Concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst
In een arbeidsovereenkomst kunnen verschillende bedingen voorkomen die de werknemer binden aan voorwaarden. Voornamelijk voorkomend is het concurrentiebeding en een geheimhoudingsbeding. Maar aan welke voorwaarden moeten deze bedingen voldoen willen deze wettelijk geldig zijn?
Algemene opmerkingen
Welke bijzondere bedingen staan er in Boek 7 Titel 10:
- Proeftijdbeding;
- Boetebeding;
- Concurrentiebeding;
- Eenzijdig wijzigingsbeding;
- Tussentijds opzegbeding.
Wat hebben deze bedingen met elkaar gemeen? De bedingen moeten schriftelijk worden overeengekomen. Voor een geheimhoudingsbeding gelden geen wettelijke vereisten, het is niet van belang of het schriftelijk is overeengekomen dan wel met een meerderjarige.
Waarom worden deze vier (vijf) wettelijk opgenomen? Ter bescherming van de werknemer door er voorwaarden aan te verbinden, maar ook (minder) ter bescherming van de werkgever. Maar indirect is het gekoppeld, zoals dat om een geheimhoudingsbeding te effectueren verbinden aan een boetebeding. Maar een optiebeding, moet dat niet in de wet worden opgenomen?
Concurrentiebeding
Dit heeft twee voorwaarden: schriftelijkheid en meerderjarigheid. Aan de andere bedingen (proeftijd, boete en eenzijdig wijzigingsbeding) worden zwaardere voorwaarden gebonden, veelal een materiële toets. Een concurrentiebeding werkt ook na afloop van de arbeidsovereenkomst. Maar men verbiedt iets, het is een inperking van de grondrechten (art.19 lid 1 Grondwet). Want de vrije keuze om te gaan werken waar men wil wordt beperkt. Mag men een dergelijk beding afspreken? Men kan ook zeggen dat er de onrechtmatige daad bestaat voor mensen die ergens anders gaat werken met dezelfde kennis. Argumenten tegen zijn dat men de schade moet aantonen en dat een onrechtmatige daadsactie moeilijker aan te tonen (zoals de causaliteitsrelatie en de zorgplicht).
Voor de duur van beperking kan men een billijke vergoeding eisen van de rechter. De werkgever is schadeplichtig is als men onregelmatig opzegt en dat het ontslag wegens dringende reden niet rechtsgeldig bleek te zijn. Art.7:653 lid 3 BW: het concurrentiebeding blijft gewoon geldig.
Wat gaat een werknemer als eerste roepen als er een concurrentiebeding was opgenomen in de arbeidsovereenkomst, maar deze is geëindigd? Men vraag eerst aan de werkgever of het concurrentiebeding te versoepelen, dit gebeurt soms door het concurrentiebeding om te zetten in een relatiebeding.
Art.19 lid 3 Grondwet
Toen art.19 lid 3 Grondwet werd ingevoerd dacht men dat het concurrentiebeding niet meer mocht. Als werkgever heeft men horizontale werking nodig. Vanaf 1990 nam de Hoge Raad pas aan dat grondrechten horizontale werking heeft. In het arrest Afga/Schoolderman heeft de Hoge Raad een schakelbepaling ingevoerd, art.3:12 BW waaronder ook de horizontale werking van de grondwet valt. Toen begon het concurrentiebeding in opmars te komen. Het Ministerie van Economische Zaken ging kijken of het concurrentiebeding nog up to date was. Want een concurrentiebeding belemmerde het vrij verkeer van werk, ook gezien het Europees niveau.
Bij een concurrentiebeding moet men kijken wat voor kennis dan wel ervaring de werknemer heeft. Het kan zijn dat de rechter een concurrentiebeding gaat beperken tot een bepaald gebied dan wel expertise. Men moet het concurrentiebeding beperken tot waar de werkgever zijn belang ligt. Hold up in het arbeidsrecht: mensen staan tegen over elkaar met evenveel munitie. Werkgever en werknemer moeten in de onderhandeling zo efficiënt mogelijk ten opzichte van elkaar staan. Één van de problemen in het kader van de ontslagbescherming is dat men een stuk innovatie mist. Werkgevers gaan denken wat men nog moet investeren in de werknemers.
Waarom werkt een geheimhoudingsbeding niet hetzelfde als een concurrentiebeding?
Geheimhoudingsbeding ziet alleen op de inhoud, een concurrentiebeding ziet ook op de functie zelf en het gebied waarin men werkt. Een geheimhoudingsbeding valt tijdens en na de arbeidsovereenkomst, het concurrentiebeding werkt alleen na de arbeidsovereenkomst. Als men ontslagen dreigt te worden, men sluit een beëindigingsovereenkomst waarbij er staat finale kwijting. Wat betekent dit voor het concurrentiebeding? Volgens Grapperhaus valt het concurrentiebeding hier ook in, want men heeft finale kwijting. Tenzij uit alle omstandigheden kan worden afgeleid dat men bedoeld heeft het concurrentiebeding daarbuiten te laten. De contra proferentum regel moet men uitleggen ten nadele voor wie het bedoeld is, dus ten nadele van de werkgever. Maar dit wordt niet expliciet door de Hoge Raad erkend.
Het concurrentiebeding heeft het voordeel dat het duidelijk stelt dat men ergens moet wegblijven. Een geheimhoudingsbeding stelt dit niet expliciet. Men kan bij de concurrent dingen doen die zwaar concurreren maar er is een geheimhoudingsbeding dus men vertelt het niet door dat men concurreert. Als de collega van de werknemer op de klanten afstapt, moet men getuigenverhoor houden. Het concurrentiebeding werkt preventief, wanneer er sprake is van een geheimhoudingsbeding dan moet men achter bewijzen dat men dit heeft overtreden.
Onrechtmatige concurrentie
Als men bij de werkgever gevoelige informatie meeneemt en gaat concurreren naar de klanten van de werkgever. Mag dit indien er geen concurrentiebeding is? Er kan sprake zijn van onrechtmatige concurrentie gezien het arrest Bogaard/Vesta: stelselmatig, substantieel, duurzaam bedrijfsdebiet en met gebruikmaking van kennis. Waarom is de Hoge Raad vrij streng in? Men gaat anders het schriftelijkheidsvereiste onderuit halen. Een contract heeft alleen invloed op de vraag of er sprake is van een onrechtmatige daad als “het een zelfstandige onrechtmatige daad zou zijn”. Er moeten dus altijd bijkomende omstandigheden zijn.
Relatiebeding - concurrentiebeding
Is het relatiebeding een concurrentiebeding? Art.7:653 BW: ja, want een relatiebeding beperkt de werknemers. Het is een beperking om op zekere wijze werkzaam te zijn.
Art.7:653 BW en een arbeidsovereenkomst
Art.7:653 BW vereist dat er een arbeidsovereenkomst moet zijn. Stel dat er een managementovereenkomst is met een concurrentiebeding? Volgens de Hoge Raad is het geen art.7:653 BW. Iets anders is als de managementovereenkomst een arbeidsovereenkomst is.
De Hoge Raad heeft het civiele recht steeds meer naar zich toe getrokken. De Hoge Raad heeft in het Stoof/Mammoet – arrest de werking van art.6:248 lid 1 en lid 2 BW van toepassing verklaard. Indien er een afwijking een is van art.7:653 BW moet er sprake zijn van een redelijkerwijs onaanvaardheid zijn wil men onder het concurrentiebeding uitkomen.
Brabant/Van Uffelen
Het bestaande concurrentiebeding verliest zijn gelding, ten gevolge van een wijziging van de arbeidsverhouding van zo ingrijpende aard is waardoor het beding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken.
In de praktijk dacht men dat indien er sprake was van een ingrijpende wijziging het beding zwaarder is gaan drukken.
Maar sinds de AVM-arresten heeft de Hoge Raad geoordeeld dat naar mate de wijziging ingrijpende is van aard dat dan het beding in reikwijdte gaat verliezen. Nu moet de rechter kijken zo ja en in hoeverre het concurrentiebeding is gaan drukken. Men moet de omstandigheden gaan wegen. Tevens moet de rechter uitleggen waarom men het concurrentiebeding eventueel beperkt.
Ingrijpende wijziging?
Wanneer is er sprake van een ingrijpende wijziging? Wanneer er in de constellatie waarin men werkt ingrijpend wijzigt. Stel een tuinbedrijf koopt een patent erbij waardoor er meer machines bij komen. Of wanneer er een afdeling gereorganiseerd wordt, dan is de situatie gewijzigd. Of als het takenpakket van de werknemer verandert, bijvoorbeeld van Sales manager Noord Holland naar Sales manager Nederland.
Zwaarder drukken?
Op het moment waarop het concurrentiebeding bijvoorbeeld van Noord Holland naar heel Nederland verschuift door de ingrijpende wijziging, dan gaat het zwaarder drukken. Bij fusie wordt men bijvoorbeeld overgenomen door een groot bedrijf waardoor de afnemers vergroot binnen de regio waar men werkt, dan gaat het concurrentiebeding zwaarder wegen.
Piramide
Redelijke belangenafweging
Blakborn/LAN-Alyst afspraak
Mammoet/ AVM invulling
Schriftelijkheidseis
Schriftelijkheid
Het is de basis voor de uitleg en de belangenafweging. Door de schriftelijkheid is er sprake van rechtszekerheid. Indien er niet voldaan is aan het schriftelijkheidsvereiste dan is er geen sprake van een concurrentiebeding. De waarborgfunctie houdt in dat men niet zomaar wordt geconfronteerd met een concurrentiebeding, dat men er goed over heeft nagedacht en heeft kunnen lezen.