Ontslag werknemer bij een publiekrechtelijk lichaam
Het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (hierna BBA) houdt in dat een werkgever het UWV WERKbedrijf toestemming moet vragen om zijn werknemer te mogen ontslaan. Maar in artikel 2 van het BBA worden uitzonderingen voor bepaalde groepen werknemers gemaakt, zoals werknemers bij een publiekrechtelijk lichaam. Dus voor deze groep werknemers hoeft de werkgever geen toestemming te verzoeken. De vraag is wat valt er onder publiekrechtelijk lichaam volgens de geschiedenis
Geschiedenis van de uitzondering
Het BBA 1945 was vooral gericht op herstel van het land, dit werd bereikt door het benutten van het arbeidspotentieel. Indien er veel werknemers van baan zouden wisselen, dan zou dat het snelle herstel van het land niet ten goede komen. De economische groei moest zeker worden gesteld. Als men deze uitzondering beziet in bovenstaande doelstellingen dat ziet men dat indien er geen verstoring van de arbeidsmarkt te verwachten was dan zouden de bepalingen van het BBA niet nodig geweest zijn. Als men deze doelstelling in het achterhoofd houdt, dan ziet men dat indien een ambtenaar werd ontslagen dat geen verstoring van het productieproces betekende, omdat het aanname- en ontslagbeleid volledig in handen van de overheid ligt.
Specifieke kenmerken van een werknemer bij een publiekrechtelijk lichaam
Bij een ambtenaar is er op dit moment sprake van eenzijdige aanstelling. Qua rechtsbescherming kan een ambtenaar tegen alle besluiten, zelfs ook tegen handelingen ten aanzien van de persoon, in bezwaar, in beroep en in hoger beroep gaan op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht. Dus ook het ontslag, maar wel in de limitatief opgesomde gevallen in de Ambtenarenwet zoals ontslag op eigen verzoek, arbeidsongeschiktheid, het bereiken van de 65 jarige leeftijd, de onbekwaamheid van de ambtenaar, reorganisatie, enz. De achterliggende gedachte is dat de overheidswerkgever een expliciete keuze moet maken bij de ontslagreden. De juistheid wordt eventueel beoordeeld bij de rechter. Als overheidswerkgever kan men ervoor kiezen om een primaire en subsidiaire grond voor ontslag aanvoeren, dit is makkelijk voor de overheidswerkgever gezien het eventuele feitencomplex. Het verkleint de kans op vernietiging bij de rechter.
Wetsvoorstel 32550
Dit wetsvoorstel wil de Ambtenarenwet en andere overeenkomstige wetten wijzigen om zo de rechtspositie van ambtenaren meer in overeenstemming te brengen met werknemers die werken op basis van een arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in Titel 7.10 BW. Maar wel met uitzondering van militairen, de zittende magistratuur, ministers, staatssecretarissen, burgemeesters en commissarissen van de Koningin. Dus ook dat voor de opzegging van de arbeidsovereenkomst met de ambtenaar toestemming nodig is ex artikel 6 BBA.
De redenen die in de Memorie van Toelichting genoemd worden zijn de volgende:
- De gelijke rechtspositie tussen werkgever en werknemer, de afzonderlijke rechtspositie van de ambtenaar is niet meer actueel. Er is geen rechtvaardiging voor het feit dat de ambtenaar en de werknemer verschillend worden behandeld. Als er wordt gekeken naar de aard van de arbeidsverhouding, namelijk de ondergeschiktheid en de loonafhankelijkheid, dan komt men tot de conclusie dat deze in beide gevallen hetzelfde zijn. De werknemer en de ambtenaar zijn naar hun arbeidsverhouding hetzelfde, en om dan gescheiden rechtsbescherming te behouden creëert ongelijkheid tussen beide groepen;
- Een tweezijdige arbeidsovereenkomst waardoor er gelijkheid zal komen te ontstaan tussen de overheidswerkgever en de overheidswerknemer;
- De contractsvrijheid;
- De toename van de arbeidsmobiliteit tussen de overheid en de marktsector. Op dit moment wordt deze mobiliteit belemmerd door het feit dat er min of meer gescheiden arbeidsmarkten zijn. Hiermee wordt bedoeld arbeidsmarkten voor zowel de publieke als private sector, waardoor een ambtenaar of werknemer enkel binnen zijn eigen sector werk zal zoeken. Door de ambtenaar onder het civiele arbeidsrecht te laten vallen, creëert men één sector waarbinnen beide partijen opereren;
- De toepassing van cao’s en avv’s wat zal leiden tot stabielere arbeidsverhoudingen;
- Er hoeft geen vertaalslag naar het ambtenarenrecht plaats te vinden ofwel deregulering.
Wanneer is er sprake van een publiekrechtelijk lichaam
Indien het ontslagbeleid volledig in handen ligt van de overheid, dan is er sprake van een publiekrechtelijk lichaam. En dan hoeft de werkgever dus geen toestemming te vragen alvorens de werknemer te ontslaan. Alle werkzaamheden op een consulaat dan wel ambassade vallen onder de publiekrechtelijke functie, ook al hebben deze werknemers niet dezelfde voorrechten als een diplomaat. Een zelfstandig bestuursorgaan in de vorm van een stichting, zoals het CBR of NOvA, vallen ook onder de uitzondering.