Validiteit: de verschillende soorten validiteit
Bij het doen van een onderzoek moet je eerst het concept dat je wilt onderzoeken operationaliseren, dat betekent: meetbaar maken. Daarvoor zijn twee begrippen van groot belang bij de operationalisering, namelijk betrouwbaarheid en validiteit. Betrouwbaarheid betekent dat de uitkomsten van de meting zo min mogelijk berusten op toeval. Validiteit betekent dat je meet wat je beoogt te meten in je onderzoek. Er zijn verschillende soorten validiteit namelijk; inhoudsvaliditeit, criteriumvaliditeit, constructvaliditeit, en eventueel representationele validiteit.
Inhoudsvaliditeit (content validity)
Inhoudsvaliditeit gaat over in hoeverre het concept dat je wilt meten daadwerkelijk wordt gemeten in het onderzoek. Het gaat om de vraag of de test een representatieve afspiegeling is van het kennisdomein van het te onderzoeken concept. Het gaat er dus bijvoorbeeld om dat de test volledig is; alle dimensies van het concept moeten worden onderzocht. (Bij 'agressiviteit' heb je bijvoorbeeld de dimensies 'fysiek' en 'verbaal').
Er zijn twee vormen van validiteit die je kunt toewijzen aan inhoudsvaliditeit:
- Indruksvaliditeit (face validity): het feit dat men in de veronderstelling is dat de meting valide is. Het gaat er dus om of het instrument op het oog valide lijkt te zijn.
- Expertpanelvaliditeit (expert panel validity): een groep van externe deskundigen beoordeelt of zij het meetinstrument als valide zien.
Criteriumvaliditeit (criterion validity)
Bij criteriumvaliditeit wordt de validiteit bekeken door de relatie te vergelijken met een extern criterium. Deze vorm van validiteit beschouwt hiermee in welke mate de test te voorspellen is.
Er zijn twee vormen die je aan criteriumvaliditeit kunt toewijzen:
- Predictieve validiteit: validiteit die gaat over hoeverre de test kan voorspellen wat het in theorie moet kunnen voorspellen.
- Concurrent validiteit: validiteit die beschouwt in hoeverre de resultaten samenhangen met gelijktijdig beschikbare criteriumgegevens.
Constructvaliditeit / begripsvaliditeit (construct validity)
Constructvaliditeit is gebaseerd op de logische relaties die er zijn tussen variabelen. Hiermee kun je zien of de resultaten wel dergelijk een indicator zijn voor het begrip dat je wilt meten.
Er zijn twee vormen van constructvaliditeit te benoemen:
- Convergente constructvaliditeit: validiteit waarmee wordt bepaald of een gemeten variabele positief correleert met variabelen zoals theoretisch verwacht mag worden.
- Discriminante constructvaliditeit: validiteit waarmee wordt bepaald of een gemeten variabele negatief correleert met variabelen zoals theoretisch verwacht mag worden.
Representatieve validiteit (representational validity)
Representatieve validiteit behoort niet officieel tot de bovengenoemde typen validiteit. Deze vorm van validiteit is vastgelegd door een aantal onderzoekers die het 'representatieve' niet konden terugvinden in de bovengenoemde vormen. Representatieve validiteit gaat over of de personen die worden gemeten daadwerkelijk in staat zijn iets te zeggen over wat er gemeten wordt.
Dit probleem is bijvoorbeeld het geval bij een gevoel van superioriteit van mensen. Een vrouw heeft een tas gekocht, en vult in een enquête in dat ze dit heeft gedaan omdat ze hem mooi vindt en omdat het van goede kwaliteit is. Eigenlijk heeft ze hem gekocht omdat ze een hogere sociale status wil bereiken. Dit denkt ze zelf niet, maar is eigenlijk wel de reden. Het werkelijke antwoord wordt dus niet verkregen.