Orkanen in de Caraïben
Cuba, Midden-Amerika en de hele Caraïbische regio worden geregeld geteisterd door orkanen, hoofdzakelijk binnen het zogenaamde orkaanseizoen. Maar wat is een orkaan nu precies? Waarom slaan orkanen altijd in dezelfde regio’s toe? En meer specifiek hoe bereidt een land als Cuba zich voor op de komst van dit meteorologisch fenomeen?
De God "Huracan"
Orkanen zijn uiteraard geen nieuwe fenomenen. De Maya’s brachten de Spanjaarden al op de hoogte van wat zij toen “Huracan”, de god van de wind en vernietiging noemden. Deze “godheid” heeft twee voedingsbodems nodig om tot leven te komen: een laag drukgebied en convectie. Convectie is een fenomeen waarbij warm water verdampt en vervolgens stijgt. Eenmaal op een bepaald punt gekomen condenseert het terug en valt het als regen terug naar beneden. Deze regen zorgt ervoor dat er energie vrijkomt die opnieuw waterdamp aantrekt en zo het ganse proces van voren af aan laat beginnen. Dit gebeuren zorgt ervoor dat de luchtdruk nog meer daalt. Men spreekt daarom ook wel van een zelfstimulerend proces omdat de verschillende meteorologische fenomenen elkaar steeds meer versterken. Om te blijven bestaan heeft een orkaan warm zeewater nodig (ongeveer 26°C) en warme lucht. Het orkaanseizoen valt dan ook meestal samen met de warmste periode van het jaar. In
Cuba wordt het
orkaanseizoen gesitueerd tussen 1 juni en 30 oktober.
Wanneer we een
orkaan van dichterbij bekijken, zien we dat een typisch kenmerk van de orkaan het oog is. De beweging van een orkaan is concentrisch: een ronddraaiende massa lucht en water dus. Deze draaibeweging verloopt rond een punt waar het volledig windstil is en waar geen wolkje aan de lucht is. Dit punt, het oog, kan een diameter hebben van 30 à 50 kilometer. In het oog is de luchtdruk het laagst en rond het oog bevindt zich een muur van actieve bewolking waar de lucht met snelheden van 100 à 150 km per uur omhoog wordt gezogen. Bovendien wordt boven de zee ook verdampt water opgezogen. Een orkaan kan immers tot 4 miljard liter regenwater bevatten.
Categorieën van orkanen
Orkanen worden naargelang hun kracht ingedeeld in verschillende categorieën. De meest gebruikte maatstaf hiervoor is de schaal van Saffir / Simpson. In een eerste fase krijgen we meestal te maken met een tropische depressie die later tot een tropische storm kan ontwikkelen. Pas wanneer men een windkracht heeft van 12 op de schaal van Beaufort kan men echt spreken van een orkaan.
Benaming | Windsnelheid |
tropische depressie | >62 km/h |
tropische storm | 63-118 km/h |
orkaan categorie 1 | 119-154 km/h |
orkaan categorie 2 | 155-178 km/h |
orkaan categorie 3 | 179-210 km/h |
orkaan categorie 4 | 211-250 km/h |
orkaan categorie 5 | < 250 km/h |
Orkanen en hun namen
Orkanen hebben een levensduur van gemiddeld 5 à 10 dagen. Na enkele uren over het land geraasd te hebben vermindert hun kracht. Ze hebben immers water nodig om hun kracht te behouden. Orkanen sterven dan meestal ook volledig af vanaf het moment dat ze in koudere stromingen terechtkomen of wanneer de luchttemperatuur daalt. De meeste schade wordt bij een orkaan veroorzaakt door een wisselwerking tussen wind en water. De wind zorgt op zee voor vloedgolven tot 6 meter hoog en eens de orkaan in aanraking komt met een baai worden de golven nog hoger.
Om de verschillende orkanen te kunnen benoemen heeft de Meteorologische Wereldorganisatie 6 lijsten opgesteld met telkens 21 namen op. Deze namen zijn alfabetisch gerangschikt en duiden afwisselend op een man en een vrouw. Elk nieuw orkaanseizoen wordt met één van die 6 lijsten gewerkt wat maakt dat er om de 6 jaar dezelfde namen optreden.
Orkanen op Cuba
Sinds de Maya’s de Spanjaarden waarschuwden voor de god Huracán heeft Cuba een hele orkaangeschiedenis doorlopen. In 1855 werd door de heer Andrés Poey het eerste Meteorologisch observatorium opgericht dat in 1869 echter alweer zijn deuren sloot. Inmiddels had pater Viñas, een jezuïet, ook een orkanencentrum geopend en deed hij observaties tijdens het voorbijkomen van deze geweldige natuurfenomenen. Volgens sommige bronnen zou hij het eiland verschillende keren te voet doorkruist hebben terwijl er orkanen woedden. De informatie die hierbij opgetekend werd, was weinig wetenschappelijk en meldde hoegenaamd niets over het ontstaan, de ontwikkeling en het traject van de orkaan. Het is pas in 1959 dat er beslist wordt om een grondige studie over het fenomeen te maken en vooral ook om de bevolking hierover in te lichten. Niet veel later wordt dan ook het “Instituto Nacional de Meteorología” opgericht. Het zal echter nog duren tot in 1970 voordat het eerste decreet omtrent de beveiliging van de bevolking gestemd wordt.
Ondertussen heeft
Cuba een uniek systeem op poten gezet om enerzijds te vermijden dat er burgerslachtoffers vallen en anderzijds om de materiële schade in het algemeen te beperken. De methode bestaat uit 4 verschillende fases die automatisch in gang gezet worden wanneer het Instituto Nacional de Meteorología voorspelt dat een tropische storm het eiland bedreigt. Om deze voorspellingen te doen werkt het instituut zeer nauw samen met gelijkaardige instellingen in de buurlanden (ook dat van Miami). Voorspellingen i.v.m. het verwachte traject en vermoedelijke toename in kracht gebeuren tot 72 u voordat de
orkaan aan land zal komen. Eens dit gevaar reëel is, wordt de burgerwacht of “guardia civil” geïnformeerd. Dit noemt men de informatieve fase. Blijft de orkaan zijn koers volgen, dan wordt 48 u voor hij Cuba zal bereiken de fase “Alerta ciclónica” afgekondigd zodat de burgers aan hun eigen woningen de nodige beveiligingen kunnen aanbrengen. Vierentwintig uur vóór aankomst van de orkaan gaat de fase “Alarma ciclónica” in en eenmaal na de orkaan treedt tenslotte de herstellende fase in werking. Tijdens al deze fases begeleidt de burgerwacht de bevolking en zorgt ze ervoor dat de nodige mensen geëvacueerd worden. Zo werden bijvoorbeeld in 2008 tijdens de orkanen Gustav en Ike 3.179.846 personen geëvacueerd waarvan er 500.000 werden ondergebracht in speciale centra. De overigen werden naar veiliger oorden getransporteerd en vonden daar onderdak bij familie of vrienden. Om deze taak tot een goed einde te brengen kon de burgerwacht op 87.000 medewerkers rekenen. Het systeem werpt duidelijk zijn vruchten af. Wanneer we cijfermateriaal bekijken in verband met de zwaarste orkanen die Cuba sinds 1926 teisterden, dan zien we immers dat er sinds de invoering van het systeem nog maar weinig dodelijke slachtoffers vielen op het eiland in tegenstelling vaak tot de slachtoffercijfers op andere Caraïbische eilanden.