Van glashut via glasfabriek naar floatglasfabriek
Glashut is de oorspronkelijke benaming van een fabriek waar glas werd gemaakt. Tegenwoordig heet zo’n fabriek een glasfabriek voor de fabricage van talrijke glasproducten en floatglasfabriek voor de vervaardiging van een speciaal soort glas. Maar natuurlijk zag een fabriek er destijds anders uit dan nu en waren de technieken om glas te maken ook heel anders. Daarin onderscheidt een glashut zich duidelijk van een glasfabriek en floatglasfabriek.
Ontbossing door grote vraag naar hout voor glashut
Omdat voor de fabricage van glas destijds veel hout en pot-as nodig was werden glashutten vooral gebouwd in die omgeving waar veel hout voorhanden was zoals bosgebieden. Niet alleen voor het stoken van de ovens maar ook voor het maken van pot-as was veel hout nodig omdat pot-as bestaat uit een mengsel van zouten dat verkregen wordt door het as van hout in water op te lossen en daarna de oplossing in te dampen door te koken. Voor een beetje pot-as was zeer veel hout nodig. De grote vraag naar hout leidde destijds tot ontbossing. Zodra de voorraad hout in de buurt van de glashut op was verplaatste de fabriek zich.
Glashutten in België
Glashutten ontstonden in de middeleeuwen. De eerst bekende glashut stamt uit 1421 en bevond zich in de uitgestrekte bossen van de Belgische Ardennen in de buurt van de plaats Namen. In Leernes getuigt de Chemin du four à verre (Glasovenweg) nog van een glashut die in 1438 werd gesticht door de uit Venetië afkomstige Jean de Colnet. In de zestiende eeuw bevonden zich twaalf glashutten in de bossen van Brabant en langs de Maas en tussen de Maas en de Sambre vanwege het hout en de makkelijke aanvoer van zand als belangrijke grondstof voor het glas.
Opkomst van glasfabrieken
Pas in de zeventiende eeuw werden er glasfabrieken opgericht die aanvankelijk ook de naam glashut kregen. Zelfs een glasblazerij werd wel glashut genoemd. Het verschil tussen de oorspronkelijke glashutten en de glasfabrieken zat hem hoofdzakelijk in de vervanging van hout door steenkool en het gebruik van soda in plaats van pot-as. Daardoor was de vestiging van een fabriek niet meer mede afhankelijk van een plek in de buurt van veel hout. De naam glashut verdween geleidelijk.
Bloei van glasfabrieken in België
In 1643 verschoof de nog steeds betrekkelijk kleinschalige glasindustrie naar Charleroi toen steenkool werd toegepast in plaats van hout. Pas rond 1800 is er sprake van een grootschalige glasindustrie en werd in de Belgische fabrieken vooral vensterglas vervaardigd. Momenteel bevinden zich in België diverse glasfabrieken met als belangrijkste in Jemeppe-sur-Sambre, Lommel, Mol en Moustier-sur-Sambre .
Glashutten en glasfabrieken in Nederland
De eerst bekende glashut in Nederland stamt uit 1581 en bevond zich in Middelburg. In de zeventiende en achttiende eeuw telde Nederland wel vijftig glashutten met enkele zeer bekenden. In Den Bosch werd in 1614 door Clars Janss Wytmans begonnen met de fabricage van vensterglas en zogenaamd huysgelas. In Zutphen bevond zich een glashut van 1689 tot 1711 die eigendom was van Symony de Tournay. Rond 1800 waren er echter nog maar vijf van de vijftig glashutten over. In Nederland bloeide de glasindustrie weer op in de dertiger jaren van de negentiende eeuw toen in Zwijndrecht een glasfabriek werd opgericht door Samuël Eliazar Swerein en Jacobus Steffen. Daarna ontstonden er tot in de twintigste eeuw enkele glasfabrieken die echter ook weer zijn verdwenen. Tegenwoordig bevinden zich weer glasfabrieken in Dongen, Etten-Leur, Emmen, Heijningen, Leerdam, Maastricht, Moerdijk, Sas van Gent, Schiedam, Tiel en Venlo.
Floatglasfabrieken
Een zeer belangrijke ontwikkeling op het gebied van glas is het floatglas. De methode om dit glas te maken werd in 1952 bedacht door Pilkington. De gesmolten glasmassa wordt daarbij op een laagje gesmolten tin gegoten. Doordat het glas lichter is dan tin blijft het drijven. Op die manier ontstaat een perfect glad oppervlak zowel aan de bovenkant als aan de onderkant van het glas. Tegenwoordig wordt ongeveer negentig procent van het zogenaamde vlakglas op deze manier gemaakt. In Nederland staat in Tiel de enige Nederlandse floatglasfabriek en in België zijn er drie namelijk in Jemeppe-sur-Sambre, Mol en Moustier-sur-Sambre .