Welke bodemschatten bevat onze aarde
Onze aarde bevat allerlei bodemschatten. In de diepte, in de aardkorsten, vinden we veel mineralen, ertsen, aardolie, aardgas en steenkool. Bijna elk continent heeft grondstoffen die nodig zijn voor gebruik in de industrie en om in te handelen. Om die bodemschatten op te graven moet je diep de grond in. Nog maar tweehonderd jaar geleden werden ook kinderen voor dit zware werk ingezet. Gelukkig is dat inmiddels verboden.
Goud en zilver
Het buigzaamste mineraal is
goud. Een klompje van 29 gram kun je uitrekken tot het een draad is van wel 100 km! Goud is ook zeer zeldzaam: het wordt gevonden in kwarts of in rivierbedden. Zilveraders liggen vaak in de buurt van goudaders.
Robijn en saffier
De robijn en de saffier zijn varianten van het mineraal korund of corundum. Saffier is diepblauw, wit, geel of roze, en robijn is rood. Het zijn allebei dure edelstenen. Ze worden ook gebruikt in wetenschappelijke apparaten en in horloges.
Diamanten
Edelstenen zijn heel kostbare mineralen. Diamant is het hardste mineraal ter wereld en kan alleen door een andere diamant worden doorgesneden. Daarom wordt de diamant in veel snijmachines en boren gebruikt. Maar weinig
diamanten zijn zo mooi van vorm dat ze als sieraad kunnen worden gebruikt.
Topaas
Topaas is doorzichtig, bijna doorschijnend geel, groen, blauw of rood. Deze edelsteen vindt men vaak in gneis en graniet, en vooraf in Sri Lanka, India, Brazilië en Amerika.
IJzer
IJzer is een van de belangrijkste metalen. Van ijzer maak je staal en dat is nodig om auto's, schepen, spoorwegen en machines te bouwen. IJzer wordt bijna alleen als ijzererts gevonden. Met reusachtige baggerapparaten wordt die uit de grond gehaald. Daarna volgt een moeilijk proces om het ijzer uit de erts te smelten.
Aardolie en aardgas
Benzine, petroleum, smeerolie, stookolie, asfalt en kunststoffen: dit zijn maar een paar dingen die van aardolie worden gemaakt. Net als steenkool is aardolie heel erg oud.
Steenkool
Steenkool is ontstaan uit planten in de oertijd. Tussen de 345 en de 280 miljoen jaar geleden was de aarde voor een groot deel bedekt met varens zo hoog als bomen. De dode varens werden door water bedekt. Zo ontstonden plekken met turf. Later spoelde het water zand en andere rommel aan. De druk van de bovenste lagen, de bewegingen van de aardkorsten en de vulkanische hitte onder de grond persten het geheel samen tot steenkool.