Wat is de Kardashev-schaal?

De schaal van Kardashev werd in 1964 door de Russische astronoom Nikolai Kardashev in het leven geroepen. Deze schaal duidt aan hoe technologisch geavanceerd een beschaving is, gebaseerd op de hoeveelheid energie die ze kunnen gebruiken. Ze bestaat uit drie niveaus: type I, type II en type III. Elk niveau is op technologisch vlak veel meer geëvolueerd dan zijn voorganger.

De verschillende types

Type 0

Een type 0-beschaving is op technologisch vlak nog niet voldoende geëvolueerd om in de schaal opgenomen te worden. Een exacte definitie is er niet, maar men kan spreken over een type 0-beschaving als deze ten minste 1 Watt (Joule/seconde) produceert. Deze extra trede werd ingevoerd om ook de mensheid een plaats te geven op de schaal van Kardashev.

Type I

Een type I-beschaving heeft toegang tot alle energie die beschikbaar is op zijn planeet. Over het algemeen zal deze waarde tussen 10^16 en 10^18 Watt liggen. Men houdt hier rekening met windkracht, zonlicht, waterkracht, thermische bronnen,... Omdat het onmogelijk is om al deze energiebronnen maximaal te benutten, kunnen er ook alternatieve methodes gebruikt worden om aan de beoogde hoeveelheid energie te raken. (Hier bestaat echter discussie over, omdat er dan in feite geen sprake is van een totale controle over de thuisplaneet.) Een mogelijke alternatieve bron wordt mogelijk gemaakt door Einsteins formule: e=mc^2. Het toepassen van deze formule op een kernfusie, waarbij een kleine hoeveelheid massa verloren gaat, levert heel wat energie op.

Type II

Een type II-beschaving kan alle energie van zijn zonnestelsel gebruiken. Dit zou rond de 10^26 Watt zijn. Het grootste deel van deze energie is afkomstig van hun ster, dus er is een methode nodig om al deze energie af te tappen. Een mogelijke oplossing is het bouwen van een Dysonbol. Dit theoretisch bouwwerk wordt rond een ster gebouwd om zo al zijn energie op te vangen. Tot nog toe zijn wetenschappers er niet in geslaagd een type II-beschaving te vinden, ondanks het feit dat deze beschavingen wel degelijk zouden opvallen. Hun gigantische energieverbruik zou heel wat stralingen en licht als gevolg hebben, iets wat moeilijk te verbergen valt.

Type III

Een type III-beschaving is in staat om alle energiebronnen van zijn sterrenstelsel (voor de mens zou dit het melkwegstelsel zijn) te gebruiken. Deze energie zou ongeveer gelijk zijn aan 10^36 Watt. Dit is een immense hoeveelheid, waardoor het moeilijk te vatten is tot wat een type III-beschaving in staat is.

Uitdagingen voor de verschillende types

Omdat er tot nog toe geen enkele dreiging gekend is die dodelijk zou zijn voor een type II of een type III, is het niet mogelijk om de uitdagingen voor deze types op te noemen. Type 0 en type I daarentegen hebben wel degelijk enkele zwakke plekken.

Type 0

Voor een type 0-beschaving is het grootste probleem zijn ontstaan. Omdat het ontstaan van leven een erg delicaat proces is, is er een grote kans dat zelfs deze fase niet wordt bereikt. Indien een beschaving er dan toch in slaagt zich te vormen, dan bestaat de uitdaging er in om een globale gemeenschap te vormen. Hiermee is de mensheid op dit moment bezig. Denk maar aan televisie, globale merken, het internet... Daarna moet er gefocust worden op de bescherming van het leven op de planeet en het vinden van efficiënte energiebronnen. Indien een type 0-beschaving niet snel genoeg evolueert, dan zal deze vernietigd worden door een meteorietinslag of een grote natuurramp (zoals bijvoorbeeld een ijstijd).

Type I

De gevaren voor een type I-beschaving zijn van een heel ander niveau. Zij moeten zorgen dat ze snel genoeg expanderen, zodat ze in meerdere zonnestelsels vertegenwoordigd zijn. Op die manier kunnen ze, zelfs bij het sterven van één ster, in leven blijven. Daarnaast moeten ze ook snel genoeg de energie van hun zon kunnen gebruiken, voordat ze hun planeet volledig uitputten.

De mensheid staat op een cruciaal punt. Langzaamaan nadert de transitie van type 0 naar type I. Welke invloed zal de mens hebben op het universum? Zal de mens de transitie van type 0 naar type I overleven? En wat dan?