Bowlby en het belang van gehechtheid

Bowlby veronderstelt dat de kwaliteit van de gehechtheidsrelatie sterk wordt beïnvloed door de kwaliteit van de verzorging van het kind door de volwassene. Bowlby noemt dan met name de moeder.

Het belang van gehechtheid

John Bowlby (1907-1990) was een Engelse psychiater die al vroeg getroffen werd door de vaak ernstige gevolgen van een vroege scheiding en verlies van de moeder.
Toen hij korte tijd werkte op een school voor sociaal-emotioneel onaangepaste kinderen, ontdekte hij hoe groot de schadelijke gevolgen kunnen zijn voor kinderen als zij hun moeder moeten missen. In 1944 verscheen er een studie van zijn hand naar de achtergronden van jeugdcriminaliteit. Het leek alsof deze onaangepaste kinderen geen schuldgevoelens of medeleven kenden. Wat Bowlby verder opviel was dat deze 'gevoelloze' jongeren allemaal scheidingservaringen hadden meegemaakt in de eerste drie jaren van hun leven. Bowlby kwam tot de conclusie, niet alleen door deze ervaring, dat het ontbreken van een gehechtheidsrelatie tot een gevoelloos karakter heeft geleid. De kinderen hadden alle vertrouwen in anderen verloren. Het vermogen om relaties op te bouwen was eveneens verstoord.

Veiligheid

Bowlby stelt daarom ook, dat veiligheid de basis is voor de verdere ontwikkeling van het kind. Gehechtheid, in het Engels 'attachment', wordt door Bowlby gedefinieerd als: een duurzame affectieve band die het jonge kind in het eerste levensjaar met de primaire verzorger opbouwt. Bowlby veronderstelt dat de kwaliteit van de gehechtheidsrelatie sterk wordt beïnvloed door de kwaliteit van de verzorging van het kind door de volwassene. Bowlby noemt dan met name de moeder. Volgens Bowlby heeft de pasgeboren baby nog geen voorkeur voor bepaalde personen, maar in de loop van het eerste jaar wordt de baby steeds kieskeuriger. Zo rond de leeftijd van een jaar zullen de meeste kinderen zich alleen maar door de vertrouwde opvoeder laten troosten en blijven ze ook het liefst daar bij in de buurt. Dit is de fase van de eigenlijke gehechtheid. Hij gebruikt dan een aantal natuurlijke gedragingen om dat contact te bewerkstelligen: naar de opvoeder toe kruipen, huilen, glimlachen, vastklampen. Na een tijdje weet de peuter dat de opvoeder eigen plannen heeft, en hij beseft dat de opvoeder er ook nog is ook als die uit het zicht verdwenen is. Dit gebeurt zo rond het derde jaar. Dat houdt in, dat voor de peuter de opvoeder niet meer per se lichamelijk aanwezig moet zijn. Als hij maar het gevoel heeft dat de opvoeder beschikbaar is.

Ontwikkeling van gehechtheid

De gehechtheid ontwikkelt zich in een vaste volgorde, die in verschillende culturen gelijk is, maar de snelheid van gehechtheidsontwikkeling verschilt. In culturen waar de moeder voortdurend in contact is met het kind vertonen baby's eerder gehechtheid dan in culturen waar baby's ook met andere verzorgers te maken hebben. In het begin bestaat er scheidingsangst, de reactie van de baby op het tijdelijk vertrek van de moeder. In dezelfde periode treedt ook angst voor vreemden op. In de periode waarin scheidingsangst optreedt, laten baby's ook een begroetingsreactie zien: motorische activiteiten als armen uitstrekken en trappelen, lachen, kraaien van blijdschap. In de tweede helft van het eerste levensjaar laten baby's duidelijk gehecht gedrag zien. Twee opvallende gedragingen daarbij zijn: nabijheid zoeken tot de verzorger en de drang om te exploreren. Baby's laten meer exploratiedrang zien als de verzorger in de buurt is. Spelende baby's letten er dan ook voortdurend op waar hun verzorger blijft. Eenmaal gerustgesteld exploreren ze weer verder. Inspelen op de balans tussen exploratiedrang en nabijheid zoeken van het kind resulteert in wat Bowlby noemt: veilige gehechtheid, en wat Erikson omschrijft als 'basic trust'.

Ingrediënten voor een gehechtheidsrelatie

Wat is nodig voor een gehechtheidsrelatie? We zagen al dat gehechtheid ontstaat als een volwassene (of ouder broertje of zusje) met regelmaat beschikbaar is voor het kind. Een veilig gehecht kind is dan ook sociaal beter af. Volgens Bowlby doet de biologisch ingebouwde neiging om zich te hechten de rest. Door middel van de Vreemde Situatie Procedure heeft Bowlby ook het gedrag van jonge kinderen bestudeerd in een niet-vertrouwde omgeving, waarbij de opvoeder de kamer twee keer enkele minuten verliet. Er bleek een groot verschil in gedrag te zijn tussen kinderen met een veilige en een onveilige hechting. Bowlby onderscheidde vormen van onveilige gehechtheid en verschillende soorten reacties op hereniging. De veilig gehechte kinderen huilden, maar zochten ook meteen troost bij de opvoeder wanneer die weer terugkwam. Ze lieten zich dus snel troosten. Onveilig afwerende kinderen raakten overstuur bij het vertrek van de opvoeder, zochten bij terugkeer wel meteen contact met de opvoeder, maar bleven een tijdje gestresst. Enerzijds wilden de kinderen contact, anderzijds weerden ze contact af. De onveilig vermijdende kinderen leken niet onder de indruk bij het vertrek van de opvoeder en ze zochten bij terugkeer ook geen contact. Als de opvoeder zelf het initiatief tot contact nam, leken deze kinderen dat uit de weg te gaan. Kinderen met een gedesorganiserende gehechtheidsrelatie toonden vreemd en onlogisch gedrag. Sommige kinderen zochten bij terugkeer contact met de opvoeder door toenadering met hun rug, anderen maakten stereotiepe bewegingen als fladderen of lachen en huilen tegelijk. De conclusies die Bowlby trekt zijn samen te vatten tot: als een kind zich in de eerste drie jaar veilig voelt en gehechtheid toont, dus vertrouwen heeft opgebouwd in de beschikbaarheid van de opvoeder, is de basis gelegd voor het autonome handelen. Veilig gehechte kinderen nemen ook gemakkelijker initiatief, exploreren, en lossen zelfstandig taken op. De basis voor een positief zelfbeeld leek gelegd: het kind heeft vertrouwen in zichzelf en in anderen.
© 2010 - 2024 Rosie86, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Hechting: een noodzakelijke basis voor het latere levenHechting speelt een voorname rol in de wording van elke mens. In de kindertijd wordt de basis gelegd voor het latere lev…
Hechting bij een kind dat naar de kinderopvang gaatHechting bij een kind dat naar de kinderopvang gaatKunnen kinderen die naar een kinderopvang (ook wel kinderdagverblijf genoemd) gaan zich wel leren hechten? Dit is een vr…
Hechting, hoe verloopt hechting bij een mens en een kind?Hechting, hoe verloopt hechting bij een mens en een kind?Een pasgeboren baby is volledig afhankelijk van de zorg van een volwassene. Daarom doet een kind van alles om de moeder…
De sociaal-emotionele ontwikkeling van een hoogbegaafd kindDe sociaal-emotionele ontwikkeling van een hoogbegaafd kindVeel mensen denken dat hoogbegaafde kinderen vanzelf goed en snel kunnen leren, dat is iet wat ze makkelijk afgaat. Maar…

De epistemische deugden van Thomas KuhnDe epistemische deugden van Thomas KuhnHoewel menig persoon er vanuit gaat dat de huidige wetenschappelijke kennis ook de waarheid is, is dit nog maar de vraag…
Erikson en de psycho-sociale ontwikkelingDe psycho-analyticus (dus volgeling van Freud) Erik Erikson (1902-1994) verrichtte observaties in verschillende culturen…
Bronnen en referenties
  • Boek: Theorieën van leren en ontwikkeling - Auteur: P.L.C. van Geert
Rosie86 (53 artikelen)
Gepubliceerd: 06-10-2010
Rubriek: Wetenschap
Subrubriek: Onderzoek
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.