De epistemische deugden van Thomas Kuhn
Hoewel menig persoon er vanuit gaat dat de huidige wetenschappelijke kennis ook de waarheid is, is dit nog maar de vraag binnen de wetenschapsfilosofie. Regelmatig wordt de huidige kennis aangepast aan nieuwe gegevens, of blijken oude theorieën niet te werken. Daarnaast zien we ook vaak dat er meerdere theorieën zijn die hetzelfde probleem te beschrijven. Thomas Kuhn heeft zijn epistemische deugden opgesteld als een beschrijving van de manier waarop de meest geprefereerde theorie wordt gekozen.
De
epistemische deugden van
Kuhn beschrijven een aantal handvatten aan de hand van welke hij verondersteld dat wetenschappers de keus maken tussen theorieën voor hetzelfde verschijnsel. Deze epistemische deugden dienen echter niet alleen toegepast te worden, er dient ook rekening gehouden te worden met de waardering van andere wetenschappers: een theorie kan niet beoordeeld worden aan de hand van alleen maar de epistemische deugden.
De epistemische deugden bestaan uit de volgende vijf waarden:
Accuracy
Bij de deugd accuracy gaat het om de mate waarin een theorie samengaat met de al bestaande resultaten van experimenten en observaties. Een theorie die niet al deze resultaten goed kan verklaren zal minder snel geaccepteerd worden door wetenschappers dan een theorie die de bestaande kennis goed overkoepelt.
Consistency
Consistency houdt de mate in waarin de theorie zichzelf wel of niet tegenspreekt. Als er binnen in de theorie al diverse tegenstellingen zitten, zal de theorie niet snel geaccepteerd worden. Hetzelfde geldt ook voor theorieën die juist weer andere reeds gewaardeerde theorieën tegenspreken. De kans wordt dan door wetenschappers kleiner geacht dat de nieuwe theorie bruikbaar is als verklaring voor observaties en experimenten.
Broadness of scope
De deugd broadness of scope is de mate waarin een theorie toekomstige resultaten van experimenten of observaties kan voorspellen. Juist de mate waarin een theorie dit goed kan maakt een theorie bruikbaar voor wetenschappers.
Simplicity
Door de eeuwen heen is simplicity, of simpelheid, de meest gewaardeerde epistemische deugd gebleken. Enkele wetenschapsfilosofen pleitten zelfs voor het enkel en alleen gebruiken van deze epistemische deugd. Bij simplicity gaat het erom dat de theorie zo ‘clean’ mogelijk is, zo simpel mogelijk is. Een theorie die allerlei onlogische zaken erbij betrekt zal minder snel geaccepteerd worden dan een theorie die de meest simpele verklaring biedt. Deze epistemische waarde staat bekend als
Occam’s Razor, of
Ockham’s Razor. Het idee erachter is dat je niet zomaar extra factoren moet betrekken bij je theorie als je iets probeert te verklaren.
Fruitfulness
De epistemische deugd Fruitfulness behelst de mogelijkheden die de nieuwe theorie biedt om als basis te dienen voor weer nieuwere wetenschappelijke kennis. Juist als een theorie nieuwe vlakken aanboort die onderzocht kunnen worden is de theorie interessanter, de wetenschap kan door zo’n theorie op het betreffende vlak dan snel groeien.
Hoewel de epistemische deugden een beschrijving zijn van de processen die wetenschappers hanteren om te kiezen tussen verschillende theorieën voor hetzelfde verschijnsel, worden de epistemische deugden ook vaak aangehaald als instrument dat gebruikt moet worden om de keuze te maken. Hierover meldt Kuhn dat de epistemische deugden niet apart gebruikt moeten worden, maar in combinatie met de waardering van andere wetenschappers. Andere wetenschapsfilosofen, zoals Richard Swinburne, kiezen juist voor één van de epistemische deugden (simplicity) als enige middel om te kiezen tussen theorieën.