Pseudowetenschap: Hallucinaties en massahysterie
Wonderlijke verschijnselen worden nogal eens verklaard of weerlegd met het argument dat de natuurwetten altijd en overal gelden. Zij die anders beweren (bijvoorbeeld mensen die zeggen dat ze de handen van een beeld zagen bewegen of dat ze ogen van een schilderij een traan hadden zien plengen) zouden leugenaars of slachtoffers van hallucinaties zijn.
NVolgens deze theorie worden dergelijke hallucinaties vaak bevorderd door religieuze praktijken waarin schuld, angst en verdringing van normale menselijke driften een zeer grote rol spelen. Dit argument snijdt niet altijd hout: een natuurwet is een wetenschappelijke formulering die slechts geldt totdat er betere waarnemingen worden gedaan en zolang er geen overtuigender theorieën opgeld doen. Zo’n formulering wordt dan verworpen of aangepast. Een goed voorbeeld hiervan zijn de theorieën van Newton omtrent de zwaartekracht. Deze waren ruim 200 jaar lang onaantastbaar totdat Einstein en anderen er onvolkomenheden in ontdekten.
Natuurwetten
Ook is het onzeker of de natuurwetten altijd hetzelfde zijn geweest (over een tijdspanne van miljarden jaren bekeken), De huidige wetenschap kan op deze vraag geen enkel licht werpen. Er bestaat een soortgelijke onzekerheid over de werking van de natuurwetten onder extreme fysieke omstandigheden zoals die bijvoorbeeld voorkomen in de ‘zwarte gaten’ in het heelal.
Men kan echter ook aannemen dat met het begrip ‘natuurwetten’ iets praktischers wordt bedoeld, bijvoorbeeld ‘wat mensen gewoonlijk ervaren’. Een dergelijke formulering doet het argument teniet dat mensen geen mirakels zouden kunnen waarnemen.
Zo’n formulering is vooral gebaseerd op statistiek en empirisch denken. Zowel statistici als empirische wetenschappers erkennen dat uitzonderingen, zoals ‘vanzelf’ bewegende beelden wel degelijk bestaan. Op grond van wetenschappelijke argumenten, met inschakeling dus van het gezond verstand, kan men onmogelijk bewijzen dat miraculeuze verschijnselen niet kunnen voorkomen voorzover men daarbij uitgaat van de overanderlijkheid van de natuurwetten.
Dat degenen die wonderlijke voorvallen zeggen te hebben gezien, zouden liegen of hallucineren. is waarschijnlijk in een aantal gevallen waar. Al is het alleen maar omdat mensen niet altijd de waarheid spreken en soms last hebben van waanvoorstellingen. Er zijn veel gevallen bekend van mensen die bang waren dat ze aan waanvoorstellingen leden toen zij getuige waren van miraculeuze voorvallen. Dit was bijvoorbeeld het geval in Rimini in 1850 en in Limpias in 1919. De toeschouwers aldaar getroostten zich vreselijk veel moeite om erachter te komen of hun waarnemingen hallucinaties waren of niet.
Men kan natuurlijk beweren dat gebeurtenissen als die in Rimini en Limpias juist bewijzen dat men wel degelijk tegelijkertijd kan hallucineren en rationeel kan zijn. Op deze manier loopt men echter in een boog om de moeilijkheden heen. Het is een feit dat mensen die allemaal op dezelfde tijd op dezelfde plaats aanwezig waren, toch heel verschillende waarnemingen deden.
Dit ondersteunt zeker niet de theorie dat mensen collectief slachtoffer zouden zijn geweest van hallucinaties. Bertrouwbare ooggetuigen geven vaak zeer verschillende beschrijvingen van hetzelfde voorval, zonder dat men kan beweren dat zij het
slachtoffer waren van een hallucinatie.
Hallucinaties
Dan rest nog het argument van de sceptici dat religieuze praktijken angst en verdringing veroorzaken, hetgeen het optreden van hallucinaties zou bevorderen. Zonder op allerlei Freudiaanse vooroordelen in te gaan, moet wat dit aangaat op het volgende worden gewezen.
Ten eerste zijn er goede gronden om te veronderstellen dat religieuze praktijken bij de mensen minstens net zo vaak onbevreesdheid als angst teweegbrengen. Ten tweede is de idee dat religieuze versterving zou leiden tot verdringing van essentiële menselijke gevoelens, typisch iets voor mensen die een persoonlijke afkeer hebben van een dergelijke levenswijze. Het is een onloochenbaar feit dat voor vele mensen de trouw aan een gelofte en het leiden van een sober leven, de bronnen zijn van grote vreugde, van levenswijsheid en van gemoedsrust.
Toch wil dit niet zeggen dat angsten, verdringing en waanvoorstellingen nooit zouden voorkomen in een religieuze context. Natuurlijk komen ze daar ook voor, evenals in het leger, waar mensen samenkomen voor een gemeenschappelijk doel, misschien zelfs ook wel bij bijeenkomsten van atheïsten, wetenschappers en psychoanalytici.
© 2008 - 2024 Sophocles, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Pseudowetenschap: BezetenheidVoor veel artsen en psychiaters riekt de diagnose van duivelse bezetenheid naar middeleeuws bijgeloof en onwetendheid. D…