Tijd (aaneenschakeling van momenten)
Tijd is een aaneenschakeling van momenten. Het kan met verschillende instrumenten zoals horloges, klokken en zonnewijzers worden gemeten.Wat is tijd?
Er zijn twee soorten tijd. Dat zijn de kosmische tijd en het heelal. De kosmische tijd is er zolang het heelal er is. De aarde is door het heelal ontstaan. Er begonnen dingen te leven. Eerst planten, toen dieren en later zelfs mensen. De kosmische tijd is niet door mensen uitgevonden maar door het heelal. Mensen kwamen meer te weten over de tijd. Ze zagen dat dag en nacht werden ontstaan door de zon, en door het gedrag van seizoenen planten gingen groeien. Mensen werden geboren, werden oud en gingen uiteindelijk dood. Zo ontstond de menselijke tijd. Dat is de tijd die mensen gebruiken. Dat is de tijd waar mensen over nadenken en die ze meten. Tijd is eigenlijk best raar: mensen komen op tijd, komen te laat of precies op tijd. Ze komen tijd te kort of hebben het juist over. De menselijke tijd stopt als er geen mensen meer zijn. De kosmische tijd gaat dan gewoon door.Tijdmeters
Er zijn veel manieren om tijd te meten. Vroeger waren de zon en de maan de enige tijdmeters en mensen wisten dat ze werden geboren, oud werden en dood gingen. Hieronder volgt een opsomming van enkele middelen om tijd te meten:Zonnewijzer
Dit was een van de eerste instrumenten die men gebruikte om tijd te meten. Om de tijd te meten had je wel zon nodig, dus bij een bewolkte lucht of als de zon niet scheen, had je er niets aan.Waterklokken, kaarsklokken en zandlopers
Dit waren klokken of tijdmeters waarbij geen zon nodig was. Deze drie meters werken ongeveer alledrie hetzelfde. Bij een zandloper gleed het zand langzaam naar beneden, en bij een waterklok liep het water naar beneden. Aan de hoeveelheid zand of water dat naar beneden was gegleden kon je zien hoeveel tijd er was verstreken. Bij een kaarsklok werkte dit op dezelfde manier. Deze tijdmeters waren echter niet zo precies. Later kwamen er preciezere tijdmeters zoals de klok.
Klokken
De klok was een handigere en preciezere meter met allerlei wijzers en soms met gewichten en slingers eraan. Een horloge is een soort van klok, maar dan kleiner en er zit een bandje omheen waarmee je hem om je pols kan doen. Vroeger moest je een horloge opwinden met een veer. Tegenwoordig hoeft dat niet meer. Nu zijn er namelijk ook horloges met een digitale tijd. Mensen hebben een zintuig voor tijd. De biologische klok. Door die klok voel je wanneer je iets moet doen. Bijvoorbeeld eten of slapen.
Seconden, minuten, uren enz.
Je kunt tijd in verschillende manieren uitdrukken. Hier volgt een opsomming:Seconden
Het woord seconde komt van het Latijnse woord ‘secundus’. Seconden zijn de tweede onderverdeling in een uur, want eerst wordt een uur in minuten verdeeld en daarna in seconden. In een uur zitten 60 minuten, iedere minuut duurt 60 seconden. Dat is per uur 3600 seconden en per dag wel 86.400 seconden.
Minuten
Een minuut is een 60ste deel van een uur. Er passen 60 seconden in één minuut.
Uren
De oude Egyptenaren gebruikten een zonnewijzer om te weten wanneer er een uur voorbij was. De Romeinen gebruikten hiervoor Romeinse cijfers.
Dagen
Een dag bestaat uit 24 uren. Dit wordt ook wel een etmaal genoemd. De tijd die tussen 24.00 (00.00) en 12.00 zit wordt met de letters a.m. aangeduid. Dat betekent ante meridiem, wat staat voor vóór de middag. De tijd tussen 12.00 en 24.00 wordt aangeduid met de letters p.m., en dat betekent post meridiem. Dit staat voor ná de middag.
Weken
Een week heeft zeven dagen. Iedere dag heeft een andere naam. Hier volgt een opsomming met het ontstaan hiervan:
Er zitten twaalf maanden in een jaar. Een maand heeft 30 of 31 dagen, met uitzondering van februari die er 28 of 29 heeft. Een maand bestaat uit vier weken plus drie of vier dagen. Hier volgen alle maanden:
Een jaar bestaat uit 365 dagen (in een schrikkeljaar 366), 12 maanden, 52 weken, 8766 uren ofwel 525.960 minuten. Dit zijn 31.557.600 seconden!
Dan heb je ook nog: