Extreme weersomstandigheden tijdens IJzelramp van 1987
Op 2 maart 1987 werd het noordoosten van ons land getroffen door een ijzelramp waarover nog lang nagepraat zou worden. In korte tijd viel 25 tot 35 millimeter ijzel, die zich afzette op bomen, planten en elektriciteitsdraden. Boomtakken konden het gewicht van al dat ijs niet dragen en knapten af als luciferhoutjes. Het sociale leven raakte volkomen ontregeld, temeer omdat het winterweer na die dag nog bijna twee weken aanhield en de winterse ongemakken dus niet wegdooiden.
Wat is ijzel?
Normaal gesproken zou je verwachten dat neerslag als sneeuw naar beneden valt, zodra de temperatuur onder 0 komt. Toch is dit niet altijd het geval. Wanneer de vorst invalt, maar zachte lucht nog steeds in de buurt is of probeert de vorst te verdrijven, valt de neerslag in de vorm van ijzel (ijsregen). De bovenlucht is in dat geval bovendien vaak te warm om sneeuwvlokken te vormen. Het gevolg is dat ijskoude regen neerslaat op het aardoppervlak, daar meteen bevriest en spekgladde wegen veroorzaakt.
Soms ontstaat er een soort van patstelling, waarbij de grens van zachte lucht en koudere lucht, als het ware blijft hangen, zodat het langdurig kan ijzelen. Dit zagen we begin januari 2016, toen het in Noord-Nederland koud was met temperaturen die zowel 's nachts als overdag onder het vriespunt lagen. Dit gold voor de provincies Friesland, Groningen en Drenthe. In het zuiden van Nederland was het heel ander weer. Daar was het met een temperatuur acht tot tien graden, ronduit zacht en regenachtig.
In Noord-Nederland was een aantal dagen code rood van kracht. Dit omdat van 5 t/m 7 januari 2016 diverse wegen door ijzel onbegaanbaar waren. In Groningen gingen de scholen drie dagen dicht en mensen werd afgeraden de weg op te gaan als dit niet nodig was. Schaatsliefhebbers konden hun hart ophalen. Er kon namelijk gewoon op straat geschaatst worden! Ook voor natuurliefhebbers was het genieten. Zij konden prachtige foto's maken van bloemknoppen die ingebed waren in een laagje ijs.
IJzel komt vaker voor
De weersituatie in januari 2016, toen het in Noord-Nederland langdurig vroor en ijzelde terwijl er in Zuid-Nederland niets aan de hand was, is uniek, maar zeker niet uitzonderlijk. In elke winter waarbij koude en zachte lucht met elkaar in gevecht zijn, komt wel ijzel voor, maar zelden duurt deze gladheid lang. Of de vorst wordt snel verdreven, de temperaturen gaan omhoog en de gladheid verdwijnt, of de vorst wint terrein en de neerslag gaat over in sneeuw.
Wat de situatie in 2016, 1987 en 1979 uniek maakte, was dat de vorstgrens langere tijd op één plek bleef steken, waardoor ijzel vooral in het noorden langdurig overlast kon veroorzaken. Ook in februari 1966 was het goed raak. Toen was het (openbare) leven in Friesland, Groningen en Drenthe, minstens een week flink ontregeld.
Omdat het dus vaker voorkomt - ook in 1979 werd op grote schaal op straat geschaatst - is een situatie met langdurige ijzeloverlast dus niet uitzonderlijk. Toch zou 2 maart 1987 de boeken ingaan als een rampzalige dag in de weergeschiedenis. De gevolgen van ijzel (en sneeuw), die op sommige plekken tot 20 maart voor overlast zou zorgen, waren veel groter dan die in 2016. Te meer omdat in 1987 de kou zich juist uitbreidde en er veel meer regen/ijzel viel dan in januari 2016.
De winter van 1987 was streng. Winterliefhebbers konden hun hart ophalen door de enorme hoeveelheid aan kou en sneeuw. Helaas kwam het net niet tot een Elfstedentocht, maar 14 januari zou de boeken ingaan als een extreem koude dag. In de vroege ochtend was het op sommige plekken -17 graden, maar door de harde wind was de gevoelstemperatuur -40 graden! Voor het eerst in de weergeschiedenis vaardigde het KNMI een waarschuwing uit. Mensen werd afgeraden de straat op te gaan en binnen te blijven, als ze er niet uit hoefden.
Toen op 1 maart de meteorologische lente begon, leek er nog niets aan de hand. Overdag was het 10 tot 12 graden, maar dat zou snel veranderen. Tenminste in het noordoosten van Nederland. Daar was het overdag al een stuk kouder, dan in de rest van Nederland, maar in de avond daalde de temperatuur tot onder het vriespunt. Intussen bleef het gestaag door regenen. In de nacht naar 2 maart viel op veel plekken 30 millimeter regen, die meteen bevroor zodra hij de koude ondergrond raakte.
In korte tijd raakte alles bedekt onder een dikke laag ijs. Bomen en planten werden ingekapseld en konden de ijslast niet dragen. Takken knapten af als luciferhoutjes. Het openbare leven raakte ontregeld. Treinen konden niet meer rijden, omdat ook de bovenleidingen omhuld werden door een dikke laag ijs. Stroomkabels knapten, waardoor veel huishoudens zonder stroom kwamen te zitten. De situatie buiten werd gevaarlijk door vallende ijsblokken en afknappende takken.
Hobbyisten waren degenen die hun hart ophaalden aan het extreme weer. Ze maakten de meest spectaculaire foto's van dit bijzondere weerfenomeen. Karin Broekhuisen bijvoorbeeld, maakte van de gelegenheid gebruik en trok er met de auto op uit om foto's te gaan maken. Het duurde niet lang voordat haar auto kwam vast te zitten op een zandweg. Er moest heel wat gebeuren om hem weer aan het rijden te krijgen. Toch vormen haar foto's nu nog een uniek aandenken aan deze ijzelramp. Niemand kan ontkennen dat ze prachtig zijn.
Ook schaatsliefhebbers konden hun hart ophalen. De straten waren immers veranderd in één grote ijsbaan, dus er kon naar hartenlust geschaatst worden.
Het verloop
Terwijl Noord-Nederland zuchtte onder een dikke ijslaag, was er meer naar het zuiden nog weinig aan de hand. Daar lagen de temperaturen in eerste instantie nog ruim boven 0. Halverwege de dag, op maandag 2 maart, begon de kou zich zuidelijker te verplaatsen. In Overijssel duurde de periode waarin het ijzelde echter maar kort. Al snel ging de neerslag over in sneeuw. Meer naar het zuiden toe viel de neerslag meteen als sneeuw. Daar bleef de overlast beperkt tot de gebruikelijke ongemakken na sneeuwval. Met een beetje strooien konden die snel worden opgelost.
Op 3 maart 1987 was het overal in Nederland -4 t/m -8 graden en dooide het nergens meer. In Noord Nederland was de ravage enorm. Bovenop de ijzel viel ook nog sneeuw, wat tot gevolg kon hebben dat je je auto op deze manier terugvond. Op veel plaatsen lag het openbare leven volledig plat, omdat wegen onbegaanbaar waren en de stroom op diverse plaatsen was uitgevallen. Veel bedrijven besloten vanwege het winterse weer en stroomstoringen, de mensen naar huis te sturen.
Op 5 maart gingen de treinen weer rijden en werden er ook bussen ingezet. Helaas duurde dit niet lang. Veel mensen waren 's morgens naar school of naar hun werk vertrokken en konden 's avonds al niet meer thuis komen. Voor anderen was de IJzelramp 'een groot avontuur'. Zij schoten rolletjes vol met prachtige foto's van deze unieke weersituatie. Weerman Jan Pelleboer vergeleek de situatie in het noorden met het glasmuseum in Leerdam. Zo zag het er ook uit. Alle bomen en planten waren immers bedekt met een dikke laag ijs, die wel glas leek.
Na 2 maart hield het winterweer in het Noorden nog tot 15 maart aan. Tot die tijd kwamen er in Hoogezand maar liefst twaalf ijsdagen voor (dagen waarop de temperatuur ook overdag niet boven 0 komt). Dit komt zelfs in januari niet vaak voor. De maand maart 1987 staat dan ook in de top 10 als het gaat om de koudste maartmaanden sinds 1901. Op 20 maart was het nog koud en werd Nederland nog geteisterd door zware sneeuwstormen en ijskoude wind. Het was, naar later bleek de laatste stuiptrekking van een strenge winter, die daarna echt voorbij was.
Leed voor de dieren
Ook dieren hadden het zwaar te verduren tijdens de IJzelramp van 1987. Sommige werden overvallen in hun slaap en vroren meteen dood. Reeën liepen het gevaar dood te bloeden, omdat ze met hun hoeven de grond openkrabden, ten einde voedsel te vinden. Andere dieren kregen het niet voor elkaar bij het voedsel te komen en stierven de hongerdood. Schapen, die niet op tijd naar binnen waren gehaald, hadden een ander probleem. Het water bevroor in hun zachte vacht, waardoor ze zwaar werden, omvielen en niet meer overeind konden komen. Vogels vroren letterlijk vast en stierven.
Conclusie
Het mocht dan mooie plaatjes opleveren, toch was 2 maart 1987 een rampzalige dag voor mens en dier. In tegenstelling tot 2016, toen er alleen gewonden vielen, vonden bij deze IJzelramp, die niet voor niets zo de boeken in gegaan is, twee mensen de dood. Ook veel dieren overleefden de ramp niet, iets waar je in 2016 weinig tot niets over hoorde. Daarbij was het openbare leven in 1987 veel meer ontregeld dan in 2016. Nu komt dit laatste ook, doordat in 2016 de mogelijkheden om mensen vooraf te waarschuwen veel groter waren dan in 1987. Veel ongelukken konden hierdoor ook voorkomen worden.