De vorming van aardolie en aardgas
Aardgas en aardolie zit opgesloten in gesteente, het is dus niet zo dat er ergens een veld ligt met alleen maar olie of met gas dat als het ware zo opgepompt kan worden. Het zit in de poriën van gesteente en daarom is het zo moeilijk om het te winnen.
De vorming van aardolie
Aardolie ontstaat uit plankton. Plankton is microscopisch klein leven in water, het vermenigvuldigt zich razendsnel. Het dode plankton zakt met ander sediment naar de zeebodem. Er moeten steeds nieuwe lagen bovenop komen, omdat plankton wegrot bij hoge temperaturen(druk). Er moeten een afsluitende laag zijn, bijvoorbeeld leisteen.
Steenkool en aardolie komen niet naast elkaar voor, omdat steenkool(zie ook artikel over de vorming van steenkool:
Het ontstaan van steenkool) bij moerassen wordt gewonnen, dit is een zoet milieu, terwijl aardolie hoort bij ondiepe zeeën, oftewel een zout milieu.
De voorwaarden voor de vorming van aardolie:
- De grondstof voor aardolie is plankton. Plankton komt veel voor in ondiepe zeeën.
- Er moet een dalingsgebied zijn. Sedimentatie moet in evenwicht zijn met de daling anders krijg je verlanding of de zee wordt te diep.
- Ook moet er een afsluitende laag zitten, omdat het gas of de olie anders in de atmosfeer ontsnapt.
Hoe wordt plankton olie?
Dit gebeurt bij een temperatuur tussen de 60 en 120 graden Celcius. Dit is het geval op een diepte van 1 tot 1,5 kilometer. Om winbare olievelden te krijgen moeten de aardlagen scheef staan. Bij een scheve stand gaat alles naar 1 plek, dit is te vergelijken met water in een waterflesje dat naar één kant gaat als je het schuin houdt. Door seismisch onderzoek wordt de diepte van de aardlagen berekend en dat wordt dan geprojecteerd op de PC. Een olieveld is groot, het is zo'n 30 tot 40 kilometer diep en enkele honderden meters lang.
Het verschil tussen de vorming van olie en steenkool:
olie | steenkool |
plankton | planten |
zout milieu | zoet milieu |
beweegt in de aardkorst | blijft op 1 plek in de aardkorst |
in gesteente | is een gesteente |
De vorming van aardgas
De chemische benaming van aardgas is methaan, maar het wordt soms ook nog wel moerasgas genoemd. Aardgas is een reukloos gas. Overal waar gas zit, zit ook steenkool of aardolie. Andersom hoeft het niet zo te zijn, omdat aardgas een bijproduct is; het kan niet op zichzelf ontstaan. Heel veel gas ontsnapt, omdat het dan niet goed genoeg is afgesloten. Het gas zit opgesloten in een gesteente, dit is meestal onder zeer hoge druk. Omdat gas onder zeer hoge druk zit, is het gas in de aardkorst veel minder dan boven. In de aardkorst is het bijvoorbeeld 1 vierkante meter, terwijl het aan het aardoppervlak honderd keer zoveel is!
De situatie in Nederland (West-Europa):
Het zout in een laag een voorbeeld is de Permlaag sluit alles af, het gas kan daardoor niet ontsnappen. Op zo'n vier kilometer diepte in de aardkorst vind je de carboonlaag, het is zo'n 300 miljoen jaar oud en in Noord-Nederland is dit zeer diep weggezakt. In het carboon zit zeer veel steenkool. Hiervandaan stijgt het gas op. Bij het inkolingsproces is zeer veel aardgas ontstaan en stijgt nu dus op. Als er geen afsluitende lagen zijn verdwijnt het in de atmosfeer.
In het Perm-tijdperk komt West-Europa in een hele andere klimaatzone te liggen, het lag eerst in de buurt van de tropen en krijgt nu te maken met een zachter klimaat. Het wordt droger en er komen zoutafzettingen. Onder de zoutlagen begint het gas zich op te stapelen in de daar aanwezige zandgesteenten. Omdat het gas op grote diepte zit en bij zeer hoge temperatuur zit, is er een grote druk(zo'n 400 atmosfeer). De gasvelden zijn net zoals aardolievelden heel groot. Het is tientallen kilometers breed en honderden meters hoog.
Om het gas ook daadwerkelijk te kunnen gebruiken moet er naar geboord worden. De boring naar zo'n gasveld is heel duur, omdat het heel diep in de aardkorst zit. Het gas zit onder zeer grote druk en dat moet op de weg naar het aardoppervlak teruggebracht worden naar 2 atmosfeer. Dit doen ze door in de buis klepjes te maken die per keer de druk iets verkleind.
Het gas gaat nu eerst de fabriek in, omdat:
- Aardgas is van nature reukloos. Er moet dus een luchtje aan komen te zitten, omdat er anders problemen komen, omdat mensen niet weten wat het voor product is.
- Het aardgas moet nog worden gezuiverd
- Het moet nog op de juiste druk worden gebracht.
- Het moet nog worden gemengd met andere gassen