Proprioceptie, de positie van het lichaam in de ruimte
Proprioceptie wordt ook wel positiezin genoemd. Het woord proprioceptie is samengesteld uit de Latijnse woorden proprius (eigen) en perceptie (waarneming). Het is het vermogen van een mens of dier om de positie van het eigen lichaam of delen ervan waar te nemen en om te registreren hoeveel kracht gebruikt wordt bij een beweging.
Wat is proprioceptie?
Proprioceptie is het vermogen om de stand en de beweging van lichaamsdelen in de ruimte te ervaren. Het zijn somatische sensaties die samenhangen met de fysieke staat van het lichaam. Hieronder vallen de positiewaarneming, de waarneming van spier- en peesspanning, de drukwaarneming van de voetzolen en de waarneming van het evenwicht. Proprioceptie is een onderdeel van het somatosensorische systeem en samen met een aantal andere systemen zorgt dit ervoor dat de hersenen weten wat de stand van alle lichaamsdelen is.
Proprioceptoren
Proprioceptoren liggen in spieren en gewrichtskapsels en in het evenwichtsorgaan. Ze nemen de stand en de beweging van de diverse delen van het lichaam in de ruimte waar. Ze geven constant feedback aan de hersenen over lichaamsbeweging en spierspanningen.
Hoe lopen de proprioceptieve signalen?
Spieren en pezen
Spieren en pezen hebben twee typen sensorische receptoren om informatie te geven over de spierspanning, spierlengte, etc:
Spierspoeltjes
Spierspoeltjes liggen verdeeld over de spier en sturen informatie over spierlengte en snelheid van lengteverandering naar het zenuwstelsel. De primaire en secundaire einden zijn aangesloten (spierspoeltjes hebben twee types sensorische uitlopers). Activatie gebeurt doordat de lengte van het spierspoeltje groter wordt, waardoor het primaire uiteinde gestimuleerd wordt. Dit heet ook wel de dynamische respons. Hierdoor gaat er een positief signaal naar het ruggenmerg. De dynamische respons is een snelle reactie die snel uitdooft, waarna de langzamere, statische respons het overneemt.
Golgi-peeslichaam
Het golgi-peeslichaam ligt in de pezen. Deze sturen informatie over peesspanning en snelheid van spanningsverandering. Stimulatie gebeurt als de spiervezels gespannen zijn. Deze reactie heeft ook een dynamische en statische respons.
De signalen van beide uitlopers komen aan in de achterhoorn van het ruggenmerg en springen hier over (synaps) op interneuronen of alpha motorneuronen. Hierna treedt er een reflex op of gaan de signalen door lange vezel pathways naar het cerebellum en cerbrale cortex.
Gewrichten
Ook in de gewrichten liggen proprioceptoren. Deze liggen dan in het bindweefsel van het gewricht, met name in de gewrichtskapsels en ligamenten. Op deze plek zijn het mechanosensitieve axonen (dus axonen die beweging van het gewricht registreren).
De informatie van de spierspoeltjes, peeslichamen en gewrichtsreceptoren wordt gecombineerd en uit al deze informatie wordt een gezamenlijke conclusie getrokken wat betreft lichaamspositie, spierspanning, etc.
Pathways in het ruggenmerg
Achterbaan pathways vervoeren de bewuste proprioceptie (en vibratie en fijne aanraking) in het ruggenmerg richting de hersenen. Primaire sensorische neuron axonen dragen informatie naar het ruggenmerg en gaan deze binnen via de dorsale wortels. Ze gaan via de achterstrengen van de witte stof naar de dorsale nuclei in de medulla. Hier synapsen ze naar secundaire sensorische neuronen. Axonen hiervan kruisen naar de andere kant van de medulla. De axonen gaan naar de thalamus en vanaf hier gaan de neuronen naar de primaire somatosensorische cortex in de postcentrale gyrus.
De spinocerebellaire pathways geven informatie over onbewuste proprioceptie. Ze vervoeren informatie over spier- en peesstrekking naar het cerebellum.
Meer dan de helft van alle zenuwvezels in het ruggenmerg zijn propriospinale vezels. Deze lopen van één segment naar een volgende. Deze vezels zorgen ervoor dat er een pathway is voor multisegmentale reflexen.
Wat gebeurt er als de proprioceptie het niet goed doet?
Als de proprioceptie verstoord is, kan men het lichaam niet goed meer besturen en is vaak ook het evenwicht verstoord. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij dronkenschap, maar ook bij sommige vormen van autisme of bij Parkinson komen bijvoorbeeld stoornissen in de propriocepsis voor. Hierdoor worden mensen wat onder andere wat onhandiger. De verlaagde proprioceptie kan ondersteund worden met de visus (dus met de ogen), omdat je dan kunt zien waar bijvoorbeeld je voeten zijn en de proprioceptie (dus het voelen waar je voeten zijn) minder belangrijk is hiervoor. Als iemand met een verstoorde propriocepsis zich in het donker bevindt, kan hij zichzelf niet herstellen met zijn zicht en zal iemand dus bijvoorbeeld sneller struikelen of zijn evenwicht verliezen.