Dagen, uren, minuten en uurwerken
Hoewel met de term dag in de regel 24 uur wordt bedoeld wordt ook wel eens over een dag gesproken als de tijd tussen zonsopgang en zonsondergang wordt bedoeld. Die periode wordt ook wel een dagduur genoemd. Om zeker te zijn dat een periode van 24 uur wordt bedoeld kan beter gesproken worden over een etmaal. Een etmaal wordt ingedeeld in uren en minuten die ook op uurwerken kunnen worden gevolgd. Dat indelen is, in tegenstelling tot veel andere meetmethoden, gebaseerd op een twaalftallig stelsel. Veel andere metingen gaan uit van een tientallig stelsel.
Dag met nacht, ochtend, middag en avond
Een dag of etmaal begint officieel om middernacht met de aanduiding 00.00 uur en vervolgt dan met de ochtend, middag en avond tot 24.00 uur. Door velen worden echter de uren die ze na het middernachtelijk uur nog wakker zijn tot de vorige dag gerekend en is het moment van slapen gaan pas de scheiding. Anderen doen juist het tegenovergestelde en vieren bijvoorbeeld de verjaardag van iemand al om middernacht wat dus eigenlijk juist is.
Draaien van de aarde
De grondslag voor de tijdmeting is het draaien van de aarde om haar as en om de zon. Een keer ronddraaien levert een dag op. Een dag wordt ingedeeld in uren, minuten en secondes. Alle uurwerken zijn op dit principe gebaseerd en geven die tijdseenheden ook aan. De snelheid waarmee de aarde om haar as draait neemt door de eeuwen heen zeer gering af waardoor de dag iets langer wordt. Per eeuw bedraagt dit 1,7 milliseconde. Ooit duurde een dag dus bijvoorbeeld maar 22 uur maar dat is dan wel vele honderden miljoenen jaren geleden.
Pars minuta prima en pars minuta secunda
Een dag of etmaal bestaat dus uit 24 uur. Een uur wordt in eerste instantie onderverdeeld in minuten en in tweede instantie in secondes. De naam minuut is afgeleid van het Latijnse woord minutus wat klein betekent. Klein slaat in dit verband op een kleiner deel van een uur welk deel uit een minuut bestaat. Een minuut wordt als eerste verkleining in het Latijn pars minuta prima genoemd. De tweede verkleining heet in het Latijn pars minuta secunda waar de naam seconde van is afgeleid. Maar de naam seconde heeft ook te maken met het Latijnse woord sequere dat volgen betekent. In die betekenis is seconde de volgende verdelingseenheid van een uur na de eerste verdeling die uit minuten bestaat.
Sexagesimale stelsel met 60 als uitgangspunt
Een uur bestaat uit 60 minuten en een minuut uit 60 seconden. De reden waarom gekozen is voor het getal 60 voor de indeling van een uur en de secondes is niet helemaal duidelijk. Het zou ermee te maken kunnen hebben dat het getal 60 makkelijk deelbaar is in hele delen. Immers, een halve minuut is 30 seconden, een derde minuut is 20 seconden, een kwart 15, een vijfde 12, een zesde 10 enzovoort. Uitgaan van het getal 60 wordt het sexagesimale stelsel genoemd. Al in het jaar 3300 voor Christus pasten de Sumeriërs het sexagesimale stelsel toe. Rond 2000 voor Christus werd het getal 60 bij de Babyloniers in de wiskunde gebruikt. Ook de Arabische astronomen gebruikten het stelsel voor tabellen en kaarten.
Twaalftallig stelsel met 12 als uitgangspunt
Hoewel de indeling van een uur is gebaseerd op het sexagesimale stelsel wordt een dag ingedeeld met het twaalftallig stelsel. Dit stelsel stamt naar alle waarschijnlijkheid uit Mesopotamië. Het is gebaseerd op het grondtal 12 dat achtereenvolgens gedeeld kan worden door 2,3,4 en 6. De keuze van twaalf zou ermee te maken kunnen hebben dat door middel van de duim de twaalf kootjes van de overige vingers van een hand kunnen worden geteld.
Zonnewijzer en de afstelling
De eerste instrumenten waarop de tijd kon worden afgelezen waren zonnewijzers. Een zonnewijzer bestaat meestal uit een plaat of schijf waarop een soort stift is bevestigd. Als de zon schijnt laat de stift schaduw vallen op de plaat waarop de uren door middel van aanduidingen kunnen worden afgelezen. Het oudst bekende exemplaar van een zonnewijzer dateert van ongeveer 1500 voor Christus en is in Egypte gevonden. Een zonnewijzer kan worden afgesteld op het moment dat de zon precies op het zuiden staat. Op dat moment is het exact twaalf uur. Van daaruit kunnen op de plaat van de zonnewijzer lijnen worden afgetekend die de uren aangeven. Voor verfijning kunnen ook tussenaanduidingen worden afgetekend.
Verfijning tot een duizendste seconde
De verfijning van tegenwoordig is onvergelijkbaar met die van de zonnewijzer. Talrijke modellen van klokken en horloges geven tot en met secondes aan. Andere meetinstrumenten gaan zelfs tot honderdste en duizendste secondes. Het moet onvoorstelbaar zijn voor mensen uit de tijd van de zonnewijzer dat in deze tijd wedstrijden worden gewonnen met een honderdste verschil tussen nummer een en nummer twee.