licht stuit op deeltjes in het water. Is dat groter of gelijk aan de golflengte van het licht dan absorbeert het deeltje het licht niet, maar verstrooit het. Dat wordt de Rayleighverstrooiing genoemd. Deze Rayleighverstrooiing in de atmosfeer zorgt er ook voor dat we een onbewolkte lucht als blauw zien. Het blauwe licht heeft een korte golflengte en wordt daardoor vaker verstrooid in plaats van geabsorbeerd. Hierdoor blijft de blauwe kleur voor mensen zichtbaar.
De Eygues bij Nyons /
Bron: Jeanet de JongDe Sorgue die groen kleurt door de waterplanten /
Bron: Jeanet de JongCaribische Zee bij Bonaire /
Bron: Catharina77, Pixabay
Tropisch water
Tropische wateren zien er onwaarschijnlijk blauw van kleur uit. Dat komt door de samenstelling van het water. Er zitten weinig deeltjes in waardoor het water helderder is en we er doorheen kunnen kijken. Het water is arm aan organismen. Het witte strandzand laat het water nog blauwer lijken door de terugkaatsing van al het licht.
Noordzee
Het is een heel verschil of je aan de kant van een Caribisch strand staat, in het slik van de Waddenzee of op het Noordzeestrand. De zeeën laten heel verschillende kleuren water zien. Dat komt door de helderheid of juist troebelheid van het water. Het Waddenzeewater is troebel door de vele slibdeeltjes. Het Noordzeewater is ook troebel, maar minder troebel dan de Waddenzee. Tropisch water is juist helder. Het groenbruine van de Noordzee betekent niet dat de Noordzee vies is. Het is juist een levende en voedselrijke zee met erg veel organisch materiaal in het water. De groenbruine kleur komt van de algen die in de Noordzee leven. Heel erg troebel water lijkt grijs. De diepte van de zee en de soort plankton hebben invloed op de kleur van het water.
Mineralen en koolzuur
Naast de algen, slib en plankton, spelen ook minerale stoffen en koolzuur een rol bij de kleur van het water. De samenstelling van het water bepaalt welk licht wordt opgenomen of teruggekaatst. Dat maakt dat het Meer van Genève er onwaarschijnlijk blauw uit ziet, de Aareschlucht mintgroen en de Rio Negro zwart.
Bruin meer
Een meertje kan er bruin uitzien. Dit hoeft niet te betekenen dat het ongezond water is. Deze bruine kleur komt net als de groenige kleur van de Noordzee door de vele algen die in het water zitten. Datzelfde geldt ook voor een sloot. Daarin zie je zelden blauw water. Dat is bruin, geel of groen door de aanwezigheid van algen en humuszuren, die ontstaan door afbraak van organisch materiaal en die het gele en groene licht weerkaatsen. Wat we dan zien zijn groene tinten.
Diep water
Blauw licht dringt van alle lichtkleuren het diepst in het water door. In zeer helder water is blauw licht op een diepte van meer dan 500 nog zichtbaar. Een klein beetje water, ook al is het zeewater, ziet er niet blauw uit. Om de lichtstralen te kunnen weerkaatsen is heel veel water nodig. Daarom heeft een zwinnetje op het strand van Ameland nauwelijks kleur en het Amelander Gat tussen Terschelling en Ameland, met precies hetzelfde water maar dan in grote hoeveelheid, wel.
Bodem
De samenstelling van de bodem heeft ook invloed op de kleur van het water. Over het algemeen zien we een lichtgroene tot groene zee boven zandbanken en een zwartblauwe tint boven een kleiachtige ondergrond. In ondiep water schemert de kleur van de bodem door. Een keistenen bodem geeft weer een andere kleur. Dat kan op ondiepe plaatsen roodachtig geel lijken. Verschillende kleuren sedimenten die worden meegevoerd in een rivier kunnen het water kleuren. Zo kreeg de Gele Rivier zijn naam. Bij het samenkomen van twee rivieren is de scheiding in kleur vrij scherp te zien. Elke stroom heeft zijn eigen kleurgeschiedenis. Zo is de Moezel roder dan de Rijn en na samenstromen van deze twee rivieren bij Koblenz is dat verschil in tint nog een eind stroomafwaarts te zien. Door uitspoeling na een heftige regenbui kleuren de rivieren extra.
Wolken
Het water van een zee of meer kan vanaf afstand ook blauw lijken door de spiegeling van de lucht of donker door de schaduw van de bergen. De blauwe lucht en de witte wolken kunnen spiegelen op het wateroppervlak, dat het mooist is te zien op een rimpelloos meer. En zo kan een meer rood lijken in de rode gloed van de ondergaande zon.
Weer
Het weer speelt een rol in hoe de zee zich laat zien. Een woeste zee met golven en schuimkoppen is niet blauw, maar grijs en wit. De lichtinval verandert en daardoor de kleur. Het oppervlak van het water wordt door de wind onrustig en de hemel weerkaatst met stormweer niet meer blauw in het water. De lucht zelf is grijs van de regen en bewolking en er wordt minder blauw licht weerkaatst.
Elke dag anders
De kleur van de zee is elke dag anders. Het weer is veranderlijk, de samenstelling van het water verschilt, de lichtinval wijzigt door meer of minder zon, en de wind speelt met het oppervalk van het water. De opkomende en ondergaande zon tovert daar nog eens extra kleuren bij. Dat samenspel van wind, zon, water en zand en die veranderlijke kleur van het water verveelt nooit. Het is een inspiratie voor kunstschilders en een bron van ontspanning voor de waterliefhebber.
Lichten der zee
De zee kan een bijzondere kleur krijgen door de aanwezigheid van micro-organismen die licht geven.
Het lichten der zee, met lichtend groene, blauwe of zelfs roze tinten, is een fenomeen op zich. Het vindt zijn oorsprong niet in het zonlicht maar in de bioluminescentie van een planktonsoort.
Lees verder