Hoge wolken of cirruswolken en bijzondere verschijnselen
Cirrus betekent in het Latijn: haarlok, pluim of toefje. Er zijn soms vele krullen, toefjes, draden, haakjes en golfjes in de lucht. Wolken die hoog in de lucht staan en stil lijken te staan. In werkelijkheid gaan ze soms wel meer dan 100 kilometer per uur, cirrusbewolking of sluierbewolking. Cirruswolken die het licht van de zon doorlaten en zo dun zijn dat de zon een halo of een bijzon laat zien is, cirrostratus nebulus. Hoge wolken bestaan uit ijskristallen.
Wolken en hoogte
Wolken worden ingedeeld in de lucht, naar hoogte. Gezien vanaf het aardoppervlak waar iemand staat. Hoge wolken (Cirrus) komen voor op 6 tot 13 kilometer hoog in de lucht en bestaan vrijwel geheel uit ijskristallen. Ze zijn bijna het hoogste van alle wolken (op de lichtende nachtwolken en parelmoerwolken na). Verder zijn er:
- middelbare wolken (Cirrocumulus). Wolken van 2 tot 6 kilometer, gezien vanaf het aardoppervlak, de lucht in. De wolken bestaan veelal uit onderkoelde waterdruppels;
- lage wolken (Cirrostratus). Wolken van 0 tot ongeveer 2 kilometer, vanaf het aardoppervlak de lucht in. De lage wolken bestaan vooral uit waterdruppels.
Sluiers
Hoge bewolking, cirrusbewolking of sluiers genoemd. Het zijn wolken die zoals eerder aangegeven voorkomen op een hoogte (vanaf het aardoppervlak) van 6 tot 13 kilometer. Cirrus bewolking is een belangrijke voorspeller van het weer. Dit wolkentype is vaak te zien zijn als het nog mooi weer is, maar vaak volgt er binnen 6 tot 24 uur een weersverslechtering.
Cirruswolken
- Cirrus (Ci). Cirrus zijn fijne en dunne wolken, door de wind gemaakt. Wolken met een structuur die zeer rafelig is. Ze kunnen lijken op een windveer vandaar dat ze de naam ‘windveren’ kunnen hebben. Cirruswolken geven de windrichting aan op grote hoogte en geven mooi weer;
- Cirrocumulus (Cc). Cirrocumulusbewolking of de schapenwolkjes, zijn veel kleine wolkjes die lijken op schaapjes maar ook in ribbels kunnen voorkomen De ribbels lijken veel op de zandribbels van het strand. Wanneer er cirrocumulus wolken zijn duidt dit erop dat er ander weer aan komt;
- Cirrostratus (Cs). Een vrij dun wolkendek dat vaak de gehele hemel bedekt. De zon en maan zijn meestal nog te zien en vaak is bij dit wolkendek een optische waarneming mogelijk door een halo (gevormd door de breking en weerkaatsing van licht door ijskristallen). Het is nog droog weer maar neerslag uit deze wolk is goed mogelijk. De cirrostratusbewolking kan verdichten en overgaan naar een ander soort bewolking (altostratus) waarna er neerslag kan gaan vallen. Het spreekwoord zegt dan ook: een halo om de zon, geeft regen in de ton.
Cirrus fibratus
Cirrus als een wokkel
Cirrocumulus floccus
Cirruswolken worden onderverdeeld in vijf soorten
Er zijn vijf soorten cirruswolken namelijk:
- Cirrus fibratus (Ci fib). Vezelachtig en dun draderig;
- Cirrus uncinus (Ci unc). Vergelijkbaar met een langgerekte komma;
- Cirrus spissatus (Ci spi). Een dichtere wolk;
- Cirrus castellanus (Ci cas). Wolken als torentjes;
- Cirrus floccus (Ci flo). Lijken op wattenvlokjes.
Cirrocumuluswolken
Cirrocumuluswolken worden onderverdeeld in vijf soorten, namelijk:
- Cirrocumulus stratiformis (Cc str). Een uitgebreide wolk in horizontale velden of lagen;
- Cirrocumulus lenticularis (Cc len). Lenticulariswolken zijn amandelvormig of lensvormig;
- Cumulus catellenanus. Een langgerekte wolk met torentjes en kantelen. Kasteelwolken die voorspellen dat er binnen 12 uur onweer komt;
- Cirrocumulus floccus (Cc flo). Vezelachtige kleine wolachtige vlokjes hoog in de lucht;
- Cirrocumulus undulatus (Ci un). Wolken met golfachtige vormen.
Cirrostratus
Cirrostratus wolken zijn dunne wolken. Net of er een waasje in de lucht zit waar de zon of de maan nog doorheen schijnt. Ze zijn onderverdeeld in:
- Cirrostratus fibratus (Cs fib). Dunne draderige ijswolken die recht kunnen zijn of licht gebogen;
- Cirrostratus nebulosus (Cs neb.) Nebulosus betekent nevelig.
Halo om de zon.
Halo om de maan.
Circumzenitale boog
Cirrostratus nebulus (Cs neb)
In de hoge nevelige lucht is de zon of maan nog te zien als een verblekende zon of maan. Een mooie cirkel verschijnt er om de zon of maan. Een halo. Halo is een verzamelnaam van de kring om de zon of maan. Ook is het mogelijk om dan een lichtverschijningen te zien als een gekleurde plek naast de zon en een gekleurde halve cirkel. Het heeft als oorzaak dat het licht van de zon of de maan wordt gebroken door de zeshoekige ijskristallen (die als een prisma werken) van de cirrostratus nebulus. De nevel bestaat uit ijskristallen net als alle hoge bewolking. Mooie waarnemingen aan de hemel zijn het gevolg, zoals:
Kleine kring om maan of zon
De 22 graden halo of kleine kring is een ring rondom de zon of maan. Het is het meest voorkomende lichtverschijnsel aan de lucht en de oorsprong van de naam. Hij wordt dan ook meestal gewoon halo genoemd in plaats van kleine kring. De kring is de ene keer vaag zichtbaar en de andere keer duidelijk met de kleuren van de regenboog. Rood aan de binnenzijde, het dichtst bij de zon of maan, en naar buiten toe oranje, geel, groen, lichtblauw, donkerblauw en paars. Het licht van de zon/maan buigt door de ijskristallen van de hoge bewolking af, en geeft het verschijnsel van een kring met een straal van ongeveer 22 booggraden of graden. De naam kleine kring is ter onderscheiding van de veel zeldzamere grote kring die een straal van ongeveer 46 booggraden heeft.
Bijzon
Bijzonnen en bijmanen
Heldere regenboogplekken aan beide kanten, op dezelfde hoogte, van de zon (parhelia en wanneer er één bijzon zichtbaar is, is spreken we van een parhelium). Soms zijn ze zelfs zo fel dat het lijkt of er drie zonnen zijn. De zon en de twee bijzonnen die aan beide kanten van de zon staan. Soms zijn de twee bijzonnen en de kleine kring (halo) geheel rond te zien. Wanneer de zon hoger boven de horizon komt wordt de afstand van de bijzonnen ten opzichte van de zon, groter. Ook is dit mogelijk bij de maan en dan spreken we van bijmanen. Wanneer bij de maan een bijmaan te zien is, dan is de wetenschappelijke naam paraselena en bij twee bijmanen paraselenae.
Circumzenitale boog
Een boog in de lucht die net een omgekeerde regenboog lijkt en boven de zon of de maan staat. Een boog met zuivere kleuren die aan de hemel staat. Het rode gedeelte staat naar beneden en het paarse gedeelte naar boven. Hoe hoger de zon of de maan aan de hemel staat hoe minder helder en hoe minder lang de circumzenitale boog zal zijn.
Parhelische kring of bijzonnenring
Een melkwitte kring die horizontaal door de zon loopt met de waarnemer in het midden. In tegenstelling tot de meeste andere halo’s loopt de bijzonnenring evenwijdig aan de horizon en wordt zo genoemd omdat ze behalve de zon de twee bijzonnen doorsnijdt. In zijn complete vorm omcirkelt de ring de gehele horizon. Net zoals alle haloverschijnselen, kan de parhelische kring ook bij de maan ontstaan. Dat noemen we dan bijmanenring of paraselenische kring.
Zonnezuil of lichtzuil
Lichtzuilen worden meestal veroorzaakt door reflectie van het licht tegen plaatvormige ijskristallen, die aldus als een spiegel fungeren. Vaak is dit de zon maar het kan ook de maan zijn of iets anders wat de reflectie veroorzaakt (kunstmatige lichtbronnen of water). Vooral bij de zonsopkomst of zonsondergang komt dit nog weleens voor, vandaar dat er in de volksmond wordt gesproken over een zonnezuil. Een vertikale reflectie naar boven of beneden de zon. Omdat bij opkomst en ondergang de zon een mooie rood-oranje kleur heeft is ook de zonnezuil rood-oranje.
IJskristallen
Hoge wolken bestaan uit ijskristallen. De volgende vormen van ijskristallen kunnen voorkomen zijn, plaatjes, naalden, zeshoekigen en staafjes. De vorm van de ijskristallen is afhankelijk van de luchtvochtigheid, temperatuur en luchtdruk. Zo zijn platliggende plaatjes onder meer verantwoordelijk voor de bijzonnen, lichtzuilen, de circumzenitale boog en de parhelische kring. En de zesvormige kristallen onder meer voor de kleine kring. Meerdere soorten van kristallen kunnen tegelijk voorkomen, met allerlei mogelijke combinaties van halosoorten tot gevolg.