Hoe dien ik een klacht in tegen een deurwaarder?
Deurwaarders zijn openbaar ambtenaar en belast met onder meer de executie van vonnissen. Naast de wettelijke regels rond deze executie, zijn deurwaarders zelf ook onderworpen aan het zogeheten tuchtrecht. Als een deurwaarder onbehoorlijk handelt of juist iets nalaat te doen, kan er tegen deze deurwaarder een klacht worden ingediend bij de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders.
Reikwijdte van een klacht
Een ingediende klacht tegen een deurwaarder moet betrekking hebben op het handelen of nalaten van deze deurwaarder. Indien een schuldenaar het bijvoorbeeld oneens is met een ten laste van hem gelegd beslag, zal een klacht indienen tegen de deurwaarder dan ook geen soelaas bieden. In de tuchtrechtspraak is al meermalen uitgemaakt dat voor een dergelijke kwestie slechts de burgerlijke rechter van de reguliere rechtbank bevoegd is. Ook voor eventuele schade die iemand claimt te hebben geleden door het handelen of nalaten van een deurwaarder, zal diegene zich moeten wenden tot de burgerlijke rechter. Wel kunnen bijvoorbeeld klachten worden ingediend wegens een onheuse bejegening door een deurwaarder, het niet of pas veel te laat reageren, geen betalingen uitkeren aan de schuldeiser op zijn verzoek etc.
Er is geen termijn vastgesteld waarbinnen een klacht moeten worden ingediend. Binnen de tuchtrechtspraak is uitgemaakt dat een klacht echter wel binnen een redelijke termijn moeten worden ingediend. Een termijn van drie jaar wordt als redelijk gezien.
Een klacht moet worden ingediend tegen een (waarnemend) gerechtsdeurwaarder of een kandidaat-gerechtsdeurwaarder. Een maatschap, BV of ander samenwerkingsverband kan als zodanig niet als beklaagde worden gezien.
Wie beoordeelt een ingediende klacht?
Een klacht wordt beoordeeld door de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam. Deze kamer bestaat uit vijf personen; drie rechters en twee gerechtsdeurwaarders. Daarnaast zijn er tien zogenaamde plaatsvervangers beschikbaar. Al deze personen worden benoemd door de minister van Veiligheid en Justitie. De gerechtsdeurwaarders worden eerst voorgedragen door de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG). Alle tuchtzaken worden behandeld door minimaal drie van deze vijf personen.
Klachten moeten uiteraard wel 'ergens' over gaan. Is dit overduidelijk niet het geval, dan kan de voorzitter van de Kamer ingediende klachten al direct afwijzen, zonder verdere behandeling. Dit worden kennelijk niet-ontvankelijke en kennelijk ongegronde klachten genoemd.
Hoe moet een klacht worden ingediend?
Een klacht tegen een deurwaarder moet schriftelijk worden ingediend bij de voorzitter van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders. Als iemand zelf niet in staat is om een klacht op papier te zetten, kan deze persoon worden geholpen door de griffier van de rechtbank Amsterdam, waar de Kamer is gevestigd. Deze 'hulp' is wettelijk vastgelegd in de Gerechtsdeurwaarderswet! Een kopie van de klacht wordt doorgestuurd naar de desbetreffende deurwaarder. Hij of zij mag vervolgens een verweerschrift indienen, waarna de klacht door de Kamer behandeld zal worden.
Behandeling van de klacht en de uitspraak
De klacht wordt in het openbaar behandeld door de Kamer. Veelal zullen de klager en de deurwaarder hier allebei bij aanwezig zijn, zo nodig samen met een advocaat. Indien nodig kunnen ook nog getuigen en/of deskundigen worden opgeroepen.
De uitspraak van de Kamer is niet-ontvankelijkverklaring, ongegrondverklaring of gegrondverklaring. Bij een gegrondverklaring kàn de Kamer de volgende maatregelen opleggen:
- berisping
- geldboete (deze boete is niet voor de klager, maar voor de Staat!!)
- schorsing voor maximaal 1 jaar
- ontzetting uit het ambt (ontslag)
Tegen een uitspraak van de Kamer kan in beroep worden gegaan bij een kamer voor burgerlijke zaken van het Gerechtshof Amsterdam.