SPSS: Pearson product-moment correlatiecoëfficiënt uitvoeren
Het huidige artikel geeft een beschrijving over hoe in het statistische computerprogramma SPSS (Statistical Package for the Social Sciences) versie 17.0 een Pearson product-moment correlatiecoëfficiënt uitgevoerd kan worden.
Wat is een Pearson product-moment correlatiecoëfficiënt?
De Pearson product-moment correlatiecoëfficiënt (symbool r) wordt gebruikt om een correlatie te vinden tussen twee of meer continue variabelen. De waarde van het Pearson product-moment correlatiecoëfficiënt ligt tussen de 0.00 en de 1.00. Een waarde van 0.00 betekent dat er geen correlatie gevonden is tussen de variabelen. Een waarde van 1.00 betekent dat er een 'perfecte' relatie is gevonden tussen de variabelen. Echter, ook moet gekeken worden naar onder andere de grootte van de steekproef (symbool N). Indien deze N niet groot genoeg is, is de waarde van de r niet helemaal betrouwbaar. Als de r-waarde kleiner is dan 0.10, dan wordt deze klein genoemd. Als de r-waarde tussen de 0.10 en 30 valt, dan wordt deze klein tot gemiddeld genoemd. Als de r-waarde tussen de 0.30 en 0.50 valt, dan wordt deze gemiddeld tot groot genoemd. En tot slot: als de r-waarde boven de 0.50 valt, dan wordt deze groot genoemd.
Hoe voer je een Pearson product-moment correlatiecoefficient uit in SPSS (versie 17.0)?
Volg de volgende stappen:
- Ga naar 'Data view'
- Klik op 'Analyze' bovenaan het scherm.
- Klik op 'Correlate'
- Klik op 'Bivariate'
- Klik op de twee (of meer) variabelen waartussen je de correlatie wilt laten berekenen en verplaats deze door middel van het pijltje naar het vlak 'Variables'.
- Zorg dat er onder 'Correlation Coefficients' 'Pearson' is aangevinkt. Als je de Spearman rho wilt laten berekenen kun je deze (ook) aanvinken. Vink onder 'Test of significance' 'two-tailed' als je tweezijdig wilt toetsen en 'one-tailed' als je eenzijdig wilt toetsen.
- Klik op 'Options'.
- Klik onder 'Missing values' op 'Exclude cases pairwise'. Als je wilt kan je hier ook nog kiezen voor 'Means and standard deviations' als je enkele beschrijvende gegevens in de output wilt hebben. Deze optie is niet noodzakelijk voor de berekening van de Pearson product-moment correlatiecoëfficiënt.
- Klik op 'Continue'
- Klik op 'OK'
Figuur 1. De stappen 1, 2, 3, en 4
Figuur 2. De stappen 5 en 6
Figuur 3. De stappen 7, 8 en 9
Hoe interpreteer je de output?
Figuur 4. Output van het voorbeeld met variabelen A en B
In dit voorbeeld zal een output met 2 variabelen (A en B) besproken worden.
Tabel 1: 'Descriptive statistics'
Hierin zul je de beschrijvende gegevens van de variabelen A en B vinden: mean (gemiddelde), standard deviation (standaarddeviatie) en N (aantal proefpersonen).
Tabel 2: 'Correlations'
Dit is de tabel waar het om gaat bij deze analyse. In elke cel vind je 3 verschillende soorten informatie:
- De Pearson product-moment correlatiecoëfficiënt (Pearson Correlation)
- De bijbehorende p-waarde (Sig. 2-tailed)
- Het aantal proefpersonen (N)
- Kolom 1 en rij 1: Hierin vind je de correlatie tussen één en dezelfde variabele: A. Deze is altijd 1 (een perfecte correlatie).
- Kolom 1 en rij 2 (of kolom 2 en rij 1): Hierin vind je de correlatie tussen de variabelen A en B.
- Kolom 2 en rij 2: Hierin vind je de correlatie tussen één en dezelfde variabele: B. Deze is altijd 1 (een perfecte correlatie)
Als er een asteriks bij staat, dan wordt aan de onderkant van de tabel weergegeven wat dit betekent.
- * staat vaak voor: correlatie is significant bij een significantieniveau van 0.05 (2-tailed)
- ** staat vaak voor: correlatie is significant bij een significantieniveau van 0.01 (2-tailed)
- *** staat vaak voor: correlatie is significant bij een significantieniveau van 0.001 (2-tailed)
Lees verder