Het recht: trias politica
Het trias politica wordt, ondanks dat het al eeuwen bestaat, nog steeds gebruikt in de hedendaagse klassiek-liberale rechtsstaat. Dit artikel beschrijft het ontstaan en het gebruik van de machtenscheiding.
Betekenis
De Nederlandse staat staat in beginsel boven de conflicten van individuen. Het is een instantie die conflicten op een objectieve manier benadert. Het positiveert natuurwetten in een wetgeving en past deze onpartijdig toe. Het
trias politica werd gebruikt om dit te ordenen en te handhaven. Het wordt ook wel
driemachtenleer of
scheiding van machten genoemd. De Franse filosoof Charles de Montesquieu heeft drie organen in het leven geroepen, met het oog op de wetgeving. In deze machtenscheiding werden de drie basisbevoegdheden van de staat opgenomen: wetgeving, bestuur en rechtspraak.
Trias politica
Montesquieu was van mening dat de de basisbevoegdheden van de staat niet bij eenzelfde persoon of instantie mocht liggen. Hij verdeelde de macht in drie delen:
- De wetgevende macht
- De uitvoerende macht
- De rechterlijke macht
Het idee was dat iedere vorm van macht bij een andere instantie of groep personen zou liggen, anders zou er een orgaan of instantie ontstaan die een te groot deel van de macht in een land of gebied zou hebben. Dit zou weer willekeur en onderdrukking kunnen inhouden. In Nederland wordt dit voorkomen en het systeem van machtenscheiding gehanteerd:
- De wetgevende macht: de Staten Generaal (Eerste en Tweede kamer) en de regering
- De uitvoerende macht: de regering
- De rechterlijke macht: de rechters
De uitvoerende macht wordt op tweevoudige wijze aan de wet gebonden: het dient zicht te houden aan de door de wet gebonden beperkingen en ontleent zijn bevoegdheden aan de wet. Hiermee wordt de macht van het bestuur in Nederland gefundeerd.
Democratie
Om dit systeem succesvol toe te passen is het hebben van een democratie een eis. De uitvoerende macht is verantwoording schuldig aan de wetgevende macht, de wetgevende macht is vervolgens verantwoording verschuldigd aan de burgers, die invloed op de wetgevende macht hebben door middel van verkiezingen.
Legaliteitsbeginsel
De betekenis van dit beginsel is dat een feit niet strafbaar is als er geen wettelijke bepaling van bestaat. In andere woorden: iets is niet strafbaar als niet in de wet staat dat dit strafbaar is. Omdat de wetgevende macht en de rechterlijke macht gescheiden zijn, kunnen rechters geen invloed uitoefenen op de inhoud van de wetten. Zij behoren de wet niet te toetsen, enkel toe te passen. Zo wordt de macht van de rechters dus ingeperkt. De (door de burgers) gekozen regering en de Eerste en Tweede kamer samen creëren de wetten.