Radioactiviteit: natuurkundig verschijnsel
Radioactiviteit is een intressant natuurkundig verschijnsel. Daarnaast is het ook gevaarlijk en is enige kennis van dit onderwerp geen overbodige luxe
Radioactiviteit
Bij het verschijnsel radioactiviteit zenden instabiele atoomkernen straling uit. Deze straling kun je indelen in een aantal groepen:
Alfa-Straling
Dit zijn helium kernen met een snelheid die overeenkomt met ongeveer 5% van de lichtsnelheid. a-Straling heeft een groot ioniserend vermogen, maar een klein doordingend vermogen. Dankzij dit kleine doordringende vermogen zal het via de lucht maar enkele centimeter ver komen. Radioactieve deeltjes met a-straling zijn daarom niet gevaarlijk zolang ze op afstand worden gehouden. Als een radioactief deeltje met a-straling in het lichaam komt kan dit echter dodelijk zijn.
Beta-Straling
Dit zijn snelle elektronen met een snelheid van 30% tot 99% van de lichtsnelheid. Deze deeltjes hebben een klein ioniserend vermogen, maar een groot doordringend vermogen. Hierdoor kan het wel enkele meters ver komen (via de lucht). Bij b-straling vervalt een neutron in een proton.
Gamma-Straling
In tegenstelling tot de a-straling en de b-straling bestaat g-straling niet uit deeltjes maar uit fotonen. Ze hebben een erg klein ioniserend vermogen en een enorm doordringend vermogen. Dankzij dit enorme doordringende vermogen kunnen ze erg ver komen.
Röntgenstraling
Net als de g-straling zijn dit fotonen, alleen bevattend de fotonen bij röntgenstraling minder energie. Bijzonder aan deze straling is dat het een fluoriderend vermogen heeft, waardoor stoffen zichtbaar licht uit gaan zenden.
Achtergrondstraling
Dit is een combinatie van straling uit de omgeving.
Bij het uitdrukken van een hoeveelheid radioactiviteit wordt de eenheid becquerel gebruik. De afkorting van becquerel is Bq. Als er per seconde één atoom vervalt is de stof radioactief met een waarde van 1 Bq.
Radioactiviteit is gevaarlijk dankzij het ioniserend vermogen. Radioactieve straling kan stoffen ioniseren. Hierbij veranderd die stof van samenstelling, wat vervelende effecten kan hebben.
Gebruik
Radioactiviteit kan ook gebruikt worden. Een voorbeeld hiervan is röntgenstraling in ziekenhuizen. Dankzij deze röntgenstraling kunnen er röntgenfoto’s worden gemaakt waardoor alleen de beenderen van een patiënt te zien zijn. Dit komt doordat de straling niet door de botten heen kan en door de rest van het lichaam wel. Er worden dan deeltjes door je lichaam geschoten, deze komen op een fotoplaat, behalve op de plekken waar je botten zitten. Op deze manier kunnen je botten bekeken worden zonder dat de arts je open hoeft te snijden. Ook bij het bestrijden van kanker wordt straling gebruikt.
Geschiedenis
In 1895 ontdekte W. Röntgen een nieuwe soort straling. Toen werd die straling X-straling genoemd, maar nu is deze straling naar zijn ontdekken vernoemd, Röntgenstraling. Becquerel ontdekte daarna dat er een nieuw natuurkundig proces was, namelijk de radioactiviteit. De eenheid van Radioactiviteit is naar hem vernoemd. Pierre en Marie Curie ontdekten daarna het fluoriderende vermogen van deze straling.
Halveringstijd
Halveringstijd is de tijd waar in de radioactieve straling met 50% is afgenomen.
Halveringsdikte
De halveringsdikte is de dikte van een stof die nodig is om de radioactieve straling te halveren.
Bescherming tegen straling
Om je te beschermen tegen straling wordt vaak gebruik gemaakt van een schild van lood, water of gewapend beton. Ook zijn er speciale plastics ontwikkeld die bescherming bieden tegen b-straling. Bij deze schilden wordt gebruik gemaakt van de hierboven genoemde halveringsdikte.
Symbool voor radioactiviteit
Het symbool voor radioactiviteit staat bovenaan het artikel.