Meetniveau in de statistiek
Een veel voorkomend begrip in de statistiek is het meetniveau van een variabele. Afhankelijk van het meetniveau van de variabele kan je bepaalde berekeningen al dan niet toepassen op de variabele.
Variabele: iets wat varieërt, een verzameling van waarden of categorieën die wederzijds uitsluitend en uitputtend moeten zijn
Variabelen kunnen gemeten worden op vier meetniveau's:
- Nominaal
- Ordinaal
- Interval
- Ratio
Nominaal meetniveau
- Slechts labels, categorieën
- Voorbeeld: diersoort, man/vrouw
- Weinig bewerkingen mogelijk
- Kwalitatief
- Kan modus van berekend worden
Ordinaal meetniveau
- Voorbeeld: rangen in het leger, tentamencijfer voor Wiskunde
- Getalsvolgorde van belang
- Kwalitatief
- Kan modus en mediaan van berekend worden
Interval meetniveau
- Gelijke afstanden tussen eigenschappen
- Voorbeeld: tijd, temperatuur
- Geen vast nulpunt
- Kwantitatief
- Kan modus, mediaan en gemiddelde van berekend worden
Ratio meetniveau
- Voorbeeld: lengte in meter, gewicht in kilo's
- Vast nulpunt
- Kwantitatief
- Kan modus, mediaan en gemiddelde van berekend worden
Wanneer welk meetniveau gebruiken?
- Nominaal: van toepassing op variabelen met waarden die alleen maar dienen om objecten/personen van elkaar te onderscheiden
- Ordinaal: van toepassing op variabelen met waarden die op een bepaalde dimensie (grootte, sterkte, intensiteit) geordend kunnen worden van laag naar hoog
- Interval: van toepassing op variabelen met vaste afstanden tussen de opeenvolgende schaalwaarden, maar zonder vast nulpunt
- Ratio: is van toepassing op variabelen met een vast nulpunt
De eisen die gesteld worden aan elk meetniveau worden met het oplopen van het getal strenger. Een variabele op intervalniveau voldoet bijvoorbeeld ook aan de eisen voor een variabele op nominaal en ordinaal meetniveau.