Het recht: nationaal, internationaal en supranationaal recht
Binnen het recht worden verschillende indelingen aan de rechtsrichtingen gegeven. Een indeling is het nationaal, internationaal en supranationaal recht. Dit artikel geeft uitleg.
Nationaal recht
De grenzen van het recht houden in beginsel op bij de landsgrens. Ieder land, en soms zelfs iedere staat of provincie, heeft zijn eigen rechtstelsel en/of wetgeving. Lang niet altijd houdt het heersende recht op bij de lands- of gebiedsgrenzen. Neem de Europese Unie als voorbeeld. Ieder land heeft zijn eigen rechtstelsel en wetgeving, maar de Europese Unie als geheel heeft ook een bepaald rechtsstelsel. Ook bij het drijven van handel met het buitenland komen overkoepelende regels en wetten kijken. Je kan zeggen dat het nationaal recht internationale elementen en aanknopingspunten bevat.
Binnen het Nederlandse nationale recht bestaan ook verschillende categorieën. Het nationale recht kan in de meeste landen worden ingedeeld in privaatrecht en publiekrecht. Binnen het privaatrecht zijn de rechten en plichten van burgers onderling vastgelegd. In het publiekrecht zijn de rechten en plichten van burgers in verhouding tot de overheid opgenomen.
Internationaal recht
Het internationale recht legt zijn grenzen verder dan het nationale recht. In de Nederlandse opvatting behoudt het internationale recht de internationale rechtsbetrekkingen van Nederlandse burgers. Het internationale recht bestaat steeds meer uit verdragen tussen verschillende landen of gebieden. Alle afspraken en regels die staten onderling maken worden opgenomen in het internationale recht. Er bestaan verschillende soorten verdragen:
- Verdragen waarbij staten onderling regels en wetten maken. Dit wordt gezien als een soort verplichting. In sommige gevallen gaat het om een gedragscode, bijvoorbeeld de afspraak om geen oorlog te voeren. Zulke afspraken worden vastgelegd in verdragen.
- Verdragen waarbij staten een bepaalde organisatie of orgaan in het leven roepen. Dit kan bijvoorbeeld gaan om mensenrechtelijkbeschermende organisaties. Voor het oprichten van zo'n organisatie moet er een verdrag worden opgesteld. Voorbeelden van deze organisaties zijn de EU en de VN. Deze organisaties nemen een bepaalde bevoegdheid of taak over.
- Verdragen waarbij bindende regels en wetten wordt vastgelegd. Deze verdragen komen het minst vaak voor.
Een van de bekendste verdragen is het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Het EVRM. In dit verdrag zijn wetten opgenomen die betrekking hebben op de mensenrechten. Dit verdrag is bindend voor de lidstaten en staat boven het nationale recht.
Supranationaal recht
Als laatste categorie bestaat het supranationaal recht. Onder het supranationaal recht vallen de organisaties die van lidstaten een eigen regelgevende en/of rechtsprekende bevoegdheid hebben gekregen. Zo'n organisatie heeft de mogelijkheid en het recht om een bepaald nationaal recht te beïnvloeden of te wijzigen. Een voorbeeld hiervan is het recht van de Europese Unie. De Europese wetgeving geldt in lidstaten als het geldend recht. Wetten die worden opgelegd door de Europese Unie worden dus genationaliseerd. Lidstaten hebben hiermee ingestemd. Zij zijn dan ook verplicht om deze opgelegde wetten op te nemen in het nationaal recht.