Transtheoretical Model (Transtheoretisch model)
Het Transtheoretical Model (TTM) is een theorie die in het leven gebracht is door wetenschappers Prochaska & DiClementre in 1984. Met deze theorie hebben zij verschillende andere theorieën binnen de psychotherapie gebundeld. Het is een stapsgewijs model, waarin wordt laten zien dat een persoon in 5 fasen tot verandering van zijn of haar gedrag kan komen. Om van fasen te wisselen in het model zijn er 10 processen aangegeven die leiden tot gedragsverandering. Bij elke fase zijn weer verschillende processen van belang.
De theorie
Het Transtheoretical Model of Transtheoretisch model (TTM) is een stapsgewijs model van gedragsverandering (
Stage Model of behavior change), gebruikt i.o. de persuasieve communicatie en psychologie. Het is een theorie die is voortgekomen uit het analyseren van verschillende theorieën uit de psychotherapie. Met deze theorieën werd geprobeerd gedrag dat slecht is voor de gezondheid te verminderen, zoals roken. Het Transtheoretical Model is een samenvattend model van dit soort verschillende vaststellingen over gedragsverandering. In tegenstelling tot andere theorieën is de TTM een stapsgewijs model, waarin een persoon zich in verschillende fases tot gedragsverandering kan bevinden. De theorie wordt nog steeds voornamelijk gebruikt in de psychotherapie, waar het therapeuten een leidraad geeft voor veranderen van het gedrag van hun cliënten.
De fases in het Transtheoretical Model
Met deze theorie wordt niet gezegd dat de stappen die worden genomen in gedragsverandering altijd lineair verlopen. Volgens de theorie kun je ook heen en weer gaan tussen verschillende fases.
- Precontemplatiefase: in deze fase denkt de persoon er niet over na aan het denken om zijn gedrag te veranderen.
- Contemplatiefase: in deze fase denkt de persoon aan de mogelijkheid om zijn of haar gedrag te veranderen.
- Planningfase: in deze fase maakt de persoon voorbereidingen tot het veranderen van zijn of haar gedrag.
- Actiefase: in deze fase heeft de persoon heeft zijn of haar gedrag veranderd.
- Gedragsbehoudfase: in deze fase heeft de persoon zijn of haar gedrag al veranderd en ook behouden. Hij of zij keert niet terug naar het oorspronkelijke gedrag.
Een voorbeeld van een proces van gedragsverandering volgens het TTM
Als voorbeeld wordt een roker genomen. Wanneer de roker zich in de precontemplatiefase bevindt, denkt hij of zij helemaal niet na over het stoppen met roken. In de contemplatiefase begint hij of zij erover na te denken dat het mogelijk is om te stoppen met roken. In de planningsfase maakt de persoon al voorbereidingen die naar het stoppen met roken toewerken. Iemand koopt dan bijvoorbeeld nicotinepleisters. In de actiefase is de roker gestopt met roken. Maar pas wanneer de gedragsbehoudfase is aangebroken is duidelijk dat het gedrag voorgoed is veranderd, en de roker een niet-roker is geworden.
Veranderingsprocessen in het Transtheoretical Model
Volgens de TTM zijn er verschillende veranderingsprocessen die er voor zorgen dat gedrag van mensen verandert. Voor verschillende fasen binnen het model zijn ook verschillende veranderingsprocessen van belang. De 10 processen zijn de volgende:
- Her-evaluering zelf: het opnieuw nadenken over het zelfbeeld, zoals het imago bij het uitvoeren van het gedrag.
- Herevaluering omgeving: opnieuw nadenken over de effecten diehet eigen gedrag heeft op (anderen in) de eigen omgeving.
- Tegenconditionering: ander tegengesteld gedrag aanleren dat uiteindelijk mee kan werken om het gedrag compleet mee aan te passen.
- Bevordering bewustzijn: bewust worden van oorzaken en effecten van het gedrag.
- Dramatische verlichting: het laten opkomen van emoties en vervolgens weer verminderen (door aanpassing van gedrag).
- Zelf-bevrijding: het geloof in jezelf, vastlegging tot verandering van gedrag.
- Contingentie management: consequenties opleggen voor bepaalde keuzes. Bijvoorbeeld straffen of belonen.
- Stimuluscontrole: verwijder de dingen die zorgen voor het probleemgedrag, en voeg dingen toe die zorgen dat het gedrag verbetert.
- Sociale bevrijding: maatschappelijke kansen verhogen.
- Helpende contacten: support krijgen van mensen om je heen.
Een aantal voorbeelden van de veranderingsprocessen volgens het TTM
Wanneer het bewustzijn van een roker is bevorderd, kan hij/zij erachter zijn gekomen wat de oorzaken en gevolgen zijn van roken op de gezondheid. Wanneer een roker zijn omgeving her-evalueert, kan hij bijvoorbeeld tot de conclusie komen dat anderen met hem/haar meeroken en daardoor mogelijk ook gezondheidsschade krijgen. Bij een tegenconditionering gaat het om het gebruik van een conditie die wél gezond is en tegenover het roken staat, in dit geval bijvoorbeeld nicotinekauwgom.
Problemen rond deze theorie
Het is moeilijk vast te stellen wat de beste manier is om te bepalen of iemand zich in een bepaalde fase bevindt of niet. Dit wordt nu gedaan door simpele ja/nee-vragen te stellen die over het gedrag gaan en over gedragsintenties. In verschillende wetenschappelijke onderzoeken wordt ook met verschillende technieken bepaald in welke fase een persoon zich bevindt. Veel wordt geprobeerd een eenduidige meettechniek uit te vinden, maar een goede oplossing blijkt moeilijk te vinden.
Ook is niet duidelijk of interventies waarin een fase volgens het TTM wordt bepaald ook echt beter/effectiever zijn dan interventies waarbij een cliënt niet in een bepaalde fase wordt geplaatst. Daarnaast resten nog een aantal vragen, bijvoorbeeld of de verschillende fases elkaar uitsluiten; m.a.w. is het mogelijk om wat eigenschappen te hebben van verschillende fases en daarbij je ook in verschillende fases te bevinden. En is het mogelijk om een fase over te slaan? Dit soort dingen worden niet duidelijk uit de theorie.