Antwerpse wetenschappers ontdekken obesitas-gen
Wetenschappers van de Universiteit Antwerpen (UA) en het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA) hebben samen met buitenlandse collega’s een nieuw gen ontdekt dat obesitas beïnvloedt. Het gen speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van de aandoening omdat het bepaalt waar vetten in ons lichaam worden opgeslagen. De ontdekking is een belangrijk puzzelstukje in het complex obesitasprobleem.
Obesitas
Obesitas is een complexe, multifactoriële aandoening. Dit betekent dat verschillende factoren zoals o.a. voeding, beweging en erfelijkheid, meespelen in de ontwikkeling ervan.
Voeding
Wetenschappers ontdekten dat het dieet van de moeder invloed kan hebben op het al dan niet ontwikkelen van overgewicht bij hun kinderen. Ook het dieet van de kleuter kan bepalend zijn voor de evolutie van zijn gewicht op latere leeftijd. Eet je als kind vooral proteïnerijk voedsel zal je meer kans hebben op obesitas dan wanneer je vezelrijk voedsel krijgt.
Beweging
Dat veel mensen te weinig bewegen is algemeen geweten. Onze drukke levensstijl is vaak een excuus om niet te sporten of te bewegen. Ook onze kinderen brengen meer en meer tijd door achter de TV of een computerscherm.
Erfelijkheid
Naast voeding en beweging spelen onze genen ook een belangrijke rol in het overgewichtsprobleem. Er zijn in totaal een dertigtal genen die mensen gevoelig maken aan zwaarlijvigheid. De Antwerpse onderzoekers voegen hier nog een gen aan toe. Onderzoek wees uit dat wie slechts één of enkele van deze genvarianten erft daarom nog niet meteen aan overgewicht hoeft te lijden. Wie echter verschillende genvarianten met zich meedraagt heeft een grote kans om zwaarder te wegen dan iemand die deze varianten niet heeft.
Onderzoek aan het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA) en de Universiteit Antwerpen (UA)
Naast het feit dat zwaarlijvige mensen er dik uitzien, is het ook belangrijk om te weten dat zwaarlijvigheid ernstige gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Zo gaan type 2-diabetes, hoge bloeddruk, verhoogd cholesterolgehalte, vervetting van de lever en cardiovasculaire aandoeningen vaak hand in hand met obesitas.
Het UZA en de UA werken intensief mee aan obesitasonderzoek en patiëntgerichte behandeling. Van elke behandelde patiënt wordt een volledig dossier aangelegd en een DNA-staal genomen. Dit levert een grote databank op met veel gegevens waarop onderzoek kan verricht worden.
Het recent ontdekte gen is wat men noemt een ‘lipid sensor’. Dit betekent dat het mee bepaalt hoe vetpartikels worden opgeslagen in het lichaam. Het proteïne GPR120 speelt een belangrijke rol in het onderzoek. Wanneer we via ons voedsel onverzadigde vetzuren tot ons nemen, zullen deze zich binden met het GPR120-proteïne. De vetcellen die dit proteïne in ons bloed ‘voelen’, gaan zich opsplitsen en meer vetcellen aanmaken om het vet daar op te slaan. Dit voorkomt dat het vet zich opstapelt in andere organen zoals de lever en bloedvaten. Wanneer dit GPR120-proteïne in onvoldoende mate aanwezig is, zal het ‘te veel’ aan vet niet meer opgeslagen worden in de vetcellen, maar zal het zich opstapelen rond andere organen (lever, bloedvaten, …) en zo gezondheidsrisico’s met zich meebrengen zoals diabetes en hart- en vaatziekten.
De onderzoekers hopen dat ze dit gen op termijn zullen kunnen blokkeren of stimuleren en dat het zo zal bijdragen tot een efficiëntere behandeling van zwaarlijvige personen. Het onderzoek, dat door Wim Van Hul en Luc Van Gaal samen met buitenlandse collega’s gebeurde, werd op 19/02/2012 gepubliceerd in het tijdschrift Nature.
Lees verder