Aquaduct een waterleidingsysteem van eeuwen terug
Een aquaduct is een waterleidingsysteem dat door de Romeinen sinds de vierde eeuw voor Christus is ontwikkeld. Het bestaat uit een gemetseld kanaal dat water uit de heuvels naar de stad voerde. Het kanaal bevindt zich voor grote delen op een bogenconstructie die een hoogte van een paar tientallen meters tot soms wel vijftig meter boven de grond heeft en waarmee kloven tussen de heuvels worden overbrugd.
Veilige hoogte van aquaducten als waterleidingsysteem
Het water werd over de aquaducten vooral naar Romeinse badhuizen en stadsfonteinen vervoerd. Omdat er nog geen sprake was van pompen moest het water op eigen kracht het einddoel kunnen bereiken. Daarom was het noodzakelijk dat een aquaduct over de hele lengte exact even schuin afliep om een gelijkmatige stroom water van de hooggelegen bron naar het eindpunt te verkrijgen. Die hoogte had tevens het voordeel dat het daardoor moeilijk was om het water te stelen. Ook hadden kwaadwilligen daardoor geen kans iets met het water uit te halen zoals bijvoorbeeld verontreinigen.
Alternatief voor vervuild water van de Tiber
Vanuit de hoger gelegen waterbronnen bouwden de Romeinen veertien aquaducten om de verschillende stadsdelen van Rome van water te voorzien. Een belangrijke reden voor de bouw van aquaducten, waarmee het water van elders werd gehaald, was dat het water van de Tiber, die langs Rome stroomt, te vuil was om als drinkwater te gebruiken. Maar niet alleen Rome beschikte over water via aquaducten. Ook de steden van de Romeinse provincies werden op die manier van water voorzien.
Restanten van aquaducten
Aquaducten kwamen niet alleen in Italië voor. Er werden ook aquaducten gebouwd vooral in Duitsland, Frankrijk, Spanje en er zijn er ook in andere landen te vinden. Een van de best bewaarde aquaducten is de Pont du Gard bij Nimes in Frankrijk. Ook bijzonder zijn de overblijfselen van de aquaducten van Segovia en Tarragona in Spanje. Maar ook andere restanten zijn van grote historische waarde.
Duitsland
Keulen
In de eerste eeuw na Christus werd onder keizer Hadrianus een aquaduct gebouwd van de Noord-Eifel naar Keulen om die stad van zuiver drinkwater te voorzien. Om de valleien te overbruggen was een aantal bruggen nodig waarvan de langste een lengte van 1.400 meter bereikte. Overigens liep deze waterleiding voor een deel ondergronds en had een totale lengte van bijna 100 kilometer. Maar van het immense bouwwerk is niet veel overgebleven.
Frankrijk
Metz
Het aquaduct van Gorze werd gebouwd om de drie baden in Metz van water te voorzien. Het grootste gedeelte van die waterleiding liep ook ondergronds met na 1.270 meter een brug met om en nabij 110 bogen waarvan de hoogste boog een hoogte van 32 meter bereikte. De totale lengte van de waterleiding was 2.200 meter.
Remoulins
De Pont du Gard is een aquaduct in het zuiden van Frankrijk bij Remoulins. Dit aquaduct is in drie booglagen gebouwd en 49 m hoog met een helling van 34 centimeter per kilometer. De eerste laag werd gebruikt voor strijdwagens, over de tweede kon gelopen worden en de derde vormt het eigenlijke aquaduct. Waarschijnlijk is de Pont du Gard gebouwd onder keizer Augustus. Ooit was de Pont du Gard 50 kilometer lang maar niet alles is bewaard gebleven. Wat nog over is werd in 1985 toegevoegd aan de World Heritage List van UNESCO.
Spanje
Merida
Het Los Milagros aquaduct heeft 38 pilaren die 20 tot 30 meter hoog zijn en is een van de aquaducten die Merida van water voorzag.
Tarragona
Ook bestaan er nog restanten van het aquaduct El Puente del Diablo gelegen aan de snelweg AP-7 bij Tarragona.
Segovia
Bij Segovia bevinden zich nog overblijfselen van een aquaduct dat is gebouwd onder keizer Trajanus. Het vervoerde water van de rivier Frio naar Segovia. Het aquaduct van Trajanus loopt ongeveer 28 meter hoog door een deel van het centrum van Segovia. Het bestaat uit 160 bogen gedeeltelijk in twee verdiepingen gebouwd en heeft een lengte van 728 meter maar maakt als zodanig deel uit van de waterleiding die totaal ongeveer 1.600 meter lang was.