Systeemdenken - een wetenschappelijke invalshoek
Systeemdenken is een manier van denken die heel anders is als de traditionele ‘oorzaak-gevolg’ aanpak van de wetenschap in de afgelopen eeuwen. Systeemdenken gaat uit vanuit het geheel, in plaats van delen te onderzoeken, en breekt daarmee met een lange traditie van wetenschappelijke redenatie en analytisch denken. Het is toepasbaar in alle wetenschappelijke disciplines - denk bijvoorbeeld aan ecosystemen (biologie) en organisaties (bestuurskunde) - en is dus niet een ‘nieuwe discipline’. Het is een hele nieuwe gedachtegang, toepasbaar in wetenschap, en zelfs daarbuiten.
Systeemdenken versus lineair denken in de traditionele wetenschap
Veel wetenschappers (ook tegenwoordig nog) proberen processen die zij onderzoeken uit te leggen door de werkelijkheid in kleine deeltjes te hakken en ieder individueel deeltje te analyseren. Iedere discipline heeft zo zijn eigen processen te onderzoeken, en binnen disciplines is er natuurlijk een groot scala aan processen beschikbaar voor onderzoek, maar om een goed idee te krijgen van wat een 'proces' is, hier wat voorbeelden: een bioloog onderzoekt het evolutionaire proces, of het proces van de groei van een plant, of het gedragsproces van parende vogels; physici onderzoeken natuurkundige processen zoals het kernfusie, en chemici kunnen bijvoorbeeld het proces van totstandkoming van een chemische substantie onderzoeken..., et cetera. Al deze onderzoekers hebben traditioneel getracht om hun onderzoeksgebied te beperken tot één klein deeltje. Ze reduceerden het gehele complex aan processen en relaties - het leven is nu eenmaal een samenhang van alles met alles - tot kleine 'behapbare stukjes'.
Met andere woorden,
reductionisme: ofwel het grote geheel reductioneren tot ‘behapbare delen’ om vervolgens die delen apart te onderzoeken. Het idee hierachter is dat, wanneer we alle deeltjes begrijpen, we enkel die kennis bij elkaar hoeven op te tellen om het geheel te begrijpen. Meer figuratief weergegeven: wetenschap word/werd gezien als een grote puzzel, waarbij onderzoekers iedere keer een klein puzzelstukje pakten, analyseerden en het vervolgens op de juiste plek legden. Uiteindelijk zou dit puzzel-gedrag tot een compleet plaatje moeten leiden.
Echter, in werkelijkheid blijkt dat zo’n simpele optelsom niet altijd werkt, het geeft niet altijd - vaak niet - een goed beeld van de werkelijkheid wanneer we alles in stukjes hakken en alleen delen bekijken. Een bekende leus die dit bondig samenvat gaat als volgt:
‘het geheel is groter dan de som der delen’ (the whole is greater than the sum of its parts).
Systeemdenken geeft gehoor aan dit fenomeen. In plaats van in stukken hakken van ‘het te onderzoeken object’, bekijken systeemdenkers het object in hun geheel, en in de omgeving waarin ze zich bevinden. Een (te simplistische, maar wel duidelijke) vergelijking is dus:
- Een analyticus onderzoekt dus de relatie/interactie: A + B = C,
- Een systeemdenker linkt A, B en C met elkaar, de omgeving, en tig andere variabelen in een web of 'systeem' van interacties.
Verschillen tussen systeemdenken en traditionele lineair denken
Het grootste verschil is hierboven dus al genoemd: het reduceren van de werkelijkheid tot zeer beperkte processen/relaties/interacties (traditionele wetenschap) versus het bekijken van hele systemen aan eenheden en hun relaties tot elkaar (systeemdenken). Er zijn nog veel meer verschillen tussen beide aanpakken, waarvan twee hieronder genoemd zijn.
- Onderzochte eenheid in zijn milieu bekijken of isoleren: In systeemdenken wordt er uitgegaan van het gehele systeem (en in sommige gevallen zelfs ook met het milieu buiten dit systeem). Dit betekent dat een systeemdenker niet probeert zijn eenheid-van-onderzoek te isoleren van zijn omgeving. Dit is compleet in tegenstelling tot de traditionele wetenschap, waar er vaak juist een nadruk ligt op het isoleren en onderzoeken van alleen een tweetal (of klein aantal) eenheden, zonder de invloed van andere factoren te hoeven betrekken. Veelal gebeurt het laatste in een laboratorium, een uitstekende omgeving om andere factoren buiten te sluiten.
- Feedback wenselijk of te voorkomen: Feedback processen zijn van essentieel belang in systeemdenken. Feedback is ruwweg een proces waarbij het veranderen van één variabele effect heeft op een andere variabele, die vervolgens weer invloed kan hebben op die eerste variabele. Denk hierbij aan een thermostaat in een huis, de temperatuurmeter levert feedback door de temperatuur te meten en naar behoeven de verwarming aan of uit te zetten). In traditioneel wetenschappelijk denken wordt er weinig tot geen aandacht besteed aan dergelijke feedback loops.
Voorbeeld van systeemdenken n in klimaatsverandering
Systeemdenkers hebben zich vooral kunnen uitleven binnen de opkomende onderzoeksgebieden rondom klimaatverandering. Neem bijvoorbeeld de prognoses van de IPCC, betreffende de verwachte zee-stijging. Hierbij is gebruik gemaakt van systeemdenken - de prognoses zijn enkel 'verwachtingen' gebaseerd op een zeer complex geheel aan variabelen die allemaal met elkaar te maken hebben. We zien nu in dat het klimaat niet 1-op-1 werkt, het is niet zo simpel: we kunnen niet zomaar zeggen dat als we CO2 verminderen, het klimaat zo weer terug zal gaan naar haar 'normale' staat. We weten niet eens wat die normale staat is, en of zoiets als normale staat eigenlijk wel bestaat. Wat we wél weten is dat klimaat een complex geheel is aan factoren en variabelen die zo ingewikkeld met elkaar samenhangen dat het moeilijk, als niet onmogelijk, is om het te voorspellen. Zelfs nu wetenschappers er rekening mee houden dat het klimaat een systeem is dat niet lineair werkt, kunnen we het dus niet voorspellen. Maar we begrijpen het wel 'iets beter' en we weten ook dat enkel ingrijpen in bepaalde variabelen waarschijnlijk niet genoeg is om het gehele systeem te veranderen. Tot deze conclusie waren we niet gekomen wanneer wetenschappers bij hun traditionele aanpak gebleven waren: het in stukken hakken van het systeem en enkel deeltjes onderzoeken.
Enkele technieken die gebaseerd zijn op systeemdenken
Er zijn momenteel heel veel technieken en methoden voor zowel organisaties als wetenschappers die gebaseerd zijn op systeemdenken, in plaats van lineair denken. Twee mooie voorbeelden hiervan zijn scenario plannen en de Delphi methode, die ik hieronder kort beschrijf (in andere artikelen ga ik hier dieper op in).
- Een van de technieken die gebaseerd is op systeemdenken is scenario plannen. In een notendop, scenario plannen betekent het beschrijven van (waarschijnlijke) toekomstige situaties en aan de hand van deze situaties analyses uitvoeren.
- Een andere bekende techniek die (deels) gebaseerd is op systeemdenken heet de Delphi methode. Dit is een gestructureerde methode waarbij experts in twee rondes antwoord geven op een aantal vragen. Na de eerste ronde vat een facilitator de gegeven antwoorden samen, zodat in de tweede ronde experts hun antwoorden op dezelfde vragen kunnen aanpassen aan inzichten die ze verkregen hebben van de antwoorden van anderen. Het systeem-denken hierachter is dat de voorspellingen en output van één expert niet zo goed zijn als die van meer experts, en dat de outputs van meer experts die met elkaar in aanraking zijn gekomen nog beter is.
- Hoewel het niet een 'techniek' te noemen is, is het de moeite waard om ook even stil te staan bij het concept 'resilience' ofwel veerkracht. Dit is een nieuw concept binnen de wetenschap, hoewel het niet tot één bepaalde discipline hoort, maar meer interdisciplinair van karakter is. In een notendop: veerkracht betekent de capaciteit van een systeem om terug te keren naar haar originele status (of iets in de buurt hiervan) nadat er een externe shock of invloed het systeem heeft verstoord.
Tot slot
Systeemdenken is
niet bedoeld als een nieuwe manier van denken die lineair denken compleet vervangt. In sommige gevallen is lineair denken superieur, in andere gevallen systeemdenken. Met name grote maatschappelijke, biologische en geofysische problemen van globale omvang zijn geschikt om te bekijken vanuit een systeem-perspectief. Echter, sommige vraagstukken, zelfs in zulke grootse problemen, kunnen nog steeds ook erg veel voordeel hebben van lineaire analyses. Bijvoorbeeld het ontdekken van nieuwe manieren om koolstof te binden, methaan te verwerken tot niet-atmosferische stoffen et cetera.
Belangrijk is dus het volgende: systeemdenken en lineair denken zijn allebei zeer nuttige benaderingen in de wetenschap en ook buiten de wetenschap, en dienen ook zeker allebei ingezet te worden bij de grootste (maar ook de kleinste) problemen die de mensheid en wetenschap voor haar kiezen krijgt. De een is niet beter of slechter dan de ander. De een kan wel '
meer van toepassing' zijn als de ander, gegeven een vraagstuk.
Lees verder