Statistiek - Meetniveaus en statistiek
In de statistiek heeft alles te maken met meetniveaus. Deze zijn erg belangrijk om te bepalen welke soort berekeningen je kunt en gaat uitvoeren. Maar wat zijn deze meetniveaus eigenlijk en welke invloed hebben ze op de statistische bewerkingen?
Meetniveaus: wat zijn het?
Meetniveaus zijn niveaus waarop een variabele gemeten wordt. Dit kan op nominaal niveau, ordinaal niveau of scale (interval en rationiveau). Een meetniveau kan laag (nominaal) of hoog (scale) gemeten worden. Hoe hoger het meetniveau, hoe meer statistische berekeningen ermee uit te voeren zijn. Het laagste meetniveau is van categorische aard (in categorieën ingedeeld, zoals geslacht of beroep) en bestaat uit het nominale niveau. Het ordinale en scale niveau zijn van non-categorische aard. Hier speelt volgorde een belangrijke rol, bijvoorbeeld in leeftijd of opleidingsniveau. Verder kan een meetniveau non-parametrisch of parametrisch zijn. Bij een parametrische toets is de variabele normaal verdeeld (een klokvorm).
Nominaal niveau
Het nominale niveau is het laagste niveau dat de statistiek kent. Het nominale meetniveau geeft slechts een onderscheid of een verschil aan. Een voorbeeld hiervan is de variabele ‘geslacht’: hierbij horen ‘man’ en ‘vrouw’. Het geeft verder geen ordening aan (zie ordinaal niveau en scale niveau). Het nominale meetniveau is van categorische aard: de variabelen worden verdeeld in categorieën.
Statistische bewerkingen
Vaak worden nominale niveaus gebruikt om verschillen in groepen te achterhalen, bijvoorbeeld het verschil in presteren op taak X tussen mannen en vrouwen. Ook kun je de modus aangeven: welke waarde komt het meeste voor? Verder worden vaak percentages en aantallen aangegeven, bijvoorbeeld in een tabel.
Ordinaal niveau
Bij een ordinaal niveau zijn de kenmerken van de variabele geordend, maar is de afstand tussen de kenmerken onduidelijk. Dit is bijvoorbeeld het geval bij opleidingsniveau: het is onduidelijk of MBO even ver van HBO afzit als HBO van WO. Je kunt dus zeggen dat er sprake is van meer of minder, maar er is niet zozeer in een getal uit te drukken hoeveel meer of minder. Ook stellingen waarbij de respondent kan aangeven in hoeverre hij het een of oneens is met de stelling tot en met 5 punten (bijvoorbeeld: zeer oneens, oneens, neutraal, eens, zeer mee eens) wordt gerekend tot het ordinale niveau.
Statistische bewerkingen
Aangezien bij het ordinale niveau niets gezegd kan worden over de afstand tussen de kenmerken, zou een berekening voor het gemiddelde hier dus niets zeggen. Wel kan een modus berekend worden. Ook de mediaan kan aangegeven worden en er kunnen rangcorrelaties uitgerekend worden. Verder kunnen allerlei non-parametrische toetsen worden gedaan, zoals Cohen’s Kappa (interbeoordelaarsbetrouwbaarheidsmaat).
Scale
Onder scale vallen in de statistiek zowel het interval als het rationiveau. Ook hierbij is, net als bij het ordinale niveau, een ordening. Echter, waar bij het ordinale niveau de hoeveelheid van de verschillen onduidelijk is, is het bij scale wel duidelijk. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat iemand van 20 jaar twee keer zo lang leeft als iemand van 10 jaar. Het verschil tussen intervalniveau en rationiveau zit in het absolute nulpunt: het intervalniveau heeft dit niet en het rationiveau wel. Voorbeeld bij het intervalniveau zijn IQ, temperatuur, jaartallen of 7 puntsschalen. Bij de ratioschaal horen onder andere leeftijd en lengte.
Statistische bewerkingen
Aangezien scale het hoogste meetniveau is, kan hiermee allerlei berekeningen worden uitgevoerd. Een gemiddelde kan bijvoorbeeld worden uitgerekend. Ook kunnen de standaarddeviatie en variantie worden uitgerekend ((de gemiddelde) afwijking van het gemiddelde). Tevens kunnen hier parametrische testen mee worden uitgevoerd, zoals de t-test of correlaties.
Waarom zijn meetniveaus van belang?
Vooraf aan je onderzoek heb je bepaald wat het doel van het onderzoek is. Op basis daarvan is een vraagstelling opgezet en daarop wil je graag antwoord. Om te voorkomen dat dit niet lukt, is het van belang vooraf al rekening te houden met de meetniveaus en welke berekeningen je wilt uitvoeren. Wil je bijvoorbeeld de gemiddelde leeftijd weten? Dan is het beter te vragen hun leeftijd of geboortedatum in te vullen dan om ze aan te kruisen in welke leeftijdsgroep ze vallen. Achteraf kun je meetniveaus altijd nog lager maken (richting nominaal), maar nooit hoger. Daarom is het van belang van te voren na te denken over welke informatie je wilt vergaren, welke vragen er gesteld gaan worden en welke meetniveaus die met zich meebrengen.
Lees verder