Hoger scoren op een IQ test (met voorbeelden)

Je bent intelligent of je bent het niet, maar hoger scoren op een IQ test kan iedereen leren. De hoogte van je score op een IQ test zegt niet perse iets over je intelligentie, maar veel meer over hoe goed je bent in het maken van dit soort gestandaardiseerde tests. Je kunt jezelf hierin trainen door goed stil te staan bij hoe je de verschillende typen opgaven die in de klassieke IQ test voorkomen moet maken zoals cijferreeksen, kubussen, syllogismen en analogieën. Oefening baart daarbij zeker kunst.

IQ test: verhoog je score

• IQ test als onderdeel van een selectie- of sollicitatieprocedure
• De typen vragen in de klassieke IQ test
• Syllogismen
• Analogieën
• Cijferreeksen
• Rekenen
• Kubussen
• Figurenreeksen
• Woordenschat

IQ test als onderdeel van een selectie- of sollicitatieprocedure

Het maken van een IQ test is met regelmaat onderdeel van een assessment bij een sollicitatieprocedure. Studenten en recent afgestudeerden die kans proberen te maken op een traineeship moeten er ook vaak aan geloven in de selectieprocedure. Werkgevers hebben dan zo'n grote pool van kandidaten waaruit ze moeten kiezen dat ze een makkelijk selectiemechanisme hanteren. Vaak wordt een IQ test dan gecombineerd met een EQ test en/of een drijfveren-test. Het gevolg is simpel: alleen degenen met de hoogste testscores krijgen de kans om hun motivatie in een gesprek verder mondeling toe te lichten. Ben je geknipt voor de functie in kwestie, maar is het maken van standaardtests niet een van je kwaliteiten, dan krijg je helaas nooit de kans om jouw ideeën bij de werkgever te pitchen. Het is daarom zaak dat je leert hoe je deze eerste horde moet nemen. Leer om hoger te score op een IQ test!

De typen vragen in de klassieke IQ test

De klassieke IQ test heeft een aantal standaard onderdelen. Werkgevers en recruiters die kandidaten een dergelijke test voorleggen maken echter vaak gebruik van een verkorte versie. Je krijgt minder vragen dan echter nodig zou zijn om een volledig beeld te schetsen of niet alle onderdelen maken deel uit van de test. De categorieën waarin je vragen kunt verwachten zijn de volgenden:

• Syllogismen
• Analogieën
• Cijferreeksen
• Rekenen
• Kubussen
• Figurenreeksen
• Woordenschat

Syllogismen

Bij het onderdeel syllogismen krijg je twee algemene stellingen te zien waaruit bepaalde conclusies getrokken kunnen worden. Daarna volgt een rijtje van mogelijke conclusies en is het aan jou de taak aan te geven welke conclusie getrokken kan worden op basis van de beschikbare gegevens.

Voorbeeld

1. Alle wiskundigen zijn mannen
2. Alle vrijgezellen zijn wiskundigen

• A. Alle vrijgezellen zijn mannen
• B. Geen van de vrijgezellen is man
• C. Sommige vrijgezellen zijn geen man
• D. Alle vrijgezellen zijn vrouwen

Hoe kun je dit oefenen?

Jezelf aanleren syllogismen snel op te lossen doe je het beste door telkens (denkbeeldig of op papier) een cirkeldiagram te tekenen waarin je alle deelnemers (in dit geval mannen, vrijgezellen en wiskundigen) een plekje te geven. Bij het aflopen van de mogelijkheden biedt een blik op het diagram je het antwoord.

Analogieën

Bij het onderdeel analogieën moet je iets zeggen over de verhouding tussen twee zaken in de trant van '... staat tot ... als ... staat tot ...'.

Voorbeeld

1. Kogel staat tot geweer als ... staat tot boog.

• A. Pijl
• B. Kaars
• C. Voetbal
• D. Appel

Hoe kun je dit oefenen?

Lees de eerste stelling goed, laat deze op je inwerken en zeg hardop wat het een met het ander doet. In dit geval 'een kogel is wat geschoten wordt met een geweer'. Doe vervolgens hetzelfde voor de tweede stelling. 'Een kaars is wat geschoten wordt met een boog' klinkt dan direct vreemd, terwijl 'een pijl is wat geschoten wordt met een boog' direct natuurlijk klinkt.

Cijferreeksen

Bij het onderdeel cijferreeksen krijg je een reeks met getallen te zien waarin één of meerdere getallen ontbreekt. Je moet invullen welk getal dit moet zijn.

Voorbeeld

1. 6, 36, 216, 1296, ...

• A. 7776
• B. 7969
• C. 46656
• D. 216

Hoe kun je dit oefenen?

Focus direct op de stappen die genomen worden tussen de eerste elkaar opvolgende getallen. In het voorbeeld zie je eerst 6 en 36. Hoe kom je van 6 naar 36? Door het eerste getal te vermenigvuldigen met 6. Dit is ook hoe je tot 1296. Als vanzelfsprekend moet je dit getal dan ook weer vermenigvuldigen. Cijferreeksen zijn er er echter in allerlei soorten en maten. Vaak zitten er verschillende stappen in, bijvoorbeeld steeds 'plus vijf, maal twee, plus vijf maal twee'. Bij een IQ test krijg je normaliter altijd pen en papier. Probeer dan de stappen tussen de verschillende getallen altijd te noteren, zo weet je steeds meteen wat de volgende stap is die je moet nemen. Kom je er echt niet uit, sla de vraag dat over en kom er later op terug (als dat in de betreffende test kan).

Rekenen

Bij het onderdeel rekenen kun je allerlei soorten rekensommen verwachten, het geven van een voorbeeldopgave is dan ook nogal overbodig. Hier gaat het om het beheersen van het optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en worteltrekken.

Hoe kun je dit oefenen?

Er zijn trucs om sneller te leren hoofdrekenen maar die gaan de scope van dit artikel te buiten. Waar je wel voor kunt zorgen is dat je goed op de hoogte bent van de bewerkingsvolgorde, de afspraak over de volgorde waarin bewerkingen moeten worden uitgevoerd bij het maken van sommen. Iedereen kent nog wel het rijtje 'Meneer Van Dalen Wacht Op Antwoord', waarbij de beginletters van de woorden uit de zin de eerste letter van elke bewerking vormen (machtsverheffen, vermenigvuldigen, delen, worteltrekken, optellen en aftrekken). Tegenwoordig is dit rijtje vervangen door 'Hoe Moeten Wij Van De Onvoldoendes Afkomen?'
(haakjes, machtsverheffen en worteltrekken, vermenigvuldigen en delen, optellen en aftrekken). Zorg dat je dit ezelsbruggetje gebruikt en pas het toe op de sommen die je voorgeschoteld krijgt in een IQ test.

Kubussen

Bij het onderdeel kubussen krijg je een uitgevouwen kubus met zes vlakken en is het de bedoeling dat je uit vier opties de gevouwen kubussen kiest die je krijgt wanneer je de bouwplaat in elkaar vouwt. Het test hiermee je ruimtelijke intelligentie, je vermogen om in gedachte de kubus in elkaar te zetten.

Hoe kun je dit oefenen?

Goed score op het onderdeel kubussen wanneer je ruimtelijke inzicht niet je sterkste kant is komt vooral aan op veel oefenen. Zoek op internet wat gratis oefentoetsen op en zie eens hoe het je vergaat. Probeer daarbij eerst eens de exclusiemethode, waarbij je wegstreept welke afbeeldingen het niet kunnen zijn tot dat je er nog maar één over hebt.

Figurenreeksen

Bij het onderdeel figuurreeksen krijg je meestal vier figuren te zien en moet je aangeven wat het volgende figuur in de reeks is.

Hoe kun je dit oefenen?

Bij de eenvoudige opgaven is het vaak één onderdeeltje dat steeds verschilt, zoals een blokje dat steeds een stukje naar rechts verschuift. Soms gaat het om meerdere onderdelen, zoals een bolletje dat steeds van een keer dan links en dan twee keer naar rechts gaat en een rij met balkjes waarvan er steeds een verdwijnt. Probeer hier voor je naar de opties kijkt eerst in te beelden wat er moet gebeuren. Zie je eerst twee, dan vier, dan twee en dan weer vier blokjes? Dan weet je dat er in de volgende figuur weer twee blokjes moeten staan. Streep de opties weg waarin meer of minder dan twee blokjes staan. Door vervolgens hetzelfde voor het volgende alternerende onderdeel van de figuur. Ook hierbij is het weer zo dat oefening kunst baart.

Woordenschat

Bij het onderdeel woordenschat wordt je verbale intelligentie getest. Dit is voor wat betreft de IQ test het meest afwijkende onderdeel omdat hiervoor de meeste algemene kennis vereist is. Het komt er meestal op neer dat je een moeilijk woord te zien krijgt en hiervan een synoniem moet kiezen. Het hoeft daarbij niet perse te gaan om een woord dat in algemeen taalgebruik vaak wordt gebezigd, soms kom je ook de naam van een indianenstam of een muziekinstrument uit de oudheid tegen. De betekenis van dit woord moet je dan maar net kennen.

Voorbeeld

1. Eloquent

• A. Welbespraakt
• B. Helderziend
• C. Precies
• D. Verstaanbaar

Hoe kun je dit oefenen?

Woordenschat is het moeilijkst om te oefenen. Je kunt wat gaan bladeren in een synoniemenwoordenboek maar de kans dat dit je helpt is klein omdat het scala aan mogelijke opgaven zo groot is. Googlen op veelvoorkomende vragen is waarschijnlijk even nutteloos. Zij die zich vooral de techniek van het goed maken van een IQ test hebben eigengemaakt zullen hier dan ook het snelst door de mand vallen.