Ien Ang: On the politics of empirical audience research
In zijn boek THE NATIONWIDE AUDIENCE stelt David Morley voor om methodes te ontwikkelen voor empirisch onderzoek naar de relatie tussen het publiek en de ideologische werking van televisie. Het type onderzoek dat Morley toepast in zijn boek heeft de vorm van diepgaande interviews met een klein aantal mensen. Dit wordt een etnografische benadering genoemd.
Deze benadering wordt nu gezien als een van de beste manieren om te leren over de betrokkenheid van mensen met televisie en andere media. De benadering is populair onder zowel de kritische media en mainstream studies. Onderzoekers in de kritische media studies vinden dat kwalitatieve methoden van empirisch onderzoek beter zijn dan kwantitatieve. De mainstream onderzoekers geven nu ook toe dat kwantitatief onderzoek zijn beperkingen heeft en geven nu ook de voorkeur aan de etnografische benadering.
De kritische media onderzoekers hebben zich vooral bezig gehouden met de analyse van de ideologische en economische rol van de media in de kapitalistische en patriarchale gemeenschap. Deze bezigheden werden gekenmerkt door een anti-positivistische en anti-empirische mentaliteit. Dit houdt niet in dat de kritische onderzoekers zich totaal niet bezig hielden met empirisch onderzoek.
Ang stelt een open en contextuele definitie van kritisch onderzoek voor, waarbij men zich niet eenvoudigweg neerlegt bij een al bestaande theorie. Theorieën moeten voortdurend in ontwikkeling zijn, zodat hierdoor optimaal kan worden bijgedragen aan ons begrip van de wereld.
Ang wil met haar betoog geen vijandschap tussen het kritische en mainstream onderzoek creëren. Ze wil eerder de bezigheden en perspectieven belichten om er achter te komen hoe etnografische mediastudies kunnen bijdragen aan de zojuist uitgelegde kritische benadering.
The Problem of the Disappearing Audience
THE NATIONWIDE AUDIENCE verscheen in een tijd waarin het kritisch onderzoek zich bezig hield met een abstracte tekst/subject relatie, geformuleerd binnen een (post)structuralistisch en psychoanalytisch kader. De rol van de kijker werd gezien vanuit zijn positie tot de tekst, zoals de tekst hem op dat moment vormt. Men ging er van uit dat kijkers de betekenissen van de tekst letterlijk (zonder erbij na te denken) moesten over nemen als zij de tekst wilden begrijpen. Het begrijpen van een tekst hing dus vooral af van de structuur van de tekst.
David Morley was het hier niet mee eens, omdat het een ahistorisch, asociaal en generaliserend concept van film en televisie-kijkerschap inhield. De analyse van tekstuele structuren liet geen enkele ruimte voor televisiekijkers. Het waren gevangenen van de tekst. Dit vormde voor Morley dus de motivatie om empirisch onderzoek te verrichten naar hoe groepen kijkers met verschillende achtergronden een bepaalde tekst lezen of interpreteren. Het ging hier om het televisieprogramma NATIONWIDE. Morley wilde aantonen dat confrontaties tussen een tekst en kijkers veel complexer in elkaar zitten dan de tekstuele theorie deed vermoeden. Duidelijk werd dat betekenissen in teksten verschillend kunnen worden opgevat door de kijkers. Televisiekijken is dus een complexe culturele bezigheid en geen singuliere gebeurtenis.
Academic Convergence?
Door het boek van Morley zijn kritische en mainstream onderzoekers gebruik gaan maken van empirische onderzoeksmethoden. Er ontstaat dus een soort verzoening, waarbij er interesse wordt getoond in elkaars vakgebied. Het zou zelfs tot een punt kunnen komen dat de twee benaderingen samen komen in een geheel nieuw onderzoeksprogramma. Volgens Ang is een samenkomst niet zo eenvoudig. De twee benaderingen delen weliswaar oppervlakkige overeenkomsten, maar het verschil tussen kritisch en mainstream bestaat uit meer dan alleen een verschil van mening. Het bestaat uit verschillen in epistemologische, theoretische en politieke houdingen ten opzichte van het verrichten van empirisch onderzoek. Een samenkomst van twee verschillende benaderingen kan dus niet, omdat hierdoor alle onenigheid die er bestaat geneutraliseerd wordt, alleen om maar tot een vervolg te kunnen komen. Ang wil geen scherpe afscheiding creëren, ze wil benadrukken dat bepaalde ideeën heel goed door beide benaderingen gedeeld kunnen worden.
Ang vindt dat audience activity gelegen is in een complex netwerk van voortdurend in verandering zijnde culturele praktijken en relaties. Om de audience activity te bestuderen moet de onderzoeker zichzelf inlaten met het structurele en culturele proces waar het te bestuderen publiek door geconstrueerd is. Het kijken naar televisie is dus altijd gerelateerd aan de werking van vormen van sociale structuren.
Beyond Methodology
Door samenvoeging van de beide benaderingen kan er een ultiem wetenschappelijke verklaring van ‘het publiek’ worden gegeven. Dit wetenschappelijke project meent dus totale kennis te krijgen over televisie. Het publiek wordt teruggebracht tot een object met meetbare kenmerken. Deze kennis zou alleen verkregen kunnen worden door te stoppen met ruziën en te gaan samenwerken.
Volgens de positivisten kan wetenschappelijke kennis alleen worden opgedaan door het hypothetisch-deductief testen van een theorie door kwantitatief empirisch onderzoek te verrichten. Theorieën die niet empirisch getest zijn kunnen dus niet wetenschappelijk zijn. Deze theorie wordt door steeds meer onderzoekers bekritiseerd, omdat de realiteit niet verklaard kan worden door alleen kwantitatieve methodes van onderzoek. Onderzoekers die zich bezig houden met onderzoek naar audience activity willen alleen nog maar gebruik maken van de genoemde etnografische onderzoeksmethode, een kwaliteitsonderzoek dus.
Volgens Ang is het legitimeren van de kwalitatieve onderzoeksmethode niet het centrale punt voor de kritische onderzoekers. De strijd om legitimatie is een zaak van de juiste methodes kiezen. Volgens Ang moeten de kritische publieksonderzoekers zich niet bezig houden met het vinden van de waarheid omtrent het publiek. De onderzoeken moeten alleen maar ons begrip van de wereld vergroten. Onderzoekers moeten deel gaan uitmaken van de wereld die ze bestuderen. Alleen door onderzoek te verrichten naar interpretatiemethodes kunnen we uiteindelijk iets over het publiek te weten komen. Het gaat niet om het zoeken naar de waarheid, maar het gaat om de constructie van interpretaties. Ang wil het belang van de interpretaties benadrukken.
De positivisten hebben moeite met de acceptatie van interpretaties, omdat bij interpreteren het begrip subjectiviteit komt kijken. Interpretaties kunnen dus nooit waardeneutraal zijn. Empirische conclusies kunnen nooit vanzelfsprekende betekenissen bevatten. Empirische betekenissen komen voort uit het interpretatieve denkbeeld van de onderzoeker. De interpretaties die geproduceerd worden kunnen nooit definitief zijn. Grossberg zegt hierover dat geschiedenis en politiek nooit eindigen, dus kunnen theorieën ook nooit eindigen.
Dit alles houdt een veranderende status voor empirisch onderzoek in. Materiaal verkregen door etnografisch onderzoek of diepte-interviews kunnen niet meer als onderdelen van de realiteit beschouwd worden. Het gaat erom hoe het materiaal geïnterpreteerd wordt.
Towards Interpretive Ethnography
Verschillen die naar voren komen in een onderzoek moeten geïnterpreteerd worden. De betekenis van die verschillen is van belang in Cultural Studies. Cultural Studies houdt zich dus bezig met het specifiek begrijpen van hoe en waar verschillen in kijkervaringen voorkomen.
In FAMILY TELEVISION merkt Morley op dat er verschillen bestaan in het kijkgedrag van mannen en vrouwen. Mannen kijken aandachtiger en vrouwen doen onder het kijken vaak andere dingen. Volgens Morley bestaan de verschillen tussen mannelijk en vrouwelijk kijkgedrag door de structuur van machtsrelaties. Voor mannen is het thuis een plaats van ontspanning, voor vrouwen is het een werkplaats. Televisie heeft voor mannen en vrouwen dus een verschillende betekenis. Het vrouwelijk kijkgedrag is een resultaat van een complex systeem van culturele en sociale regelingen, terwijl het mannelijk kijkgedrag een machtsmode is. Het kijkgedrag is dus een dynamisch en conflicterend proces.
Uiteindelijk vraagt Ang zich af of we empirisch onderzoek wel nodig hebben om tot dergelijke theorieën te komen. Als antwoord hierop stelt zij dat etnografisch onderzoek een kritisch accent moet hebben, zodat we ons er constant van bewust zijn dat de realiteit meer gecompliceerd en divers is dan onze theorieën doen vermoeden. Daarnaast kunnen we nooit aannemen dat het proces van televisiekijken voor eens en altijd vast kan staan. Het gaat er niet om definitieve kennis over televisiekijken te verkrijgen, het gaat er om dat we een continu kritische en intellectuele betrokkenheid met de media moeten hebben, zodat we beter kunnen begrijpen hoe wij gevormd worden onder invloed van die media.
© 2007 - 2024 Johndavis, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
OnderzoeksmethodenEr zijn verschillende soorten onderzoek: fundamenteel versus praktijkgericht onderzoek (bureau-onderzoek en veldonderzoe…
Experiment van MilgramHet experiment van Milgram is een beroemd experiment uit de sociale psychologie. Alle psychologiestudenten krijgen dit e…