Meetniveaus: Nominaal, Ordinaal, Interval en Ratio

Nominaal meetniveau
Bij een nominaal meetniveau bestaat de variabele uit verschillende waarden waar geen verschil zit tussen beide. Er zijn dus verschillende categorieën aan te duiden, maar er zijn geen verschillen tussen deze categorieën. Het gaat hier daarom slechts om het benoemen van de bijbehorende waarde.Voorbeelden zijn:
- bloedgroepen
- geslacht
- provincies
- politieke partij
- abonnee op de krant / geen abonnee op de krant
- wel gevaccineerd / niet gevaccineerd
Ordinaal meetniveau

Voorbeelden zijn:
- helemaal eens / eens / neutraal / oneens / helemaal oneens
- goud / zilver / brons
- vmbo / havo / vwo
- basisschool / voortgezet onderwijs / middelbaar beroepsonderwijs / hoger beroepsonderwijs
- inkomensgroepen
Interval meetniveau

Voorbeelden zijn:
- 13:00 / 14:00 / 15:00
- IQ van 100 / IQ van 110 / IQ van 120
- Temperaturen in Celsius of Fahrenheit
- pH-waarde
Ratio meetniveau
Bij een ratio meetniveau bestaat de variabele uit verschillende waarden waar wel verschil tussen de waarden zit. Het verschil tussen deze waarden is ook duidelijk aan te geven. De waarde kan wel '0' zijn, dit betekent dat er bij de ratioschaal wel sprake is van een absoluut nulpunt. Een waarde '0' staat op een ratio schaal dus voor afwezigheid van de waarde. Je kunt hierdoor verhoudingen berekenen tussen verschillende waarden op de schaal.Voorbeelden zijn:
- alle percentages
- aantal goed beantwoorde vragen in een toets
- inkomen in euro's
- leeftijden in jaren
- gewicht in kilo's
Rekenkundige consequenties van de verschillende meetniveaus
Elk meetniveau is weer goed voor andere berekeningen. Niet behandeld: de waarden in de nominale en ordinale meetniveaus kunnen ook voorkomen in kwalitatief onderzoek. Het interval- en ratio meetniveau zul je daarentegen alleen kunnen vinden in kwantitatief onderzoek (kwantitatief onderzoek is gericht op cijfermatige uitkomsten).Meetniveau | Wat je kunt berekenen met behulp van waarden op het meetniveau |
---|---|
Nominaal | Tellen, percentages berekenen |
Ordinaal | Tellen, percentages berekenen en hoger/lager aangeven |
Interval | Tellen, hoger/lager aangeven, verschillen in eenheden aangeven, gemiddelde, spreiding |
Ratio | Tellen, hoger/lager aangeven, verschillen in eenheden aangeven, gemiddelde, spreiding en het berekenen van verhoudingen |