De verspreiding van dwergsterren in het heelal
Sterren zijn geclassificeerd in verschillende types. Deze classificering is gebaseerd op de spectrale eigenschappen en temperatuur van sterren. Hiernaast is de helderheid van de ster in verschillende klassen gedefinieerd. De zogenaamde "dwergster" valt onder de "V" klasse (Romeinse notatie). Deze groep sterren stralen minder warmte uit dan de zon. Wat zijn de overige verschillen tussen dwergsterren en de zon? Is de kans groot dat er leven is binnen de leefbare zone van een rode dwergster en hoe zou het leven er uit kunnen zien?
Verspreiding van dwergsterren
De verschillende eigenschappen van (rode) dwergsterren
Het begrip "dwergster" ontstond al aan het begin van de twintigste eeuw. Deze benaming werd toen bedacht door de Deense astronoom Ejnar Hertzsprung. Hij had namelijk ontdekt dat rode sterren in twee categorieën op te splitsen zijn: De rode reuzen en rode dwergsterren. Deze sterren behoren tot de klasse "V" en "M" sterren. De letters staan voor de lichtkrachtklasse en de spectraalklasse waarin de sterren onderdeel van zijn. Naast rode dwergsterren bestaan er ook bruine en witte dwergsterren. Deze sterren komen aanzienlijk minder voor in het heelal. Hiernaast is er een aanzienlijk verschil tussen rode dwergsterren en de zon.
Het verschil tussen de zon en dwergsterren
Dwergsterren hebben minder massa dan de zon en zijn daardoor vele malen kleiner. De maximale temperatuur die hij kan bereiken is "slechts" vierduizend graden. Dit is meer dan duizend graden minder heet dan de zon. Hiernaast hebben zij een tragere kernfusiereactie waardoor ze minder licht uitstralen. Vanwege deze trage kernfusiereactie straalt hij wel langer licht uit.
Het ontstaan en vergaan van een rode dwerg
Een ster wordt geboren wanneer er een kernfusiereactie ontstaat. Deze kernfusiereactie ontstaat pas wanneer er genoeg stof en gas is samengekomen. Wanneer de kernfusiereactie af begint te lopen verandert de ster in een witte dwerg. Ten slotte verandert de ster in een zwarte dwerg. In dit stadium straalt de ster haast geen warmte en licht meer uit. Hierdoor is zo'n ster moeilijk te ontdekken en te bestuderen.
Een hoog aantal dwergsterren
De dwergsterren zijn de meest voorkomende sterren in het heelal. Wetenschappers schatten dat drie op de vier sterren tot de dwergsterren behoren. De meest naburige ster (Proxima Centauri) behoort óók tot de dwergsterren. Deze ster is niet met het blote oog te zien, ondanks dat hij vrij "dichtbij" staat. De Melkweg bevat tussen de tweehonderd á vierhonderd miljard sterren. Drie op de vier sterren behoren tot de dwergsterren. Dit is dezelfde verhouding als elders in het heelal.
Rode dwergsterren in de Melkweg
De rode dwergster komt het meest voor in de Melkweg. Deze sterren zijn echter niet zichtbaar met het blote oog. Voor elke ster die met het blote oog te zien is, zijn er minstens drie rode dwergsterren die niet zichtbaar zijn. Rode dwergsterren hebben overigens een langere levensduur dan onze ster. De zon heeft namelijk "slechts" een levensduur van ongeveer tien miljard. Rode dwergsterren kunnen echter biljoenen jaren oud worden. Wetenschappers hebben ontdekt dat rondom deze oude sterren planeten kunnen draaien.
De levensvatbaarheid van exoplaneten rondom een rode dwergster
Wetenschappers schatten dat zes op de honderd dwergsterren minstens één exoplaneet zouden moeten bevatten die zich in de leefbare zone bevindt. Wetenschappers dachten dat de ster geen leefbare zone heeft vanwege de gevaarlijke straling en lage temperatuur. De leefbare zone (ofwel Goldilocks zone) is een gebied rondom een ster waar vloeibaar water kan bestaan. Het gebied dat eventueel vloeibaar water kan bevatten zou te dicht bij de gevaarlijke straling van de ster liggen. Bij nader inzien is deze leefbare zone mogelijk groter dan bij andere type sterren. Dit heeft te maken met de hoeveelheid warmte en straling die er van de ster af komt. Hiernaast kunnen rode dwergsterren biljoenen jaren oud worden. Dit vergroot de kans op de aanwezigheid van buitenaards leven.
Zwarte vegetatie
Rode dwergsterren zenden weinig licht uit. "Buitenaards vegetatie" zou zich hieraan moeten aanpassen. Planten op aarde gebruiken namelijk fotosynthese om zichzelf van energie te voorzien. Het pigment "chlorofyl" zorgt ervoor dat de rode en blauwe golflengtes door de bladeren worden opgenomen. Daardoor krijgen planten hun groene kleur. Er wordt hiermee optimaal gebruik gemaakt van het gele zonlicht dat de zon uitstraalt. Buitenaardse "planten" zouden eventueel zwart van kleur kunnen zijn. Hierdoor zouden ze alle lichtfrequenties kunnen opvangen. Dit zou nuttig zijn voor planten die het zwakke zonlicht van een rode dwergster moeten opvangen.