De periodieke beweging

Definitie
Elke beweging die zichzelf constant herhaalt wordt beschouwd als een periodieke beweging.Kenmerken van de periodieke beweging
De periodeDe benodigde tijd voor het uitvoeren van één cyclus van een periodieke beweging noemt men de periode T, uitgedrukt in seconden (s). Deze periode, die constant is voor elk individueel trillend systeem, herhaalt zich steeds weer. Nemen we als voorbeeld de slingerbeweging van de slinger van een ouderwetse klok. Veronderstel dat de slinger van de klok 1 seconde nodig heeft om te slingeren van de maximale uitwijking links naar de maximale uitwijking rechts. Hieruit volgt automatisch dat de slinger van de klok 2 seconden nodig heeft om een volledige trillingscyclus uit te voeren. In dit geval zegt men dat de periode T van de slinger 2 seconden is.
De frequentie
De frequentie f van een systeem in trilling is het aantal trillingen per tijdseenheid van dit systeem. De frequentie geeft dus aan hoe vaak of hoe snel een trilling plaatsvindt. Hoe hoger de frequentie, hoe sneller de trillingen elkaar opvolgen. De frequentie is eigenlijk het omgekeerde van de periode. De eenheid van frequentie is dus:

Deze eenheid wordt gelijkgesteld aan een andere eenheid voor frequentie, namelijk de hertz (Hz), genoemd naar de Duitse natuurkundige Heinrich Hertz (1857-1894). Eén hertz is dus één cyclus per seconde of 1 Hz = 1 cyclus/seconde. Hoge frequenties worden niet uitgedrukt in hertz, maar in kilohertz (kHz) of megahertz (MHz). Hierin is 1 kHz = 1000 Hz en 1 MHz = 1000000 Hz.
Merk op dat een erg kleine periode T overeenstemt met erg snelle trillingen en bijgevolg aanleiding geeft tot een erg grote frequentie.
Formules
Dit brengt ons uiteindelijk bij de volgende formules voor de periode en de frequentie:
Voorbeelden
[OLIST]Men neemt de polsslag van een persoon. Er worden 72 slagen per minuut geteld. Bepaal de periode en de frequentie van de hartslag.

Een tennisbal wordt heen en weer geslagen. De tijdsduur om de bal van de ene speler naar de andere te spelen is 2,09s. Bereken de periode en de frequentie van de bewegende tennisbal.

Tijdens een voetbalwedstrijd voert een speler een dribbel uit met een frequentie van 1,57Hz. Hoe lang zou die speler er over doen mocht hij dezelfde dribbel 6 maal uitvoeren?


