Ins en outs van de Wet Mulder
De Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften, beter bekend als de Wet Mulder, is in het leven geroepen om de vervolging van eenvoudige verkeersovertredingen sneller te laten verlopen. In dit artikel leest u wat de Wet Mulder inhoudt, en hoe u bezwaar maakt als u het niet eens bent met de u opgelegde verkeersboete(s).
De Wet Mulder: van strafrecht naar bestuursrecht
In vroeger tijden vielen alle verkeersovertredingen onder het strafrecht. De Wet Mulder heeft de meest eenvoudige en veelvuldig voorkomende overtredingen, zoals te hard rijden, bumperkleven, door rood rijden, foutparkeren enzovoorts, overgeheveld naar het bestuursrecht. De bestraffing van verkeersovertredingen valt zodoende niet langer onder de regels van het Wetboek van Strafrecht en -Strafvordering, maar onder die van de Awb (Algemene wet bestuursrecht), naast de WvW (Wegenverkeerswet) en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens.
Reden invoering Wet Mulder
Ook voordat de Wet Mulder ingevoerd was, werden de meeste verkeersovertredingen afgedaan met een transactievoorstel. Door een bepaald bedrag te betalen, wordt vervolging door het OM (Openbaar Ministerie) "afgekocht". Maar aangezien dergelijke verkeersovertredingen heel vaak voorkomen, kon het weleens lonend zijn om de betaling achterwege te laten en in plaats daarvan de vervolging door het OM rustig af te wachten: de zaak werd misschien wel geseponeerd wegens ontoereikende capaciteit bij Justitie. Zodoende is in 1989 besloten om dergelijke overtredingen bestuursrechtelijk af te doen, in plaats van strafrechtelijk.
Gevolgen invoering Wet Mulder
Stel: u rijdt te hard en wordt geflitst. Na enige tijd ontvangt u de welgevreesde envelop van het
CJIB, met daarin een beschikking en een acceptgiro. Betaalt u op tijd, dan gebeurt er niets. Maar betaalt u niet, of te laat, dan krijgt u -anders dan vroeger- niet de tijd om eens rustig af te wachten of de Officier van Justitie al dan niet vervolging tegen u gaat instellen: u ontvangt gewoon een aanmaning in de bus. Met deze aanmaning wordt u aangespoord om het verschuldigde bedrag alsnog te voldoen, met daarbij een verhoging van 50% van het basisboetebedrag. Het niet betalen van de eerste aanmaning leidt tot een tweede aanmaning: het bedrag wordt dan tweemaal zo hoog als het bedrag van de eerste aanmaning.
Het niet betalen van de aanmaning van het CJIB
Wanneer u twee aanmaningen van het CJIB heeft ontvangen en de betaling desondanks achterwege blijft, probeert het CJIB het bedrag op andere wijze te innen. Dit betekent, dat de boete in mindering kan worden gebracht op het bedrag van de voorlopige teruggaaf van de Belastingdienst. U ontvangt dan een brief van de Belastingdienst waarin staat dat het CJIB beslag heeft gelegd op uw teruggave. Van het CJIB ontvangt u een
Kennisgeving van Verhaal. Heeft u geen recht op voorlopige teruggaaf of is er een andere reden waardoor het CJIB geen beslag kan leggen bij de Belastingdienst? Dan mag het CJIB, uit hoofde van de Officier van Justitie, het bedrag laten afschrijven van uw bank- of girorekening. Ook in dat geval ontvangt u van het CJIB een
Kennisgeving van Verhaal. Dit incasseren door het CJIB brengt kosten met zich mee, hoewel deze in eerste instantie niet buitensporig hoog zijn (om en nabij de 20 euro).
Inschakelen van de gerechtsdeurwaarder
Is incasseren via de Belastingdienst en/of afschrijving van uw rekening niet mogelijk, dan heeft het CJIB nog een stok achter de deur in de vorm van de gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder kijkt of de boete kan worden verhaald op uw inkomsten, uw vermogen en/of uw bezittingen. U ontvangt dan een
dwangbevel. Bent u het hier niet mee eens, dan kunt u een verzetschrift indienen bij de sector kanton van de rechtbank in uw regio. Dit kunt u zelf doen; u heeft hierbij geen advocaat nodig.
Andere dwangmiddelen
Behalve de gerechtsdeurwaarder zijn er nog andere middelen waarmee het CJIB betaling kan afdwingen. Zo kunnen zij uw rijbewijs en/of uw voertuig in beslag nemen. Ook kan de kantonrechter de Officier van Justitie toestemming geven om u te laten
gijzelen; u wordt dan, voor maximaal 7 dagen, opgesloten.
Ik ben het niet eens met de verkeersboete; wat kan ik doen?
Het niet betalen van de verkeersboete leidt, zoals u hierboven hebt gelezen, tot verhogingen en andere ellende. Maar wat als u van mening bent dat de boete onterecht is opgelegd? Schrijf een bezwaarschrift en stuur dit naar de Officier van Justitie. (Het adres vindt u in de begeleidende brief bij de acceptgiro.) Voor het indienen van een bezwaarschrift heeft u, na ontvangst van de boete, zes weken de tijd. Vervolgens heeft de Officier van Justitie 16 weken de tijd om uw bezwaarschrift te beoordelen. Zolang uw bezwaarschrift in behandeling is, hoeft u de boete (nog) niet te betalen.
Mijn bezwaarschrift is afgewezen; wat nu?
Als uw bezwaarschrift wordt afgewezen, staat de mogelijkheid nog open om in beroep te gaan bij de kantonrechter. Wel moet u, om in beroep te kunnen gaan, eerst het boetebedrag betalen. Als uw beroep slaagt, wordt het boetebedrag door het CJIB aan u terugbetaald. U heeft, na ontvangst van de afwijzing van uw bezwaar, zes weken de tijd om naar de kantonrechter te stappen.
Lees verder