Astrologie en horoscopen, spreken de sterren echt?
Horoscopen worden allang niet meer serieus genomen door wetenschappers. Maar er zijn ook onderzoeken die gunstig uitpakken voor de astrologie. Zou het leven van een mens dan toch te voorspellen zijn aan de hand van de sterren?
Kort
Te beginnen over de astrologie, moet gezegd worden dat een op de vier volwassenen Nederlanders horoscopen leest. Twaalf procent hiervan gelooft ook echt dat er een kern van waarheid in de horoscopen zit. Zij denken ook dat ze meer op mensen lijken met hetzelfde sterrenbeeld als henzelf dan mensen met een ander sterrenbeeld.
Kan astrologie kwaad?
Waarschijnlijk zaten er niet veel wetenschappers bij het bovenstaande stuk. Want zij nemen de astrologie totaal niet serieus. Zij zien het als een schoolvoorbeeld van pseudowetenschap. De uitspraken en voorspellingen zijn vaak zo vaag volgens wetenschappers, dat je ze nauwelijks kunt controleren. Vroeger was het nog van enige zin om onderzoek te doen naar astrologie, maar vandaag te dag zeggen wetenschappers dat we over genoeg kennis en onderzoeksresultaten beschikken om vast te stellen dat astrologie niet van enige waarde kan zijn voor de mens.
Twee redenen waarom astrologie kwaad kan volgens wetenschappers
Het kan principieel kwaad. Astrologen doen vaak net alsof hun kennis evenveel waard is als wetenschappelijke kennis. En dat is onterecht en kan mensen op een fout spoor brengen.
Ten tweede, het kan kwalijk zijn voor mensen als ze hun leven laten leiden door de astrologie. Als je bijvoorbeeld verteld wordt dadt je sollicitatiegesprek verkeerd zal aflopen, kan dat je psychologisch beïnvloeden. Of stel je voor dat de minister van Financiën zegt dat een lastenverzwaring niet nodig is, want in de horoscoop staat dat er een financiële meevaller aan staat te komen.
Onderzoek
Een vaak genoemd onderzoek is dat van een voormalige astroloog, de Australiër Geoffrey Dean. Hij bekeek de indeling in extraverte en introverte sterrenbeelden. Onder de eerste groep vallen de Waterman, Boogschutter, Weegschaal, Ram, Tweelingen en Leeuw. Onder de introverte groep valt de rest. Dean liet zijn proefpersonen een psychologische test invullen, om te bepalen wie er introvert en extravert was. Astrologen kregen de geboortehoroscopen van de proefpersonen. Op basis daarvan moesten ze zeggen wie introvert en wie extravert was. Ze deelden ongeveer de helft van de mensen goed in. Oftwel: de helft was fout. Dat wil zeggen dat ze met blind gokken net zoveel succes zouden hebben gehad. Maar als het zelfs met een persoonlijke horoscoop zo vaak fout gaat, waarom geloven zo veel mensen dan toch wat daarin staat?
Waarom geloven sommige mensen dan toch in astrologie?
Het antwoord op deze vraag ontdekte de Italiaanse psycholoog Gaetano Kanisza ooit. Uit zijn onderzoek bleek dat elke keer als iemand iets herkent in zijn horoscoop, dan gaat hij of zij de horoscoop betrouwbaarder vinden. Want een rake typering zorgt dat hij trekjes die hij niet herkent, ook eerder voor waar aanneemt. Tevens was opvallend in dit onderzoek dat hoe positiever de beschrijving is, hoe meer mensen zich daarin herkenden.
Wat zegt de astroloog zelf?
Astrologen houden ondanks alle critici toch vol dat hun theorieën kloppen. Volgens astrologen is het allereerst belangrijk om te beseffen dat astrologische uitspraken van heel grofmazig naar fijnmazig lopen. Horoscopen in bladen zijn zo grofmazig, dat je er weinig anders mee kunt dan jezelf vermaken. Geboortehoroscopen zijn fijnmazig. Ze zijn precies toegesneden op een persoon. Bovendien bevat een geboortehoroscoop veel meer dan wat daadwerkelijk in je leven gebeurt.
Over de onderzoeken die als bewijs tegen de astrologie worden aangevoerd hebben astrologen veel kritiek. Onderzoekers mogen zich volgens astrologen wel wat verdiepen in de materie. Ze weten niet genoeg hoe alles werkt, en daardoor komen wetenschappers vaak met onderzoeken die niet deugen. Zo zouden de gebruikte persoonsbeschrijvingen te algemeen zijn om iets zinnigs te zeggen. Ook wordt vaak geen rekening gehouden met de precieze geboortetijd. Dan worden de tijden van alle proefpersonen op 12 uur gezet, en dat terwijl voor astrologen een klein verschil in de tijd heel veel uitmaakt.