Het recht: algemene rechtsbegrippen
Juridische begrippen zijn er in allerlei soorten en maten. Maar wat betekenen de belangrijke begrippen die vaak worden gebruikt in wetteksten en studieboeken? In dit artikel een overzicht.
Positief recht
Binnen het
positieve recht kennen we alle rechtsregels die op een bepaald moment op een bepaalde plaats gelden. Dat wil zeggen dat in Nederland het Nederlandse positieve recht bestaat uit alle rechtsregels die op dit moment in Nederland gelden. Daaronder vallen zowel verplichtende regels, veroorlovende regels, bevoegdheidsverlenende normen en beoordelingsnormen, als ook procesrechtelijke regels.
Objectief recht
Naast het positief recht kennen we het
objectieve recht. Hiertoe worden alle regels in het algemeen bedoeld. Hier zit dus geen bepaalde plaats of tijd aan gebonden. De term objectief recht is een soort verzamelnaam. Het positieve recht valt binnen het objectieve recht. Positief recht kan worden gezien als deel van het objectieve recht.
Subjectief recht
Het
subjectieve recht houdt de rechten in die het recht toedeelt aan een rechtssubject. Het subjectief recht wordt ontleend aan het objectieve recht.
Publiek- en privaatrechtelijke subjectieve rechten
- Publiekrechtelijke subjectieve rechten zijn de rechten en bevoegdheden die het publiekrecht (verhouding overheid en burger) aan een rechtssubject toekent.
- Privaatrechtelijke subjectieve rechten zijn de rechten en bevoegdheden die het privaatrecht (verhouding tussen burgers onderling) aan een rechtssubject toekent.
Rechtssubject
Een
rechtssubject is in feite een drager van rechten en plichten. Een bevoegdheid wordt overgedragen of toegekend aan een rechtssubject. Het rechtssubject wordt op deze manier bevoegd tot een bepaalde handeling. Als drager van een bepaalde bevoegdheid ben je verantwoordelijk voor de verplichtingen die deze bevoegdheid met zich meebrengt. Een rechtssubject kan zowel een natuurlijk persoon zijn als een rechtspersoon. Een
natuurlijk persoon is een mens van vlees en bloed. Een
rechtspersoon is een drager van een bepaalde bevoegdheid, maar niet van vlees en bloed is. Hierbij kan worden gedacht aan een overheid of bepaald orgaan. Deze rechtspersoon kan weer worden ingedeeld in privaatrechtelijke rechtspersonen en publiekrechtelijke rechtspersonen.
Publiekrechtelijke rechtspersoon
Dit zijn organisaties die:
- door de overheid via een regel van publiekrecht in het leven worden geroepen;
- aan wie een deel van de staatstaak is toebedeeld (bijvoorbeeld verordenende bevoegdheid);
- als een dwanggemeenschap kunnen worden aangemerkt d.w.z. dat men geen lid is omdat men zich vrijwillig heeft aangemeld maar omdat men ergens woont, een bepaald beroep heeft e.d.
Zij zijn dragers van publieke rechten en plichten. De Staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen, alsmede alle lichamen waaraan krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend zijn publiekrechtelijke rechtspersonen. Dit is te vinden in
art. 2:1 lid 1 BW.
Privaatrechtelijke rechtspersoon
Dit zijn organisaties die:
- tot stand komen door burgers, via regels van privaatrecht;
- op grond van de wet private (civiele) bevoegdheden kunnen hebben of op zich kunnen nemen;
- niet als een dwanggemeenschap kunnen worden aangemerkt. Men wordt vrijwillig lid.
Het zijn dragers van private (civiele) rechten en plichten. Privaatrechtelijke rechtspersonen zijn verenigingen (titel 2 Boek 2 BW), coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen (titel 2 van Boek 2 BW), naamloze vennootschappen (titel 4 van Boek 2 BW), besloten vennootschappen (titel 5 Boek 2 BW) en stichtingen (titel 6 Boek 2 BW).
Wet in formele zin
Bij
wetten in formele zin worden wetten ingedeeld op wijze van totstandkoming. De meeste wetten zijn tot stand gekomen door de regering en de Staten-Generaal samen.
Wet in materiële zin
Bij
wetten in materiële zin worden wetten ingedeeld op inhoud. Deze wetten bevatten algemeen bindende regelingen.