Vingerafdrukken en dactyloscopie
Tegenwoordig zijn er veel populaire misdaadprogramma's en serieus op de televisie. In deze series lossen de crime scene investigators de ene zaak na de andere zaak op, niet zelden met behulp van de vingerafdrukken die de dader op de plaats delict achter gelaten heeft. Dactyoloscopie is de techniek waarmee voorheen onzichtbare vingerafdrukken zichtbaar gemaakt worden. Vervolgens kan men de vingerafdrukken analyseren en identificeren.
Het
ideale misdrijf is nog steeds niet gepleegd. Iedere dader laat sporen achter, ook al lijkt het soms of er op een plaats delict, de plaats waar een misdrijf plaatsgevonden heeft, geen sporen meer te zien zijn. Sommige sporen zijn zo miniem dat ze haast niet te zien zijn met het blote oog, sommige sporen zijn zelfs enkel met behulp van een vergrootglas of microscoop te bekijken. Een van de meest voorkomende sporen op een
plaats delict is de vingerafdruk. Soms kan deze vingerafdruk echter bijna onzichtbaar lijken. Door
dactyloscopie kan men toch iets met deze vingerafdrukken bereiken.
Vingerafdrukken
Wanneer je je vingertoppen eens goed bekijkt, zal je zien dat er op de plek van je
vingerkussentjes diverse lijntjes lopen. Je vingerkussentje is dat deel van je vingertoppen dat je gebruikt om iets vast te pakken. Deze lijntjes en groeven vormen lussen, bogen en kringen. De smalle dalen op het vingerkussentje worden
groeven genoemd. De zogeheten heuvelvormige lijntjes worden de
papillairlijnen of
huidlijsten genoemd. Deze groeven en papillairlijnen geven onze vingertoppen de mogelijkheid om voorwerpen stevig vast te kunnen pakken. Zonder deze lijnen zouden voorwerpen al snel door onze vingertoppen heen glijden. De lijnen geven de vingertoppen dus hun grip.
Identificatie van personen en antropometrie
Vroeger woonden er veel minder mensen op een oppervlak. Daardoor kende iedereen iedereen en kon je een buitenstaander gemakkelijk wijzen wie Piet was. Toen de bevolking echter gestaag groeide, ontstond de behoefte aan een manier om mensen te kunnen herkennen en identificeren. Een van de eerste pogingen om verschillen tussen mensen te meten en vast te leggen, is de
antropometrie. Dit is de
wetenschap van het opmeten van mensen.
De Franse politieman
Alphonse Bertillon ontwikkelde in 1883 op basis van de antropometrie een goed opgezet systeem voor de identificatie van personen. Hij bedacht een systeem van lichaamsmaten dat
bertillonage genoemd werd. Bertillon was van mening dat mensen van elkaar verschilden doordat zij unieke maten hadden wat betreft bepaalde lichaamsdelen, zoals de omtrek van het hoofd en de lengte van de uitgestrekte arm. De tekortkomingen van het systeem kwamen echter al snel aan het licht toen men ontdekte dat twee mensen met een gelijke lengte en gewicht vrijwel dezelfde maten hadden. Dit betekende het einde van het systeem.
In 1911 werd het beroemde schilderij de
Mona Lisa van Leonardo da Vinci uit het Louvre in Parijs gestolen. De dader liet perongeluk een heel duidelijk spoor van zijn duim achter op het glas waarachter het schilderij zich had bevonden. Wederom deed Alphonse Bertillon een poging om een systeem te ontwikkelen voor de identificatie van personen, ditmaal op basis van vingerafdrukken. Dit systeem sloeg wel aan, en de plaatselijke politie pakte de dief,
Vicenzo Perugia, op.
Huidlijstpatronen
Vingerafdrukken zijn om een aantal redenen heel geschikt als
identificatiesysteem van personen. Zo zijn de papillairlijnen van handvlakken en voetzolen voor elk persoon
uniek! Dit geldt zelfs voor identieke een-eiige
tweelingen. Daarnaast is het papillairlijnbeeld standvastig en veranderd het gedurende je gehele leven niet. Wanneer je een stukje huid afschaaft, komen de lijnen vanzelf weer terug, tenzij je echt ernstige wonden op je vingertoppen hebt. De papillairlijnen zijn, zoals de boeken in een bibliotheek op genre, in te delen volgens een bepaald classifatiesysteem. Er bestaan 1024 groepen vingerafdrukken.
Bogen, lussen en kringen
In 1685 herkende
Marcello Malphigi patronen in vingerafdrukken welke hij lussen en kringen noemde. Sir Francis Galton ontdekte in 1892 dat er ook bogen voor konden komen. Deze kringen, lussen en bogen vormen nog steeds de basis van het vergelijken en identificeren van vingerafdrukken.
Het henrysysteem
Sir
Edward Henry ontwikkelde in 1899 een classificatiesysteem voor vingerafdrukken. Hij gaf elke afdruk een score op grond van waar in een set van tien vingerafdrukken kringen te zien zijn. Kringen op de ene vinger krijgen een hogere score dan kringen op een andere vinger. Met de totaalscore kan men vingerafdrukken organiseren in groepen met dezelfde score.
Sporen van vingerafdrukken
Vingersporen zijn er over het algemeen in drie vormen.
Duidelijk zichtbare sporen
Sommige sporen zijn duidelijk zichtbaar. Dit zijn bijvoorbeeld vingerafdrukken van vingertoppen die een vettige substantie aangeraakt hebben. Deze sporen kan men
fotograferen. Met deze foto kan men vervolgens vergelijkingen gaan maken met vingerafdrukken in een database of van verdachten.
Plastische sporen
Plastische sporen zijn sporen die
driedimensionaal zijn. Dit zijn sporen die veroorzaakt zijn doordat de dader zijn vingertoppen in een zachte substantie gedrukt heeft, zoals was, zeep en soms zelfs stof. Deze sporen kan je veilig stellen door ze te fotografen en indien mogelijk een mal te maken door er gips in te gieten.
Latente sporen
Latente sporen zijn sporen die voor het blote oog onzichtbaar zijn en pas zichtbaar worden in speciaal licht of na een behandeling. Onze vingertoppen zijn continu bedekt met een laagje
huidolie en zweet. Deze huidolie en dit zweet blijft achter op alles wat je aanraakt.
Dactyloscopische poeders kan je aanbrengen op ondergronden om latente sporen zichtbaar te maken. Deze poeders worden aangebracht met een speciale kwast.