DNA en wetgeving
DNA wordt steeds vaker gebruikt om als ondersteuning in strafzaken. Maar wat zijn hiervoor eigenlijk de regels? Kortom: Hoe is de wetgeving over het gebruik van DNA in strafzaken?DNA
Bij een DNA-onderzoek worden DNA-profielen met elkaar vergeleken. Het DNA-profiel van een persoon (verdachte) wordt vergeleken met het DNA-profiel van sporenmateriaal dat op de plaats delict is aangedroffen. Ook kunnen verschillende sporen van verschillende plaatsen delict met elkaar vergeleken worden om te zien of de misdaden gepleegd kunnen zijn door dezelfde persoon.Wat zijn je rechten?
Als je vrijwillig je DNA af laat nemen moet je schriftelijk toestemming geven. Als je DNA echter in het belang is van het onderzoek en er redelijke verdenking is, kan de officier van justitie of de rechtercommisaris je bevelen DNA af te geven. Dit kan alleen nadat je als verdachte al gehoord bent.Als je DNA onderzocht is krijg je schriftelijk te horen of het overeenkomt met het DNA van de plaats delict. Als verdachte heb je recht op een contra-onderzoek. Als er opnieuw DNA afgenomen moet worden voor een contra-onderzoek mag de verdachte zelf het laboratorium kiezen waar het onderzoek wordt uitgevoerd.
Op het moment dat je DNA onderzocht wordt en je bent niet meer verdacht omdat het DNA je uitsluit wordt het DNA-profiel dat ze gemaakt hebben vernietigd.
Hoe wordt DNA afgenomen?
Voor DNA onderzoek wordt meestal wat wangslijmvlies afgenomen. Alleen als dit niet mogelijk is gaat men over op bloed of haarwortels. Het afnemen van DNA mag gedaan worden door een opsporingsambtenaar, maar alleen als hij op andere wijze niet met de desbetreffende zaak verbonden is. In uitzonderingsgevallen (verdachte wil niet meewerken bijvoorbeeld) gebeurd dit in het ziekenhuis, al dan niet met harde hand.Wat gebeurt er als er DNA gevonden word?
Op het moment dat er voorwerpen gevonden worden waar DNA-onderzoek naar gedaan moet worden, moeten deze opgestuurd worden naar het Nederlands Forensisch Instituut. Deze voorwerpen moeten voorzien zijn van een identiteitszegel. Ook het afgenomen DNA van eventuele verdachten wordt onderzocht door het NFI. Er wordt door het NFI een rapportage opgemaakt waar instaat, in grote lijnen. Welke sporen er gevonden zijn, hoe deze eraan toe zijn, of de verkregen DNA-profielen (van sporen van de plaats delict en DNA van een verdachten) met elkaar matchen en hoe betrouwbaar deze conclusie is.DNA dat gevonden is op de plaats delict en DNA dat afgenomen is van een verdachte kan vergeleken worden met het DNA in de databank. De databank bestaat uit profielen van verdachten, veroordeelden en overleden slachtoffers. Ook DNA dat op de plaats delict is aangetroffen wordt bewaard in de databank. Deze databank wordt beheerd door het Nederlands Forensisch Instituut. Het voordeel van deze databank is dat een verdachte zo eventueel ook gelinkt kan worden aan onopgeloste misdrijven.