Zandstormen, zandverstuiving, stofhozen en waterhozen
Een zandstorm kan plaatsvinden wanneer het langere tijd droog is, er een harde wind staat en het zand nog niet bedekt is door een gewas. Het zicht wordt drastisch belemmerd door het zand. Bekend zijn de zandstormen in de woestijnen. Geregeld vinden we in Nederland het rode Saharazand uit Noord-Afrika terug. Het is daarna extra druk in de wasstraat om alle auto’s weer schoon te spuiten. Maar ook in Nederland zelf kunnen we te maken krijgen met een zandstorm of bij minder wind, een zandverstuiving. Ook kunnen er zich stofhozen en waterhozen in Nederland ontwikkelen. Het gaat zonder uitzondering om lokaal voorkomende stijgende en draaiende luchtstromen.
Moeilijk te voorspellen
Waterhozen, stofhozen en zandstormen zijn moeilijk te voorspellen. Ze blijven dan ook verrassend om te zien. Wel zijn er een aantal gegevens die zorgen voor deze bijzondere waarnemingen. Gegevens als:
- mooi, droog en zonnig weer;
- pas ingezaaide landbouwgronden;
- opstijgende luchtbellen om een stofhoos te kunnen veroorzaken;
- onstabiele luchtopbouw met stapelwolken voor waterhozen;
- aanwezigheid van redelijk warm water voor een waterhoos.
Zandstormen
De zandstormen zijn in Nederland niet te vergelijken met de zandstormen in de grote woestijnen. In de woestijn verschijnt aan de horizon een gigantische zandmuur die wel 100 kilometer breed kan zijn en enkele kilometers hoog. In landen als Irak, Iran, Egypte en Afghanistan verdwijnt de zon daardoor soms dagenlang en is het overdag duister. Dit kennen we in Nederland niet maar ook in Nederland kunnen er vele miljarden kilo’s vruchtbare landbouwgronden verplaatst worden door de wind. Als zacht zand wordt het door de wind verplaatst en kan lokaal voor overlast zorgen.
Codes voor een zandverplaatsing
Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut en de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) hebben verschillende codes voor zandverplaatsing:
- 06 zwevend stof;
- 07 stof of zand in de lucht door wind;
- 08 stof of zandhoos;
- 19 water- of windhoos;
- 27 opwaaiend zand of driftsneeuw;
- 28 opwaaiend zand (of driftsneeuw) >1 kilometer;
- 29 opwaaiend zand (of driftsneeuw) <1 kilometer;
- 30-39 stof of zandstorm(of driftsneeuw).
Een zandstorm of zandverstuiving in Nederland komt tot stand wanneer het stevig waait, de landbouwgronden nog of weer braak liggen en bij een periode van droogte. Het kan erg heftig zijn en het zicht behoorlijk wegnemen. Het irriteert de ogen en de mond en bescherming is dan nodig.
Vrijelijk stuiven
Ook zijn er in Nederland verschillende plekken waar het zand juist wel vrijelijk mag stuiven. De stuifzandvlakten. Op meerdere plekken in ons land en zelfs op de Veluwe ligt het grootste stuifzandgebied van Europa: het Kootwijkerzand. Een zandgebied met grillig gevormde vliegdennen. Om het gebied een stuifgebied te laten is er een beheersplan opgesteld om het zand niet in te laten klinkeren. Door het neerslaan van stikstof uit de lucht krijgen algen, mossen, korstmossen en hogere planten anders de kans om extra hard te groeien in het van nature arme zand.
Een stofhoos
Een stofhoos vormt zich in de onderste tientallen meters van de atmosfeer en wordt ook wel zandhoos of stofduivel genoemd. Het ontstaan is het gevolg van instabiliteit van de luchtmassa. De zon staat hoog, de ondergrond is droog, er staat weinig wind en het oppervlak warmt op. Warme luchtbellen stijgen op. Ze stijgen sneller dan de gangbare thermiek. Vanaf de grond kan de kolom met stijgende lucht die hierdoor ontstaat, om haar eigen as gaan draaien en laten een kleine wervelwind zien. Een draaiing die zo snel kan gaan dat alles de lucht ingeslingerd wordt. Zand, hooi, bladeren en plastic maar ook is mogelijk dat er stoeltjes, kussentjes en parasols opgetild worden. Stofhozen zijn niet heel erg sterk en brengen zelden schade van betekenis toe. De levensduur van een stofwolk is niet lang. In gunstige gevallen houden ze het enkele minuten vol. In Twente worden stofhozen ook wel windhekse genoemd, in Groningen dwirreltje en in de Achterhoek een vezzeköttel.
Bron: Skatebiker, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Waterhoos
Warm (zee) water, koude lucht op grote hoogte en een onstabiele atmosfeer kunnen een waterhoos veroorzaken. Dit in combinatie met stapelwolken die snel groeien en die tot buien leidden met niet teveel wind. In Nederland worden ze regelmatig waar genomen op de Waddenzee, Markermeer en IJsselmeer. Waterhozen komen dan ook veelal voor in de late zomer wanneer het water is opgewarmd. Het zeewater is dan ook meestal opgewarmd (minimaal 17 ° Celsius) en de koude luchtmassa vanuit de poolstreken kan in de herfst alweer doordringen tot in Nederland.
Koude bovenlaag
Boven het water vormt zich dan een snelstijgende luchtkolom die zijn weg vindt door de koude bovenlaag. Een luchtkolom van warme, lichte luchtbellen met een roterende werking. Waterhozen zien eruit als stofhozen maar dan op het water. Het zijn kleine sneldraaiende luchtbewegingen vanuit de wolk (tuba) waarbij de slurf het water kán raken en pas dan spreken we van een waterhoos. Het zuigt het water op en verplaatst het. Zodra het boven land is verliest de waterhoos zijn kracht. Heel zelden kan een waterhoos op de kust nog voldoende schade aanrichten.
Watersporters
Waterhozen zijn een plaag voor watersporters op een groot wateroppervlak. Omdat hier een onstabiele luchtopbouw voor nodig is en stapelwolken die snel kunnen groeien, kan gewaarschuwd worden dat de kans op waterhozen erin zit.