De kniepeesreflex – zo werkt dat
Het menselijk lichaam telt talloze reflexen. De kniepeesreflex is er een van. Vrijwel iedereen kent dit wonderlijke mechanisme, waarbij het onderbeen met behulp van een reflexhamer plotseling een wippende beweging maakt. Soortgelijke reflexen zijn zeer belangrijk voor het in stand houden van de verschillende lichaamshoudingen en het coördineren van alle mogelijke bewegingen. Zonder die reflexen zou men niet eens rechtop kunnen blijven staan. Reflexonderzoek is van belang voor het diagnosticeren van aandoeningen van het zenuwstelsel.
Inhoud
Wat is een lichaamsreflex?
Een reflex is een onwillekeurige lichamelijke reactie op een prikkel. Die prikkel ontstaat vóór of zonder dat men zich daarvan bewust wordt. Men heeft er met andere woorden geen vat op, het gebeurt buiten de wil om. Reflexen zijn onder te verdelen in de
ruggenmergreflexen van de romp, armen en benen (zoals de kniepeesreflex) en de
hersenreflexen van het hoofd en de hals. Een voorbeeld daarvan is de pupilreflex (hersenreflex).
Factoren
Bij het ontstaan en het goed functioneren van een reflex spelen drie factoren een cruciale rol:
- Receptoren, ofwel zintuigen, zoals warmte- en spierreceptoren.
- Conductors, die de prikkels geleiden. Dit zijn de sensibele en motorische zenuwen, maar ook delen van het ruggenmerg en de hersenstam.
- Effectoren. Dwarsgestreepte spieren die ervoor zorgen dat de reflexbeweging wordt uitgevoerd.
Dynamisch samenspel
Bij een verstoring van het lichaamsevenwicht worden bepaalde
spieren in een reflex gerekt of geremd. Dankzij dit mechanisme kan men het evenwicht bewaren. Ook de
kniepeesreflex maakt deel uit van dit systeem, dat zorgt voor harmonie in een zeer dynamisch samenspel van houding en beweging.
De kniepeesreflex – een wonderlijk mechanisme
De kniepeesreflex is een reflex van het ruggenmerg, waarbij de vierhoofdige dijspier (bovenste dijbeenspier) zich samentrekt. Deze spier is met een
pees, waarin zich de knieschijf bevindt, aan het scheenbeen bevestigd. Als gevolg daarvan strekt het vrijhangende onderbeen zich tijdens de kniepeesreflex.
Reflexhamer
Deze strekbeweging gebeurt zodra met een reflexhamer tegen of nabij de peesaanhechting onder de knieschijf wordt getikt. De prikkel verloopt via de zenuwwortels L3-L4 en de
nervus femoralis wanneer met de reflexhamer een plotselinge uitrekking van de pees en dus van de spier wordt veroorzaakt. Zittend en met een vrijhangend onderbeen is deze reflex het makkelijkst op te roepen. Bij gespannenheid of fixatie op de
knieën lukt dat overigens minder goed.
Reflexboog
Bij de vorming van de kniepeesreflex ontstaat een spanningsverschil in de spier, waardoor de spierreceptoren, en op hun beurt de sensibele zenuw met uitlopers naar het
ruggenmerg, worden gestimuleerd. De motorische cellen in hetzelfde segment prikkelen vervolgens de motorische zenuw die naar de bovenste dijbeenspier loopt.
Reflexbeweging
Dankzij de zeer korte en eenvoudige
reflexboog, met slechts één synaps en waarbij maar één spier is betrokken, duurt de geleiding amper 0,02 seconde. Bij de reflexbeweging zelf doen daarentegen twee spieren mee: de vierhoofdige dijspier, die zich samentrekt, en de onderste
dijbeenspier die geremd wordt. Voor alle duidelijkheid: de kniepeesreflex vormt zich ook als de
huid verdoofd is.
Lichaamscoördinatie
De kniepeesreflex is belangrijk voor de
lichaamscoördinatie, ofwel de houding en balans van het lichaam. Afhankelijk van de verstoring, al is die nog zo gering, worden allerlei
spieren gerekt, samengetrokken of geremd. Aldus ontstaan reflexbewegingen die corrigerend werken op de
lichaamshouding. Zodra iets wordt aangeraakt wat heet of zeer koud is, trekt men reflexmatig de hand terug. In dat geval verloopt de reflexboog natuurlijk anders en met behulp van
receptoren die als warmtezintuigen fungeren.
Veel reflexen
Het menselijk lichaam kent tal van reflexen, waaronder de traanklierreflex en de ooglidreflex. Het autonome zenuwstelsel regelt alle reflexen die de productie van spijsverteringssappen in het
maag-darmkanaal stimuleren. Een greep uit de vele reflexen:
Pupilreflex
Bij scherp licht wordt het netvlies geprikkeld. De kringspiertjes van de pupillen trekken zich dan samen, waardoor de pupillen nauwer worden (minder lichtinval).
Hoestreflex
Bij slijmvliesprikkeling van het strottenhoofd of de luchtpijp.
Slikreflex
Zodra
voedsel achter in de mond komt, sluit het strottenhoofdklepje zich en wordt de neusholte afgesloten.
Zuigreflex
De tepel – of vinger – prikkelt de gevoelszintuigen in de lippen van de zuigeling.
Neurologisch onderzoek
Dankzij de
kniepeesreflex krijgt de neuroloog een goed beeld van de zenuwgeleiding van en naar het ruggenmerg. Zoals bij een rughernia. De kniepeesreflex is dan in veel gevallen verstoord. Reflexonderzoek in het algemeen is sowieso van cruciaal belang bij het bepalen van aandoeningen van het zenuwstelsel. De
voetzoolreflex ontbreekt bijvoorbeeld dikwijls als de hersenstam is aangedaan. Zo zijn er nog tal van voorbeelden hoe belangrijk reflexonderzoek is in de diagnostiek. De kniepeesreflex is daarvan een onderdeel.
Lees verder