Afwezigheid van alle schuld
Afwezigheid van alle schuld is een buitenwettelijke strafuitsluitingsgrond. Hierbij gaat het om een in de rechtspraak geaccepteerde schulduitsluitingsgrond welke de verwijtbaarheid aan een bepaalde handeling laat wegvallen. Wanneer van een dergelijke strafuitsluitingsgrond sprake is, hangt af van de omstandigheden van het geval. Hierbij kan onder ander gekeken worden naar vier verschillende vormen van afwezigheid van alle schuld.
Algemeen: afwezigheid van alle schuld
Naast de in de wet geregelde strafuitsluitingsgronden kennen wij tegenwoordig ook buitenwettelijke strafuitsluitingsgronden. Afwezigheid van alle schuld, ook wel avas genoemd, is hier één van. Een strafuitsluitingsgrond kan worden omschrijven als een grond die zorgt dat de strafbaarheid van de verdachte wegvalt. De strafuitsluitingsgronden kunnen worden onderverdeeld in twee groepen: rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden. De eerste categorie haalt de wederrechtelijkheid van de gedraging naar voren, de tweede categorie de schuld. De schulduitsluitingsgronden nemen de verwijtbaarheid (schuld in enge zin) van een gedraging weg. Avas valt hieronder. Wanneer iemand namelijk strafbaar handelt, is dit in principe verwijtbaar, men heeft schuld aan deze gedraging. In sommige gevallen kan het echter zo zijn dat de schuld wegvalt. Is dit zo, dan komt men toe aan het toepassen van een schulduitsluitingsgrond.
In het Water en Melk arrest (HR 14 februari 1916, NJ 1916) heeft de Hoge Raad de schulduitsluitingsgrond Afwezigheid van alle schuld aangenomen. Een veehouder had zijn knecht melk aangelengd met water aan klanten laten bezorgen. Hiervoor werd de veehouder als ‘doen pleger’ vervolgd. De veehouder betoogt echter zelf niet strafbaar te zijn als doen pleger, de knecht is volgens hem strafbaar. Voor doen plegen moet namelijk vast komen te staan dat de feitelijke pleger (de knecht) niet strafbaar is. De veehouder pleit dus voor strafbaarheid van de knecht. Dit deed de veehouder door te stellen dat het in dit geval alleen ging om het afleveren van de melk en dat de knecht geen schuld hoeft te hebben aan het strafbare feit. Wanneer dit het geval zou zijn, zou de knecht gestraft worden en de veehouder vrijuit gaan. Dit vond de Hoge Raad te vergaan en neemt aan dat in delictsomschrijvingen waarin schuld ontbreekt als bestanddeel, toch schuld in de zin van verwijtbaarheid als element kan worden ingelezen. Zo kon de knecht worden vrijgepleit door afwezigheid van alle schuld aan te nemen.
Avas ziet dus op twee delen: er moet gedwaald zijn en de dwaling moet verontschuldigbaar zijn. Hierbij wordt voornamelijk gekeken naar de omstandigheden van het geval. Is de verdachte bijvoorbeeld wel zorgvuldig genoeg te werk gegaan en is niet onnodig onvoorzichtig geweest? Hierbij moet ook gekeken worden naar de zogenaamde Garantenstellung (Duits woord). Zo moeten artsen, automobilisten, agenten en andere specialisten een hogere mate van zorg betrachten in vergelijking met andere personen. Avas kan worden ingedeeld in vier verschillende groepen, ik zal ze hieronder verder bespreken.
Verontschuldigbare feitelijke dwaling
Bij verontschuldigbare feitelijke dwaling is sprake van dwaling (onwetendheid) omtrent de feiten. Men handelt dus strafbaar zonder dit in feite te weten, men handelt uit onwetendheid. Het gaat er hierbij dus om, dat de verdachte handelde, dat hij bij deze handeling dwaalde en dat hij van deze dwaling onwetend was (hij wist dus niet dat hij bijvoorbeeld een regel overtrad). Wanneer dit het geval is, moet niet over het hoofd worden gezien dat een feitelijke dwaling ook nog eens verontschuldigbaar moet zijn. Hierbij geldt ook weer de hierboven al besproken Garantenstellung. Het Water en Melk arrest is een goed voorbeeld van verontschuldigbare feitelijke dwaling. Over het algemeen kan gezegd worden dat men een beroep doet op feitelijke dwaling als men het bestanddeel opzet of culpa in de tenlastelegging wil bestrijden.
Verontschuldigbare rechtsdwaling
Van verontschuldigbare rechtsdwaling is sprake als men een bepaalde wettelijk regel heeft overtreden die hij of zij niet kende. Nu gebeurt het vaker dat mensen de wet overtreden en vervolgens een beroep doen op rechtsdwaling. Dit kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Het uitgangspunt hierbij is dat iedereen de wet kent. Hierbij wordt gedoeld op een serieus onderzoek naar de wettelijke regelingen gezien vanuit de burger. Bevindt de burger zich in het maatschappelijk verkeer, dan is het de bedoeling dat hij of zij de relevante regels in ieder geval kent. Automobilisten moeten bijvoorbeeld de verkeersregels kennen. Heeft de verdachte zich inderdaad ingespannen om de regels te kennen en toch een regel overtreden, dan kan het zijn dat hem een beroep op rechtsdwaling toekomt. Ook wanneer de burger denkt in zijn recht te staan, bijvoorbeeld wanneer hij in het bezit is van een vergunning en hiermee aan de slag gaat, kan er sprake zijn van rechtsdwaling. Als laatste kan de burger een beroep op rechtsdwaling toekomen als er sprake is van een verkeerd gegeven advies. Hierbij heeft de burger een advies (bijvoorbeeld over een vergunning of over een rechtsregel) gevraagd en dit opgevolgd, terwijl hij of zij hier toch de wet mee overtreedt. De Hoge Raad heeft in een aantal arresten uitgemaakt wanneer een burger door een onjuist advies een beroep kan doen op rechtsdwaling. Factoren: hoe betrouwbaar was het advies, wie was de adviseur en was deze deskundig, wat was de positie van de verdachte en hoe lastig was dit advies te begrijpen. Belangrijk hierbij is, dat de verdacht heeft gehandeld in een verontschuldigbare onbewustheid ten aanzien van de ongeoorloofdheid van de hem verweten gedraging.
Verontschuldigbare onmacht
Een andere variant van dwaling is verontschuldigbare onmacht. Hierbij is sprake van een situatie waaraan de verdachte in principe niks kan doen. Wanneer een persoon een verkeersongeval veroorzaakte doordat hij een epileptische aanval kreeg toen hij achter het stuur zat, kan hem een beroep op verontschuldigbare onmacht toekomen. Bedacht moet worden, dat wanneer sprake is van een onverwacht effect van een bepaald geneesmiddel, dit vaak niet wordt gezien als verontschuldigbare onmacht, mocht hierdoor een ongeluk zijn ontstaan. Komt de verdachte een beroep op verontschuldigbare onmacht toe, dan moet hij dus een beroep doen op dwaling!
De maximaal te vergen zorg
Een andere, veel met de vorige vorm samenhangende, vorm van dwaling is de maximaal te vergen zorg. Hierbij gaat het erom, of de verdachte bij het uitvoeren van een bepaalde handeling wel de maximaal te vergen zorg heeft betracht. Voordat men een bepaalde handeling gaat uitvoeren, moeten dus de beste en meeste geschikte voorzorgsmaatregelen worden genomen. Wanneer nou sprake is van de maximaal te vergen zorg, hangt af van de omstandigheden van het geval. Er ligt wat dat betreft een onderzoeksplicht op degene die de handeling uitvoert.